Operation Manual

75
Geavanceerde fototechnieken
5
Handinstelling
1 Selecteer de functie M.
g“A/S/M functie” (zie blz. 72)
2 Stel sluitertijd en diafragmawaarde
in met de pendelknop.
b :
Stelt een hogere diafragmawaarde in.
d : Stelt een lagere diafragmawaarde in.
a : Stelt een kortere sluitertijd in.
c : Stelt een langere sluitertijd in.
Drukt u de ontspanknop half in, dan wordt
de afwijking (van – 3,0 tot + 3,0 EV)
aangegeven van de belichting zoals die
bepaald wordt door de op dat moment
geselecteerde combinatie van diafragma
en sluitertijd en de belichting die door de
camera als optimaal beschouwd wordt.
Is de aangegeven belichtingsafwijking
rood gekleurd, dan betekent dat dat de
belichtingsafwijking kleiner is dan – 3,0 EV
of groter dan + 3,0 EV.
Diafragmabereik: Groothoek: f2,8 tot f8,0
Tele: f4,8 tot f8,0
Sluitertijdenbereik: 16 s tot 1/1000 s
Om bewegen van de camera tegen te gaan, doet u er goed aan een
statief te gebruiken als u met een lange sluitertijd fotografeert.
Functieknop
Pendelknop
Knop AEL/Voorkeurfunctie
x
Belichtingsafwijking
Opmerking