Operation Manual

NL 29
4
Trek de plug van het
USB-kabeltje uit de camera.
5
Trek de plug van het
USB-kabeltje uit de printer.
1
Geef het scherm weer dat rechts wordt
aangegeven volgens procedure 1 en 2 op
Blz. 28 en druk op
.
2
Selecteer [CUSTOM PRINT] en druk op
.
3
Stel de printinstellingen in volgens de
bedieningsaanwijzingen.
De te printen foto selecteren
Printfunctie selecteren
U kunt [EASY PRINT] ook gebruiken als de camera uitgeschakeld wordt of in de stand Foto-
graferen gezet wordt. Sluit het USB-kabeltje aan bij uitgeschakelde camera of in de stand Foto-
graferen. Het instelmenu voor de USB-aansluiting wordt weergegeven. Selecteer [EASY PRINT].
g
“EASY PRINT“ Stap 3 (Blz. 28), “CUSTOM PRINT“ Stap 2 (Blz. 29)
Andere printfuncties en printinstellingen (CUSTOM PRINT)
OK
SET
USB [IN]
PC
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
Bedieningsaanwijzingen
ALL IMAGES
Stelt u in staat uit alle foto’s op het kaartje te
selecteren voor het printen.
ALBUM
Selecteer een album en de te printen foto’s in het
album (alleen beschikbaar als een kaartje
geplaatst is).
OK
SET
ALL IMAGES
SEL. ALBUM
PRINT
Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT
Print alle foto’s die in het interne geheugen of op
het kaartje zijn opgeslagen.
MULTI PRINT
Print een foto in meervoudige bladindeling.
ALL INDEX
Print een index van alle foto’s die in het interne
geheugen of op het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER
Print de foto’s volgens de gespecificeerde
printreserveringsgegevens op het kaartje.
Als er geen printreserveringen zijn gemaakt,
is deze optie niet beschikbaar.
g
“Printinstellingen (DPOF)“ (Blz. 31)
OK
MENU
EXIT SET
PRINT MODE SELECT [IN]
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
3
Beelden printen