Uitgebreide handleiding DIGITAL CAMERA 1 Fotograferen 2 Beelden weergeven 3 Instellen van de camera 4 Beelden printen 5 Camera aansluiten op een computer 6 Appendix
Hoe u deze handleiding gebruikt Deze handleiding bevat een inhoudsopgave, een index en menu’s met behulp waarvan u het onderwerp dat u wilt gebruiken of waarover u meer wilt weten gemakkelijk kunt terugvinden. Gebruik van de inhoudsopgave gzie blz. 5 De inhoud geeft, gegroepeerd in hoofdstukken, een overzicht van alle paragrafen in deze handleiding. De diverse hoofdstukken behandelen de onderwerpen fotograferen, weergeven, printen enzovoort. Een voorbeeld...
Hoe u de aanwijzingen leest Onderstaande voorbeeldpagina laat zien hoe u de aanwijzingen in deze handleiding moet lezen. U doet er goed aan, voordat u gaat fotograferen of uw foto’s gaat bekijken, dit voorbeeld aandachtig door te lezen. Displaying several pictures at once This function lets you view several thumbnail pictures on the monitor at once. It is useful when you are looking for a specific picture. You can change the number of pictures displayed. “Selecting the number of pictures 2 ” (P.
Menubewerkingen Het beeld dat in de monitor verschijnt als u de camera inschakelt en op de OK/ MENU-knop drukt, heet het “hoofdmenu.” Er zijn drie hoofdmenu’s, zie hieronder. m F K MODE MENU INFO MOVIE PLAYBACK INFO MODE MENU MODE MENU WB S ERASE S ERASE Stand Fotograferen Stand Weergeven (stilstaande beelden) Stand Weergeven (videobeelden) De wijze waarop u de menu’s gebruikt wordt hieronder geïllustreerd aan de hand van de menu’s die verschijnen met de camera in de stand Fotograferen.
Inhoudsopgave Hoe u deze handleiding gebruikt.............................................................2 Hoe u de aanwijzingen leest ...................................................................3 Menubewerkingen...................................................................................4 1 Fotograferen .................................................. 9 Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat (Focusgeheugen) .........................................................
2 Beelden weergeven ..................................... 49 Meer beelden tegelijk weergeven G ...................................................50 Selecteren van het aantal beelden in het indexbeeld G ...........51 Gezoomd weergeven U .......................................................................53 Beelden draaien y ...............................................................................54 Diashow m..........................................................................................
4 Beelden printen.......................................... 113 Selecteren van de printmethode .........................................................114 Printreserveringen specificeren <......................................................115 Alle beelden reserveren U ......................................................116 Eén beeld reserveren <...........................................................118 Annuleren van reserveringen....................................................
6 Appendix.................................................... 159 Voorzorgsmaatregelen........................................................................160 Hanteren van de camera ..........................................................160 Veiligheidsmaatregelen bij het hanteren van batterijen ............162 Veiligheidsmaatregelen bij het hanteren van kaartjes ..............163 LCD-monitor..............................................................................164 Foutmeldingen ...............
1 Fotograferen Dit hoofdstuk beschrijft hoe u opeenvolgende beelden fotografeert en video-opnamen maakt, hoe u de flitser gebruikt, hoe u zoomt enzovoort. 1 Fotograferen Wilt u de camera anders instellen, dan raadpleegt u “3 Instellen van de camera”.
Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat (Focusgeheugen) Staat het onderwerp waarop u wilt scherpstellen niet exact in het midden van het monitorbeeld, en kunt u er ook het AF-teken niet op zetten, dan kunt u de camera scherpstellen op een ander onderwerp op ongeveer dezelfde afstand (focusgeheugen) en de opname maken zoals dat hieronder is beschreven. Dit heet “focusgeheugen”.
Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het beeldmidden staat (Focusgeheugen) Maak uw opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.
Ander scherpstelvlak kiezen (AF) De scherpstelfunctie kunt u zelf kiezen. Fotograferen Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen (K) op de OK/MENU-knop te drukken. F K Selecteer het [MODE MENU] (Functiemenu) door op de knop drukken. Selecteer de tab [CAMERA] door op of te drukken. Open het functiemenu [CAMERA] door op de knop te drukken. MODE MENU WB te SET CARD CAMERA 1 Met deze functie stelt de camera zich SPOT scherp op het onderwerp dat binnen het AF-teken staat.
Selecteer de functie [iESP] of [SPOT] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Daarmee heeft u de scherpstelfunctie ingesteld. SET CARD CAMERA Ander scherpstelvlak kiezen (AF) ESP/n DRIVE ISO DIGITAL ZOOM iESP AF MODE SPOT Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. Fotograferen Maak de opname terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
Ander motiefprogramma kiezen – l Bij deze camera kunt u kiezen uit 14 (veertien) motiefprogramma’s. Om het door u gewenste effect te verkrijgen, selecteert u eenvoudig de functie die voor uw doel of voor de heersende lichtomstandigheden het meest geschikt is. 1 Fotograferen Tot u zich helemaal vertrouwd heeft gemaakt met de camera doet u er goed aan te fotograferen met de fotofunctie [PROGRAM AUTO] (Programmagestuurd automatisch). Druk met de camera in de stand fotograferen (K), op de knop (l).
