Operation Manual

NL 53
Foto’s kunnen opgeslagen worden op het optionele kaartje.
Het interne geheugen en het kaartje zijn de media van de camera voor het opslaan van foto’s,
vergelijkbaar met een film in een conventionele analoge camera. Foto’s die opgeslagen zijn in het
interne geheugen of op het kaartje kunnen eenvoudig gewist of bewerkt worden met een computer.
In tegenstelling tot draagbare opslagmedia kan het interne geheugen niet verwijderd of vervangen
worden.
Het aantal foto’s dat kan worden opgenomen, kan verhoogt worden door een kaartje met een
grotere opslagcapaciteit te gebruiken.
1 Indexvlak
Deze ruimte kan gebruikt worden om de inhoud van het kaartje
te noteren.
2 Contactvlak
Het gedeelte waar de gegevens worden overgedragen van de camera
naar het kaartje.
Compatibele kaartjes
xD-Picture Card (16 MB – 1 GB)
Gebruik van het interne geheugen of het kaartje
Tijdens fotograferen en weergeven kunt u in de monitor controleren of het interne geheugen of het
kaartje in gebruik is.
1
Schakel de camera uit.
2
Open het klepje van het batterijcompartment /
het kaartje.
Kaartje erin steken
3
Houd het kaartje vast zoals afgebeeld
en steek het in de kaartsleuf zoals op
de afbeelding.
Steek het kaartje er recht in.
Steek het kaartje erin totdat het op zijn plaats vastklikt.
Praktisch gebruik van de accessoires
Het kaartje
Kaartje erin steken en verwijderen
1
2
[
P
HQ
HQ
3264 2448
3264 2448
]
[
IN
IN
]
4
4
12:30
12:30
'06.03.26
'06.03.26
100-0004
100-0004
4
HQ
HQ
[
IN
IN
]
Stand Fotograferen Stand Weergeven
Geheugenindicator
Klepje van het
batterijcompartiment /
het kaartje
1
2
Inkeping
Contactvlak
6
Diversen