Operation Manual

10 NL
Druk met de camera in de stand Fotograferen op de  # -knop. Bevestig de gemaakte instelling
door op
 te drukken.
Druk met de camera in de stand Fotograferen op de  & -knop. Bevestig de gemaakte instelling
door op
 te drukken.
Druk op de
Y -knop in de stand Fotograferen om de zelfontspanner in en uit te schakelen.
Bevestig de gemaakte instelling door op
 te drukken.
• De zelfontspanner-LED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, knippert dan ongeveer 2 seconden
en daarna wordt de foto gemaakt.
• Druk op de Y -knop om de zelfontspanner uit te zetten.
• Na elke opname die met de zelfontspanner gemaakt wordt, wordt de stand Zelfontspanner
automatisch uitgeschakeld.
Druk in de stand Fotograferen op
de
F -knop om de belichting
te corrigeren.
• Correctiebereik: –2,0 EV tot +2,0 EV.
Selecteer de foto die gewist moet worden in de stand Weergeven en druk op de S -knop.
• Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. Controleer alle beelden voor deze gewist
worden, zodat niet onbedoeld beelden gewist worden die u had willen bewaren.
g “ 0 Beelden beveiligen“ (Blz. 20)
Stand Fotograferen: Fotograferen met de functie Digitale beeldstabilisatie
Deze functie stabiliseert onscherpe beelden die ontstaan doordat het onderwerp of de camera
beweegt als de foto gemaakt wordt. Om deze functie te gebruiken, drukt u op de
h / < -knop in
de stand Fotograferen.
• Fotografeert u in een donkere omgeving, dan kiest de camera een hogere ISO-waarde waardoor de
mogelijk de beeldruis toeneemt, met als gevolg een grove foto.
• Wisselt u naar een andere functie, dan worden van de betreffende functie de standaardinstellingen hersteld.
8  # -knop Gebruik van de flitser
AUTO (autoflitsen) Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch.
! Flitsen met onderdrukken van
rode ogen
De flitser geeft inleidende flitsen af voor het onderdrukken van
rode ogen.
# Invulflitsen De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht.
$ Flitser uit De flitser ontsteekt nooit, ook niet bij weinig licht.
9  & -knop Dicht bij het onderwerp fotograferen
& Stand macro Met deze stand kunt u fotograferen op een afstand van maar 30 cm
(met de zoomlens in de uiterste groothoekstand) of 50 cm (met de
zoomlens in de uiterste telestand) van uw onderwerp.
% Stand supermacro Met deze stand kunt u foto’s maken van een afstand van 10 cm van uw
onderwerp.
0  Y -knop Fotograferen met de zelfontspanner
Y AAN Druk na het instellen de ontspanknop helemaal in.
Y UIT Schakelt de zelfontspanner uit.
a  F -knop Helderheid van de foto wijzigen
b S -knop Beelden wissen
c h / < -knop Digitaal beeld stabiliseren / Beelden printen
h Digitaal beeld stabiliseren
 : Lichter maken
 : Donkerder
maken
+
2.0
2.0
OK
SET
P
+
2.0
De instellingen activeren
1
Knopfuncties