Ander motiefprogramma kiezen – l De diverse motiefprogramma’s Programmagestuurd Auto – P Het enige wat u hoeft te doen is de ontspanknop indrukken. De camera kiest automatisch de optimale instellingen. Portret I Landschap L Met deze functie maakt u heldere en scherpe opnamen van weidse landschappen. Deze functie zorgt voor een zeer grote scherptediepte waarin het hele beeldveld scherp wordt weergegeven.
Ander motiefprogramma kiezen – l Culinair G Met deze functie maakt u fraaie opnamen van gerechten, enzovoort. Voor een scherpe, levendige weergave van het onderwerp worden verzadiging, scherpte en contrastinstellingen hoog ingesteld. 1 Strand en sneeuw R Fotograferen Aan het strand of in de sneeuw zorgt deze functie voor fraaie beelden. Met deze functie maakt u fraaie opnamen van landschappen met wit zand of sneeuw.
Ander motiefprogramma kiezen – l Binnenshuis H Deze functie is bedoeld voor het fotograferen van onderwerpen binnenshuis, samen met de scène op de achtergrond. Als beeldkwaliteit kunt u SQ2 “1280 × 960”, “1024 × 768” en “640 × 480” pixels instellen. Dit is de optimale functie voor het fotograferen bij kaarslicht, omdat u er het warme, sfeervolle licht van de kaarsen mee kunt vastleggen.
N Videobeelden fotograferen Met deze camera kunt u zowel stilstaande beelden als bewegende beelden (video) fotograferen. De camera zorgt er voor dat tijdens het fotograferen van videobeelden de juiste belichting gehandhaafd blijft, ook als het ontwerp beweegt. Samen met de videobeelden wordt automatisch ook geluid opgenomen. 1 Fotograferen Zet de functieknop in de stand n (Video) en schakel de camera in door op de cameraschakelaar POWER te drukken.
Videobeelden fotograferen N Start de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken en daarna los te laten. Tijdens het fotograferen van videobeelden licht het functiepictogram N rood op. Als de nog beschikbare opnametijd verstreken is, stopt de opname automatisch. Wilt u de zojuist gefotografeerde video-opnamen bekijken, dan raadpleegt u g“Video-opnamen weergeven q” (zie blz. 59) 1 Fotograferen Wilt u de opname stoppen, dan drukt u opnieuw op de ontspanknop.
Zoomen De camera beschikt over twee zoomsystemen, het ene is een normaal optisch zoomsysteem en het andere een digitaal zoomsysteem. Door op uw onderwerp in of uit te zoomen, kunt u sfeer en compositie van het beeld wijzigen. Optisch zoomen Optisch zoomen + digitaal zoomen 1 Maximale vergroting 2× Maximale vergroting 8× Optisch zoomen Fotograferen Om te zoomen drukt u met de camera in de stand Fotograferen (K) op de zoomknop.
Zoomen Digitaal zoomen activeren Om optisch te zoomen hoeft u alleen maar op de zoomknop te drukken maar wilt u digitaal zoomen, dan moet u eerst in de monitor de functie [DIGITAL ZOOM] (Digitaal zoomen) op [ON] (Aan) zetten. 1 Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen op de OK/MENU-knop te drukken. F K Kies het functiemenu [MODE MENU] door op te drukken. Open het menu [CAMERA] door op te drukken. MODE MENU WB SET CARD CAMERA Selecteer de tab [CAMERA] door op of te drukken.
Selecteer de optie [ON] (Aan) door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Daarmee heeft u de functie Digitaal zoomen geactiveerd. 1 SET CARD CAMERA Zoomen ESP/n DRIVE ISO DIGITAL ZOOM OFF AF MODE ON Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. Fotograferen Selecteert u de optie [OFF] (Uit), dan is digitaal zoomen niet mogelijk. Om digitaal te zoomen, drukt u nu op de zoomknop.
Gebruik van de flitser # Hoewel de camera bij aflevering door de fabriek is ingesteld op Autoflitsen kunt u, afhankelijk van de lichtomstandigheden, kiezen uit 4 (vier) flitserfuncties. Autoflitsen (Standaardinstelling af fabriek) Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. !Flitsen met onderdrukken van rode ogen 1 Fotograferen Het door de flitser geleverde licht is er de oorzaak van dat in flitsopnamen de ogen van uw onderwerp er soms rood uitzien.
