Operation Manual
NL 43
Er zijn verschillende manieren om scherp te stellen, afhankelijk van het onderwerp.
Als het onderwerp zich niet in het midden van het beeldkader bevindt
•
Neem het object in het midden van het beeld, stel scherp op het object en kader uw foto opnieuw af.
•
Zet [AF MODE] op [iESP].
g
“AF MODE Wijzigen van het scherpstelgebied“ (Blz. 16)
Het onderwerp beweegt snel
•
Stel de camera scherp op een punt, dat zich op ongeveer dezelfde afstand bevindt als het
onderwerp dat u wilt fotograferen (door de ontspanknop half in te drukken), kader uw foto opnieuw
af en wacht tot het onderwerp in beeld verschijnt.
•
Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus. De groene LED
op de monitor brandt, zodat u kunt controleren of de gemeten scherpstelling wordt vastgehouden.
In bovenstaande situaties stelt u scherp op een contrastrijk object op dezelfde afstand als het
gewenste onderwerp, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het te
fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met
het scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te drukken.
Vervolgens draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer
horizontaal en maakt u de opname.
Houd de camera op de juiste wijze vast en druk de ontspanknop langzaam in. Bovendien wordt het
digitale beeld gestabiliseerd door op de
h
/
<
knop te drukken en een foto in de
h
-modus te
maken.
De digitale beelden worden niet gestabiliseerd als:
•
foto’s gemaakt worden met een zoomfunctie met een sterke vergroting, d.w.z. met gebruikmaking
van functies met zowel optische zoomfunctie als ook digitale zoomfunctie,
•
het onderwerp is donker en de sluitertijd is lang, of
•
de flitser niet gebruikt kan worden of als er een stand
met lange sluitertijd is geselecteerd.
De flitser ontsteekt automatisch als er te weinig licht is. Als het onderwerp te ver weg is, heeft de
flitser geen effect. Hier wordt beschreven hoe u in dergelijke situaties foto’s dient te maken zonder
de flitser.
Fotografeertips
Scherpstellen op het object
Objecten waarop de camera zich moeilijk kan scherpstellen
Een gestabiliseerd digitaal beeld opnemen
Foto’s maken zonder flitser
De groene LED
knippert.
De camera kan niet
goed scherpstellen op
het onderwerp.
Object met weinig
contrast
Onderwerp met
een bijzonder
helder vlak in het
midden van het
beeld
Onderwerp
zonder verticale
lijnen
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
objecten
Het onderwerp
niet in het midden
van het beeld
De groene LED
brandt, maar
scherpstellen op het
onderwerp lukt niet.
5
Uw camera beter leren kennen