Operation Manual

92
PANORAMA – Panoramaopnamen maken
5
Geavanceerde fototechnieken
3 Zorg ervoor dat de beelden elkaar overlappen en maak
vervolgens de opnamen.
Scherpstelling en belichting van alle opnamen worden bepaald door de
eerste opname. Zorg ervoor dat u voor de eerste opname geen
uitzonderlijk helder onderwerp (bijvoorbeeld de zon) selecteert.
Na de eerste opname kunt u de zoomstand niet meer wijzigen.
Panoramaopnamen zijn mogelijk tot maximaal tien (10) beelden.
Na de tiende opname verschijnt het
hiernaast afgebeelde
waarschuwingspictogram.
4 Sluit de panoramafunctie af door
op de OK/MENU-knop e te drukken.
Het beeld verdwijnt uit de monitor en de camera wordt weer in de stand
voor normale opnamen gezet.
De functie Panoramaopname is alleen beschikbaar met kaartjes
van het merk Olympus CAMEDIA.
Tijdens panoramaopnamen kunt u niet flitsen en geen repeterende
opnamen maken.
Tijdens panoramaopnamen met de camera ingesteld op het
bestandstype TIFF worden de gefotografeerde beelden opgeslagen
in het bestandstype JPEG. De beeldgrootte wordt niet gewijzigd.
Draait u met de camera in de stand panoramaopnamen aan de
functieknop, dan wordt de functie daarmee geannuleerd en de
camera weer in de stand voor normale opnamen gezet.
De camera zelf kan de opnamen niet tot één panoramabeeld aan
elkaar rijgen, daarvoor heeft u de software OLYMPUS Master nodig.
Dat deel van het voorgaande beeld waar het wordt samengevoegd met het
volgende beeld blijft niet zichtbaar aan de rand van het scherm. U moet
onthouden hoe dat deel van het beeld eruit ziet en het volgende beeld zo
kiezen dat het dat deel overlapt. Als u de beelden van links naar rechts aan
elkaar rijgt, kadert u uw opnamen zo af dat de rechterrand van het
voorgaande beeld over de linkerrand van het volgende beeld heen valt, of
omgekeerd wanneer u de beelden van rechts naar links aan elkaar rijgt.
Opmerking