Operation Manual
46 NL
Deze camera gebruikt verschillende LED’s om de status van de camera aan te geven.
•
Door uitvoering van een van de volgende handelingen terwijl u geen foto's maakt,
kan de batterijvoeding uitgeput raken.
•
Het herhaaldelijk half indrukken van de ontspanknop.
•
Herhaaldelijk zoomen.
•
Schakel de camera uit wanneer deze niet gebruikt wordt om de batterij te sparen.
•
Het is mogelijk dat sommige functies niet geselecteerd kunnen worden vanuit de menu’s als de
pendelknop (
1243
) gebruikt wordt.
•
Functies die niet ingesteld kunnen worden met de huidige fotofunctie.
•
Functies die niet ingesteld kunnen worden vanwege een functie die al is ingesteld:
[
%
], [FLASH MODE], enz.
•
Functies die niet ingesteld kunnen worden omdat de foto’s die met een andere camera zijn
gemaakt, bewerkt worden.
•
Sommige functies kunnen niet worden gebruikt als er geen kaartje in de camera zit.
[PANORAMA], [FORMAT], [BACKUP], [PRINT ORDER], [
Q
], [REDEYE FIX], [BLACK & WHITE],
[SEPIA], [FRAME], [TITLE], [CALENDAR], [BRIGHTNESS], [SATURATION], [ALBUM ENTRY], ALBUM
Beeldkwaliteit is een combinatie van gewenste resolutie en compressieniveau. Gebruik de
volgende voorbeelden om de optimale beeldkwaliteit te bepalen tijdens het fotograferen.
Voor het printen van grote beelden op een groot papierformaat / Voor het bewerken van
beelden op een computer
•
[SHQ] of [HQ]
Voor het printen van beelden op ansichkaartformaat
•
[SQ1]
Voor het versturen als bijlage bij een e-mail of voor het plaatsen op een website
•
[SQ2]
g
“IMAGE QUALITY Beeldkwaliteit wijzigen“ (Blz. 14)
•
Als instellingen zoals [IMAGE QUALITY] of flitserinstellingen (behalve
h
en
s
) ten behoeve van
de opname zijn gewijzigd, kunnen de gewijzigde instellingen behouden blijven, ook als de camera
wordt uitgeschakeld. Om naar de standaardinstellingen terug te keren, voert u een [RESET] uit.
g
“RESET De standaardinstellingen af fabriek van fotofuncties herstellen“ (Blz. 14)
Indicatie-LED’s
LED Status
Zelfontspanner-LED De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu,
knippert dan ongeveer 2 seconden en daarna wordt de foto gemaakt.
Indicatie-LED
Dataverkeer
knippert: Er wordt een beeld opgeslagen, de camera leest videobeelden of er
worden beelden gedownload (indien aangesloten op een computer).
•
Als de indicatie-LED Dataverkeer knippert, mogen onderstaande activiteiten
niet uitgevoerd worden. Hierdoor worden de beeldmateriaal eventueel niet
opgeslagen of het interne geheugen of het kaartje onbruikbaar gemaakt.
•
Openen van het klepje van het batterijcompartment / het kaartje.
•
De batterij verwijderen.
•
Lichtnetadapter aansluiten of loskoppelen.
Groene LED van
de LCD-monitor
brandt: Gemeten scherpstelling en belichting worden vastgehouden.
knippert: Gemeten scherpstelling en belichting worden niet vastgehouden.
•
In dat geval laat u de ontspanknop los, richt u het autofocusteken weer op het
object en drukt u de ontspanknop opnieuw half in.
Gebruiksduur van de batterij verlengen
Functies die niet vanuit menu’s geselecteerd kunnen worden
De optimale beeldkwaliteit selecteren
Voor het herstellen van de standaardinstellingen af fabriek van functies
5
Uw camera beter leren kennen