Operation Manual

59
Flitsen
4
4 Flitsen
Gebruik van de flitser
Kies de flitserfunctie die het best geschikt is voor de heersende
lichtomstandigheden en het effect dat u in uw opname wilt bereiken. Met de
lichtregeling van de flitser kunt u de gewenste lichtopbrengst instellen. Ook
kunt u een externe flitser gebruiken.
1 Stel de gewenste flitserfunctie in
door herhaald op de keuzeknop
voor de flitserfunctie # te drukken.
De flitserfunctie verandert in de hieronder
afgebeelde volgorde (als alle functies
beschikbaar zijn).
De geselecteerde functie wordt automatisch ingesteld. Gebruikt u de
flitser circa 3 (drie) seconden niet, dan wordt het functiemenu gesloten.
Functieknop
Cameraschakelaar
Ontspanknop
Functieknop
# Keuzeknop flitserfunctie
Autoflitsen !Flitsen met onderdrukken
van rode ogen
#Invulflitsen
$Flitser uit
#SLOW Synchronisatie met
lange sluitertijd
SLOW