Gebruik van de flitser # Kies de gewenste flitserfunctie door met de camera in de stand Fotograferen (K) herhaald op de knop (#) te drukken. 1 Bij elke druk op de pijlknop wisselt de flitserfunctie in de hieronder afgebeelde volgorde. Na de functie [$] wisselt de flitserfunctie weer naar [AUTO]. Fotograferen P AUTO ! AUTO # $ HQ 2272*1704 11a Tijdens het opladen van de flitser knippert het functiepictogram van de flitser(#).
Andere resolutie en beeldkwaliteit K instellen Beeldkwaliteiten voor stilstaande beelden Met deze functie selecteert u de resolutie en de beeldkwaliteit waarmee de beelden worden opgeslagen op het geheugenkaartje. U doet er goed aan bij het kiezen van de resolutie en de beeldkwaliteit rekening te houden met het doel waarvoor u uw opnamen wilt gebruiken. Standaard staat de camera ingesteld op beeldkwaliteit HQ.
Andere resolutie en beeldkwaliteit K instellen Het is mogelijk dat wanneer een foto wordt gemaakt of een opgeslagen beeld wordt gewist, het aantal beelden dat nog kan worden opgeslagen niet verandert. Opnemen van geluid bij stilstaande beelden, vermindert het aantal opnamen dat u op een kaartje kunt opslaan. Resolutie en compressieverhouding Compressieverhouding en beeldkwaliteit 1 Fotograferen De kwaliteit van het beeld is afhankelijk van de compressieverhouding.
Andere resolutie en beeldkwaliteit K instellen Selecteer het functiepictogram [K] (Beeldkwaliteit) door op de knop te drukken. F K MODE MENU WB Selecteer als beeldkwaliteit [SHQ], [HQ], [SQ1] of [SQ2] door op of te drukken. Open het instelmenu voor beeldkwaliteit [SQ2] door op te drukken. Kies de gewenste resolutie met of en druk dan op de OK/MENUknop. 2272×1704 SQ2 640×480 GO SELECT Fotograferen HQ SQ1 2048×1536 Selecteert u [SHQ], [HQ] of [SQ1], dan gaat u verder met stap 4.
Andere resolutie en beeldkwaliteit K instellen Beeldkwaliteiten voor video-opnamen Voor video-opnamen kunt u kiezen uit 2 (twee) beeldkwaliteiten. De opnametijd is afhankelijk van de gekozen beeldkwaliteit. Opslagfunctie HQ 1 SQ Resolutie Opnametijd (16 MB) (Aantal beelden per seconde) 320 × 240 Circa 41 s. (15 beelden per seconde) 160 × 120 Circa 150 s.
Andere resolutie en beeldkwaliteit K instellen Open het hoofdmenu door met de camera in de stand MOVIE (n) (Video-opnamen) op de OK/MENUknop te drukken. 1 F K MODE MENU WB Selecteer beeldkwaliteit [HQ] of [SQ] door op of te drukken. Fotograferen Selecteer het functiepictogram [K] (Beeldkwaliteit) door op te drukken. K SELECT HQ 320×240 SQ 160×120 GO Druk op de OK/MENU-knop. In de monitor worden nu de geselecteerde beeldkwaliteit en de nog beschikbare opnametijd aangegeven.
Selecteren van de witbalans aan de hand van de omgevingsverlichting – 0 Wanneer daglicht, zonlicht of gloeilamplicht door wit materiaal wordt weerkaatst, zal voor elk van die materialen de gereproduceerde kleur wit er anders uitzien. Het menselijk oog daarentegen herkent witte objecten als wit, ongeacht het omgevingslicht. Maar bij een digitale camera moet, om er voor te zorgen dat witte objecten er ook als wit uitzien, de kleur worden aangepast aan het omgevingslicht.
Selecteren van de witbalans aan de hand van de omgevingsverlichting – 0 Selecteer de gewenste witbalans functie [AUTO], [5], [3], [1] of [>] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. WB AUTO GO SELECT Daarmee heeft u de gewenste witbalans ingesteld. > Fotograferen GO SELECT Wordt een witbalans functie geselecteerd, dan verschijnt het pictogram van de betreffende functie – 5, 3, 1, > – in de monitor.
Belichtingscorrectie F instellen Is het gefotografeerde onderwerp bijzonder helder of donker, of is het contrast tussen onderwerp en achtergrond sterk, dan kunt u de helderheid aanpassen door de belichting te corrigeren. U kunt de belichting over een bereik van + 2,0 EV tot – 2,0 EV in stappen van 1/3 EV (Exposure Value = belichtingswaarde) corrigeren. 1 Fotograferen Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen op de OK/MENU-knop te drukken.
ISO-equivalente gevoeligheid instellen Instellen van een hoge ISO-equivalente waarde is vooral effectief als u in het donker of bij weinig licht fotografeert. Het gefotografeerde beeld kan daarbij wel beeldruis vertonen of korrelig worden. Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen op de OK/MENU-knop te drukken. F K Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op te drukken. Open het functiemenu [CAMERA] door op te drukken.
