Operation Manual

54
Als het niet lukt de camera goed scherp te stellen
3
Fotograferen
4 Maak uw opname door de
ontspanknop helemaal in te
drukken.
TIPS
Het kader waarbinnen u scherpstelt op een onderwerp is een
ander dan het kader waarbinnen de gemeten belichting wordt
vastgehouden.
g“AE LOCK – Vasthouden van de gemeten belichting” (zie blz. 80)
Onderwerpen waarop de camera zich moeilijk kan
schepstellen
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat het autofocus niet
effectief werkt. Als dat gebeurt, stelt u scherp op een contrastrijk object op
dezelfde afstand als het gewenste onderwerp (autofocusgeheugen), kadert
uw onderwerp opnieuw af en maakt vervolgens uw opname.
Heeft het onderwerp dat u wilt fotograferen geen verticale lijnen, dan draait
u de camera verticaal en stelt met het autofocusgeheugen scherp op het
onderwerp door de ontspanknop half in te drukken. Vervolgens draait u de
camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer horizontaal
en maakt uw opname.
Lukt het niet de camera op uw onderwerp scherp te stellen, dan stelt u de
camera met de hand scherp. g “Met de hand scherpstellen” (zie blz. 77)
Ontspanknop
De groene LED
knippert, maar
scherpstellen op het
onderwerp lukt niet.
Onderwerp met
weinig contrast.
Onderwerp met een
bijzonder helder vlak in
het midden van het
beeld.
Onderwerp zonder
verticale lijnen.
Onderwerpen op
verschillende
afstanden.
Snel bewegende
onderwerpen.
Het onderwerp waarop
u wilt scherpstellen
staat niet in het midden
van het beeld.
De groene LED
brandt, maar
scherpstellen op het
onderwerp lukt niet.