Operation Manual

179
Diverse
10
Onderhoud van de camera
Na gebruik
Schakel de camera uit en zet de lensdop op de lens.
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, haal dan de
batterij eruit.
Reinigen van de camera
1 Schakel de camera uit. gzie blz. 24
2 Haal de batterij uit de camera. gzie blz. 21 (Werkt u met
een lichtnetadapter, dan trekt u eerst de
gelijkspanningsplug van de lichtnetadapter uit de camera
en daarna de stekker uit het stopcontact.)
3 Uitwendig
Wrijf de camera voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de
camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een oplossing van een
milde zeepsoort en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de
vochtige doek goed af en wrijf hem vervolgens droog met een droge
doek. Heeft u de camera aan het strand gebruikt, dan wrijft u hem
schoon met een met schoon water bevochtigde en goed
uitgewrongen doek.
Monitor
Wrijf de monitor voorzichtig schoon met een zachte doek.
Lens
Verwijder stof van de lens met een in de handel verkrijgbaar
blaaskwastje. Bevochtig lensreinigingspapier met wat
lensreinigingsvloeistof en wrijf de lens voorzichtig schoon.
Kaartje
Wrijf het kaartje af met een zachte, droge doek.
Opbergen van de camera
Denkt u de camera langere tijd achtereen niet te gebruiken, dan haalt u de
batterij en het kaartje uit de camera en bergt de camera op in een koele,
droge en goed geventileerde ruimte.
Teneinde de camera in goede gebruiksconditie te houden doet u er goed
aan van tijd tot tijd de batterij in de camera te zetten en de werking van de
camera te controleren.
Gebruik geen sterke oplosmiddelen zoals benzine of alcohol of met
chemicaliën behandelde reinigingsdoekjes.
Haal, als u de camera gaat reinigen, eerst de batterij eruit of koppel
de lichtnetadapter af.
Opmerking