Druk op om de gewenste ISO-equivalente gevoeligheid te selecteren. 1 Fotograferen Selecteer de gewenste ISOequivalente waarde door op of te drukken en druk dan op de OK/ MENU-knop. Daarmee is de gewenste ISO-equivalente gevoeligheid ingesteld. ESP/n ESP DRIVE o ISO AUTO DIGITAL ZOOM OFF AF MODE SET CARD CAMERA Selecteer de functie [ISO] door op of te drukken.
Wanneer helderheid van onderwerp en achtergrond verschillen 5 Fotografeert u een onderwerp in tegenlicht, dan is het mogelijk dat gezichten en andere objecten op de voorgrond te donker worden afgebeeld. Is dat het geval, dan voert u een spotmeting uit zodat u ervan verzekerd bent dat het onderwerp helder wordt afgebeeld, ongeacht de achtergrondverlichting. Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen op de OK/MENU-knop te drukken.
Selecteer het functiemenu [ESP/n] door op of te drukken. Druk op om de lichtmeetfunctie te selecteren. SET CARD CAMERA Wanneer helderheid van onderwerp en achtergrond verschillen 5 ESP/n ESP DRIVE o ISO Fotograferen Selecteer de lichtmeetfunctie [n] door op of te drukken en druk op de OK/MENU-knop. Daarmee is de camera ingesteld op spotmeting.
& Close-ups fotograferen De macrofunctie gebruikt u wanneer u een onderwerp, bijvoorbeeld bloemen, van dichtbij wilt fotograferen. Met de macrofunctie kunt u uw onderwerp tot op 20 cm naderen. Wilt u nog dichter op uw onderwerp toe gaan, dan selecteert u de functie Supermacro. Met deze functie kunt u onderwerpen op afstanden van slechts 8 cm fotograferen. Verschijnt in de monitor het functiepictogram &, dan is de camera ingesteld op macro-opname.
Close-ups fotograferen & % Instellen van de functie Supermacro Met de supermacrofunctie kunt u objecten op slechts 8 cm afstand van de camera fotograferen. Daarbij wordt de lens in de telestand (T) gezet en de flitser uitgeschakeld. 1 Fotograferen Selecteer de functie [%] (Supermacro) door herhaald op de knop (&) te drukken. Daarmee wordt de lens in de telestand (T) gezet en de camera op supermacro ingesteld. In de monitor verschijnt dan het functiepictogram %.
Fotograferen met de zelfontspanner Y Heeft u de zelfontspanner ingeschakeld en drukt u de ontspanknop in, dan duurt het ongeveer 12 (twaalf) seconden voordat de opname gemaakt wordt. U doet er daarbij goed aan de camera op een statief te zetten. Selecteer de functie [YON] (Zelfontspanner ingeschakeld) door herhaald op de knop (Y) te drukken. P Y ON HQ 2272*1704 Maak uw opname. Fotograferen Schakelt u de zelfontspanner in, dan verschijnt in de monitor het functiepictogram Y.
Repeterende opnamen fotograferen j Met deze functie kunt u, door de ontspanknop ingedrukt te houden, snel achter elkaar een reeks stilstaande beelden fotograferen met een snelheid van circa 1,3 beelden per seconde (7 (zeven) beelden met de camera in de stand [SHQ]). Omdat u uit een dergelijke opnamenreeks de beste opname kunt kiezen, verdient het gebruik van deze functie aanbeveling voor het fotograferen van bewegende objecten.
Repeterende opnamen fotograferen j SET CARD CAMERA Selecteer de functie [j] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Daarmee heeft u de camera ingesteld op het maken van een reeks opeenvolgende opnamen. ESP/n o j DRIVE ISO DIGITAL ZOOM AF MODE Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken. Fotograferen Maak uw opnamenreeks. P Tijdens repeterende opnamen verschijnt dit functiepictogram in de monitor.
Panoramaopnamen Als u een Olympus xD-Picture Card gebruikt, kunt u gebruik maken van de panoramafunctie. Met de software OLYMPUS Master, op de bij de camera geleverde CD-ROM, kunt u beelden waarvan de beeldranden elkaar overlappen met de panoramafunctie tot een enkele panoramaopname samenvoegen. 1 LET OP Fotograferen De panoramafunctie is uitsluitend beschikbaar als u Olympus xD-Picture Cards gebruikt. Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Fotograferen (K) op de OK/MENU-knop te drukken.
Panoramaopnamen Selecteer met de pendelknop in de monitor de richting waarin de opnamen gemaakt moeten worden. : Gefotografeerd wordt van links naar rechts. : Gefotografeerd wordt van rechts naar links. Gefotografeerd wordt van links naar rechts 1 Fotograferen : Gefotografeerd wordt van beneden naar boven. : Gefotografeerd wordt van boven naar beneden. Gefotografeerd wordt van beneden naar boven Maak de eerste opname.
