Operation Manual

183
Diverse
10
Verklarende woordenlijst
A functie (Diafragmavoorkeuze)
Bij deze functie stelt u zelf het diafragma in en de camera kiest daar
automatisch de sluitertijd bij, zodat de best mogelijke belichting wordt
verkregen.
AE (Automatic Exposure – automatische belichtingsregeling)
De camera stelt automatisch de belichting in. De camera beschikt daarbij
over 3 (drie) automatische belichtingsfuncties: de functie P waarbij de
camera zowel het diafragma als de sluitertijd instelt, de A-functie waarbij de
gebruiker het diafragma kiest de camera daar automatisch de sluitertijd bij
instelt en de S-functie waarbij de gebruiker de sluitertijd kiest de camera daar
automatisch het diafragma bij instelt.
Met de camera in de stand M stelt de gebruiker zelf diafragma en sluitertijd in.
Belichting
De hoeveelheid licht die nodig is om een beeld vast te leggen. De belichting
van het beeld wordt bepaald door de tijd gedurende welke de sluiter open
staat (sluitertijd) en de hoeveelheid licht die door de lens binnenvalt
(diafragma).
Bruto aantal pixels
Het totale aantal pixels waaruit een CCD bestaat. Niet alle pixels worden
gebruikt om een beeld te genereren.
CCD (Charge-coupled Device)
Het beeldvormende element dat het licht dat door de lens binnenvalt omzet
in elektrische signalen. Bij deze camera wordt het invallende licht omgezet in
RGB-signalen.
Contrastdetectiemethode
Met deze methode wordt de afstand tot het onderwerp bepaald. De camera
bepaalt of het beeld is scherpgesteld aan de hand van het contrast niveau in
het onderwerp.
Diafragma
De instelbare lensopening die de hoeveelheid licht bepaalt die de camera
binnenvalt. Hoe groter de lensopening, hoe kleiner de scherptediepte en hoe
waziger de achtergrond. Hoe kleiner de lensopening, hoe groter de
scherptediepte en hoe scherper de achtergrond. De diafragmawaarde wordt
uitgedrukt in een aantal f/stops. Een grotere diafragmawaarde komt overeen
met een kleinere lensopening terwijl kleinere diafragmawaarden een grotere
lensopening voorstellen.