Operation Manual

163
Storingen opheffen
Diverse
10
De flitser ontsteekt niet.
Als flitserfunctie is flitser
uit geselecteerd.
Selecteer een andere flitserfunctie dan flitser uit. 59
Het onderwerp is
verlicht.
Wilt u dat de flitser bij helder licht ontsteekt, dan
stelt u de camera in op Invulflitsen.
59
De camera is ingesteld
op automatische
proefbelichting.
Met de camera ingesteld op automatische
proefbelichting ontsteekt de flitser niet.
Kies in het functiemenu DRIVE een andere
fotofunctie.
88
De camera is ingesteld
op video-opname.
Met de camera ingesteld op video-opname
ontsteekt de flitser niet. Stel een andere
fotofunctie in.
55
De camera is ingesteld
op supermacro.
Met de camera ingesteld op supermacro
ontsteekt de flitser niet. Schakel de functie
supermacro uit.
83
De camera is ingesteld
op panoramaopname.
Met de camera ingesteld op panoramaopname
ontsteekt de flitser niet. Annuleer de functie
panoramaopname.
91
De gebruiksduur van de batterij is erg kort.
De camera wordt in een
koude omgeving
gebruikt.
Bij lage temperatuur nemen de prestaties van
batterijen af. Houd de batterij warm door hem
tussen uw kleding te stoppen.
De nog beschikbare
batterijlading wordt niet
juist aangegeven.
Bij een sterk fluctuerend energieverbruik is het
mogelijk dat de camera uitschakelt zonder
daarvoor te waarschuwen. Laad de batterij op.
15
Condens: Wanneer het buiten koud is, zal de waterdamp in de lucht snel
afkoelen zodat waterdruppels ontstaan.
Condensvorming treedt op wanneer de camera abrupt van een koude
naar een warme ruimte wordt overgebracht.
De groene en de oranje LED, rechts naast de zoeker, knipperen
gelijktijdig.
De batterij is uitgeput. Laad de batterij op. 18