Panoramaopnamen Zorg ervoor dat de randen van de beelden elkaar overlappen en maak dan uw opnamen. 1 Gebruik bij het afkaderen van de beelden de kaders aan de rand van het monitorbeeld als oriëntatiepunt. De eerste en tweede opname worden zo gemaakt dat de beeldfragmenten A elkaar overlappen. De tweede en derde opname worden zo gemaakt dat de beeldfragmenten B elkaar overlappen. Onthoud het beeld in de kaders zodat u de volgende opname kunt afkaderen.
Twee-in-een opnamen – / Met deze functie kunt u twee achtereenvolgens gefotografeerde beelden naast elkaar zetten en deze combinatie als een enkel beeld opslaan. Op die manier kunt u twee verschillende objecten tot één beeld combineren. Eerste beeld Tweede beeld P P 1st 2nd 1 HQ 2272*1704 20 Aan de linkerkant geplaatst. HQ 2272*1704 20b Aan de rechterkant geplaatst.
Selecteer de tab [CAMERA] door op of te drukken. Open het menu [CAMERA] door op te drukken. SET CARD CAMERA Twee-in-een opnamen – / ESP/n ESP DRIVE o ISO Fotograferen Selecteer de functie [/] door op of te drukken. Open het menu om de samengestelde opname te maken door op te drukken. SET CARD CAMERA AF MODE 1 Maak de eerste opname met de monitor. AUTO DIGITAL ZOOM OFF R SPOT OFF PANORAMA 2 IN 1 P 1st o HQ 2272*1704 Maak de tweede opname.
Geluid opnemen bij stilstaande beelden R Met deze functie kunt u, tijdens het fotograferen van stilstaande beelden, geluid opnemen. De geluidsopname start ongeveer 0,5 seconde na het indrukken van de ontspanknop en duurt ongeveer 4 (vier) seconden. Als u deze functie activeert, wordt bij elke opname die u maakt automatisch geluid opgenomen. Deze functie is vooral handig om een zojuist gefotografeerd beeld van gesproken commentaar te voorzien. F K Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op te drukken.
Selecteer de optie [ON] (Aan) door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Daarmee is de camera ingesteld op het opnemen van geluid bij stilstaande beelden. 1 SET CARD CAMERA Geluid opnemen bij stilstaande beelden R R OFF PANORAMA ON 2 IN 1 Wilt u het menu sluiten, dan drukt u opnieuw op de OK/MENU-knop. Fotograferen Start de geluidsopname door de ontspanknop in te drukken. Nadat u de geluidsopname gestart heeft, richt u de microfoon op de geluidsbron.
2 Beelden weergeven Dit hoofdstuk beschrijft de wijze waarop u de beelden en de videobeelden kunt bekijken die u met uw camera heeft gefotografeerd. Wilt u de instellingen voor het weergeven van beelden wijzigen, dan raadpleegt u hoofdstuk “3 Instellen van de camera”.
G Meer beelden tegelijk weergeven Met deze functie kunt u in de monitor een aantal miniatuurbeelden (hierna verder aan te duiden met thumbnails) tegelijk bekijken. Deze functie is vooral handig wanneer u naar een bepaald beeld zoekt. Het aantal beelden dat in de monitor getoond wordt, kunt u zelf instellen. g“Selecteren van het aantal beelden in het indexbeeld G” (zie blz. 51) 2 Beelden weergeven Druk met de camera in de stand Weergeven op de G-kant van de zoomknop.
Meer beelden tegelijk weergeven G Selecteren van het aantal beelden in het indexbeeld G U kunt zelf instellen of het getoonde indexbeeld uit 4 (vier), 9 (negen) of 16 (zestien) thumbnails moet bestaan. INFO Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op te drukken. Selecteer de functie [G] door op of te drukken. Open het menu voor de index instellingen door op te drukken. SETUP CARD EDIT PLAY Open het menu [SETUP] door op te drukken.
Kies het gewenste aantal beelden – [4], [9] of [16] – door op of te drukken en druk dan op de OK/ MENU-knop. Daarmee heeft u het aantal samenstellende thumbnails voor het indexbeeld ingesteld. SETUP CARD EDIT PLAY Meer beelden tegelijk weergeven G G 4 9 16 Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Gezoomd weergeven U Om de scherpte van het gefotografeerde beeld te controleren, kunt u het in de monitor getoonde beeld vergroten tot 4× het oorspronkelijke formaat. Druk met de camera in de stand Weergeven op de U-kant van de zoomknop. 2 3.0* Door op de pijlknoppen van de pendelknop te drukken, kunt u verschillende vlakken van het vergrote beeld weergeven en controleren.
y Beelden draaien Foto’s die u maakt terwijl u de camera verticaal vasthoudt, kunt u ook horizontaal weergegeven. 100-0020 100-0020 HQ HQ $04.12.18 15:30 20 90 graden met de klok mee gedraaid (+ 90°) 2 $04.12.18 15:30 20 100-0020 HQ Het oorspronkelijke beeld Beelden weergeven $04.12.18 15:30 20 90 graden tegen de klok in gedraaid (– 90°) Geef, met de camera in de stand Weergeven, het beeld weer dat u wilt draaien.
Selecteer de functie [y] door op te drukken. SET CARD EDIT PLAY Selecteer het menu [PLAY] door op te drukken. 0 y < R OFF SET CARD EDIT PLAY Selecteer de tab [PLAY] (Weergeven) door op of te drukken. 0 y < R OFF SET CARD EDIT PLAY Beelden draaien y 0 y < R 0° of Selecteer de gewenste draaiing [+90°] of [–90°] door op of te drukken. Het beeld wordt nu gedraaid weergegeven. 0° -90° 2 Beelden weergeven Open het menu voor de draaiing door op te drukken. Druk op de OK/MENU-knop.
m Diashow Met deze functie kunt u de opgeslagen beelden achtereenvolgens weergeven (diashow). In het geval van videobeelden wordt alleen het eerste beeld getoond. 2 Open het hoofdmenu door met de camera in de stand Weergeven op de OK/MENU-knop te drukken. m INFO MODE MENU Beelden weergeven S ERASE Start de diashow door op de knop te drukken. Achtereenvolgens worden nu de beelden getoond met intervallen van circa 3 (drie) seconden.
Geluid opnemen bij gefotografeerde beelden R Met deze functie kunt u geluid opnemen bij reeds eerder gefotografeerde beelden, of eerder opgenomen geluid vernieuwen. Bij elk beeld kan circa vier (4) seconden geluid worden opgenomen. Geef met de camera in de stand Weergeven het beeld weer waarbij u geluid wilt opnemen. 2 m Kies het functiemenu [MODE MENU] door te drukken. op de knop Selecteer de functie [R] (Geluidsopname) door op drukken.
Selecteer de optie [START] door op de knop te drukken en druk op de OK/MENU-knop. Nu begint de geluidsopname. SET CARD EDIT PLAY Geluid opnemen bij gefotografeerde beelden R 0 y < R START LET OP 2 Beelden weergeven 58 Is de bron waarvan u het geluid opneemt meer dan 1 (één) m van de microfoon verwijderd, dan is het mogelijk dat het opgenomen geluid niet erg duidelijk is.
q Video-opnamen weergeven Met deze functie kunt u in de monitor van de camera videobeelden weergeven. Activeert u de weergavefunctie, dan wordt in de monitor het beeld weergegeven dat het laatst werd opgeslagen. Om beelden te selecteren en weer te geven die met het functiepictogram n zijn gemarkeerd, volgt u onderstaande aanwijzingen. nH HQ 100-0020 $04.12.18 15:30 20 Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken.
Video-opnamen weergeven q 2 Beelden weergeven Tijdens het weergeven van video-opnamen nH kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: HQ 100-0020 :Terug (wikkelen) :Snel vooruit :Volume verhogen $04.12.18 15:30 :Volume verlagen 00:03/01:45 OK/MENU-knop: Pauze Vanuit de stand pauze kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren: :Achteruit weergeven door de knop in te drukken. :Normaal weergeven door de knop in te drukken. :Het eerste beeld weergeven. :Het laatste beeld weergeven.
Video-opnamen weergeven q Samenstellen van een index De camera licht automatisch 9 (negen) beelden uit een reeks video-opnamen en slaat die op als stilstaande beelden zodat u in één oogopslag de inhoud van de video kunt beoordelen. Open, met de camera in de stand Weergeven, het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken. MOVIE PLAYBACK INFO Kies het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [EDIT] door op de knop te drukken.
Open de functie voor het opstellen van een index door opnieuw op de knop te drukken. 2 SET CARD EDIT PLAY Video-opnamen weergeven q Selecteer de functie [INDEX] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Beelden weergeven Als u klaar bent met de procedure, worden de beelden opgeslagen als nieuwe stilstaande beelden. INDEX INDEX INDEX CANCEL SELECT GO De indexbeelden worden opgeslagen met een andere opslagfunctie dan de oorspronkelijke reeks videobeelden.
Weergeven op een TV De door u gefotografeerde beelden kunt u weergeven op een TV-ontvanger. Daarvoor sluit u de camera aan op de TV-ontvanger met het bij de camera geleverde AV-kabeltje. In overeenstemming met het bij u ter plaatse uitgezonden TV-signaal selecteert u als televisiesysteem NTSC of PAL. Televisiesystemen NTSC: Ver. Staten van Noord-Amerika, Taiwan, Korea, Japan. PAL: Europese landen, China. m MODE MENU INFO Kies het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken.
Kies het videosysteem door met of [NTSC] of [PAL] te selecteren en druk dan op de OK/MENU-knop. Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. SETUP CARD EDIT PLAY Weergeven op een TV VOLUME 8 s X NTSC VIDEO OUT PAL Schakel de camera en de TV-ontvanger uit. 2 Beelden weergeven Steek de ene plug van het AV-kabeltje in de Multi-connector van de camera.
Weergeven op een TV Schakel de TV-ontvanger in en zet die in de stand Videoingang. Voor nadere informatie over de functie Video-ingang raadpleegt u de handleiding van uw TV-ontvanger. Schakel de camera in door op de cameraschakelaar POWER te drukken. 100-0020 HQ Beelden weergeven Het beeld wordt weergegeven op de TVontvanger. 2 $04.12.18 15:30 20 Om beelden op uw TV-ontvanger weer te geven, bedient u de camera op dezelfde wijze als bij het normaal weergeven van beelden.
Informatieweergave in de monitor Met deze functie kunt u specificeren welke fotografische informatie in de monitor moet worden weergegeven. Uitgebreide informatie Normale informatie <*10 10H 9 HQ 100-0020 SIZE: 2272*1704 +2.0 5 ISO100 $04.12.18 15:30 20 <*10 10H 9 100-0020 HQ $04.12.18 15:30 20 2 Beelden weergeven De fotografische informatie wordt gedurende ongeveer 3 (drie) seconden in de monitor getoond. Open met de camera in de stand Weergeven het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken.
Stilstaande beelden bewerken Soft focus Met deze functie kunt u aan een geselecteerd beeld een soft focus effect meegeven en het aldus bewerkte beeld opslaan als een nieuw beeld. Door soft focus effecten toe te passen kunt u het beeld wijzigen in een gevignetteerd beeld en zo een fantastische sfeer creëren. 2 Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. m Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [EDIT] door op de knop te drukken.
Selecteer de functie [SOFT FOCUS] door op of te drukken. Open het menu voor de soft focus instellingen door op te drukken. SET CARD EDIT PLAY Stilstaande beelden bewerken SOFT FOCUS FISHEYE BLACK & WHITE Selecteer [SOFT FOCUS] door op of te drukken. SEPIA Q SOFT FOCUS 2 SOFT FOCUS Beelden weergeven CANCEL CANCEL SELECT GO Om het soft focus beeld te creëren, drukt u op de OK/MENUknop. Het soft focus beeld dat u op die manier heeft verkregen, wordt opgeslagen als een nieuw beeld.
Stilstaande beelden bewerken Fish-eye Met deze functie kunt u aan een geselecteerd beeld een fish-eye effect meegeven en het aldus verkregen beeld opslaan als een nieuw beeld. Past u het fish-eye effect toe, dan krijgt het beeld een bolvormig aanzien. 2 Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. m Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [EDIT] door op de knop te drukken.
Selecteer de functie [FISHEYE] door op of te drukken. Open het menu voor de fish-eye instellingen door op te drukken. 2 Selecteer [FISHEYE] door op te drukken. SET CARD EDIT PLAY Stilstaande beelden bewerken SOFT FOCUS FISHEYE BLACK & WHITE of SEPIA Q FISHEYE FISHEYE Beelden weergeven CANCEL CANCEL SELECT GO Om het fish-eye effect te creëren, drukt u op de OK/MENUknop. Het fish-eye beeld dat u op die manier heeft verkregen, wordt opgeslagen als een nieuw beeld.
Stilstaande beelden bewerken Zwart-wit Met deze functie kunt u een geselecteerd beeld omzetten in een zwart-wit beeld en het aldus verkregen beeld opslaan als een nieuw beeld. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. m Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [EDIT] door op de knop te drukken. S ERASE SET CARD EDIT PLAY Selecteer de tab [EDIT] (Bewerken) door op of te drukken.
Selecteer de functie [BLACK & WHITE] (Zwart-wit) door op of te drukken. Open het menu voor de zwart-wit instellingen door op te drukken. 2 Selecteer [BLACK & WHITE] door op of te drukken. SET CARD EDIT PLAY Stilstaande beelden bewerken SOFT FOCUS FISHEYE BLACK & WHITE SEPIA Q BLACK & WHITE BLACK & WHITE Beelden weergeven CANCEL CANCEL SELECT GO Om het zwart-wit beeld te creëren, drukt u op de OK/MENUknop.
Stilstaande beelden bewerken Sepia Met deze functie kunt u een geselecteerd beeld omzetten in een sepiakleurige beelden en het aldus verkregen beeld opslaan als een nieuw beeld. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. m Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [EDIT] door op de knop te drukken. S ERASE SET CARD EDIT PLAY Selecteer de tab [EDIT] (Bewerken) door op of te drukken.
Selecteer de functie [SEPIA] door op of te drukken. Open het menu voor de sepia instelling door op te drukken. 2 Selecteer [SEPIA] door op drukken. of SET CARD EDIT PLAY Stilstaande beelden bewerken SOFT FOCUS FISHEYE BLACK & WHITE te SEPIA Q SEPIA SEPIA Beelden weergeven CANCEL CANCEL SELECT GO Om het sepia beeld te creëren, drukt u op de OK/MENU-knop. Het sepiakleurige beeld dat u op die manier heeft verkregen, wordt opgeslagen als een nieuw beeld.
Stilstaande beelden bewerken Q Resolutie wijzigen Met deze functie kunt u van een geselecteerd beeld de resolutie wijzigen en het aldus verkregen beeld opslaan als een nieuw beeld. Deze functie is voorral handig om de hoeveelheid beeldmateriaal te beperken, bijvoorbeeld als u beelden op het internet wilt zetten of beelden als bijlage bij e-mail wilt verzenden. U kunt kiezen uit twee resoluties: 640 × 480 en 320 × 240 pixels. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken.
Selecteer de functie [Q] door op of te drukken. Open het menu voor de resolutie instellingen door op te drukken. 2 SET CARD EDIT PLAY Stilstaande beelden bewerken SOFT FOCUS FISHEYE BLACK & WHITE Selecteer de gewenste resolutie door op of te drukken. SEPIA Q Q 640×480 Beelden weergeven 320×240 CANCEL CANCEL SELECT GO Om het beeld met de gewijzigde resolutie te creëren, drukt u op de OK/MENU-knop.
0 Beelden beveiligen Beelden die voor u van belang zijn kunt u beveiligen om zo onbedoeld wissen ervan te voorkomen. Wissen van beveiligde beelden is met de functies Een beeld wissen en Alle beelden wissen niet mogelijk. LET OP Door te formatteren wist u zowel beveiligde als onbeveiligde beelden. g“Kaartje formatteren” (zie blz. 107) Open, met de camera in de stand Weergeven, het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken.
Open het menu voor de beveiligingsinstellingen door op drukken. 2 te Selecteer de optie [ON] (Aan) door op of te drukken. Beelden weergeven Om een beveiliging op te heffen, selecteert u de optie [OFF] (Uit). Druk op de OK/MENU-knop. Het geselecteerde beeld is nu beveiligd. Tijdens de weergave van een beveiligd beeld verschijnt in de monitor het functiepictogram 9. 78 SET CARD EDIT PLAY Selecteer de functie [0] (Beveiligd) door op of te drukken.
S Een enkel beeld wissen Met digitale camera’s kunt u de beelden die u niet wilt bewaren wissen. U kunt alle op het kaartje opgeslagen beelden ook in één keer wissen. g“Alle beelden wissen R” (zie blz. 80). Beveiligde beelden kunt u niet wissen. g“Beelden beveiligen 0” (zie blz. 77). 2 LET OP Geef, met de camera in de stand Weergeven, het beeld weer dat u wilt wissen. Open, met de camera in de stand Weergeven, het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken.
R Alle beelden wissen Deze functie wist alle op het kaartje opgeslagen beelden. Beveiligde beelden kunt u niet wissen. g“Beelden beveiligen 0” (zie blz. 77). LET OP Eenmaal gewiste beelden kunt u niet meer herstellen. 2 MODE MENU INFO Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [CARD] door op de knop te drukken. Selecteer de functie [ALL ERASE] (Alles wissen) door op of te drukken. Druk op de knop .
Alle beelden wissen R Selecteer de optie [YES] door op de knop te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. R ALL ERASE CAUTION ERASING ALL YES Met uitzondering van beveiligde beelden worden nu alle beelden gewist.
MEMO 2 Beelden weergeven 82
3 Instellen van de camera Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de verschillende functies van de camera kiest en hoe u de gekozen functies kunt wijzigen. Daar waar de standen “Fotograferen” en “Weergeven” over dezelfde instellingen beschikken zijn in dit hoofdstuk de monitorbeelden van de stand “Fotograferen” gebruikt.
W Taal instellen De taal waarin in de monitor de menu’s en de foutmeldingen worden weergegeven, kunt u zelf kiezen. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. ALL RESET ON W Open het menu voor de taalinstellingen door op te drukken. ENGLISH PW ON SETUP COLOR 8 Selecteer de functie [W] (Taal) door op of te drukken.
Taal instellen W Selecteer de gewenste taal door op of te drukken. W ENGLISH FRANCAIS Welke talen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het land waar u de camera kocht. ESPAÑOL PORTUGUES SELECT GO Druk op de OK/MENU-knop. De geselecteerde taal is nu ingesteld. Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken. Instellen van de camera Er zijn ook nog andere talen die u kunt selecteren. De firmware voor die andere talen kunt u downloaden van de OLYMPUS homepage.
X Instellen van datum en tijd Op deze camera kunt u datum en tijd instellen. Deze functie bewijst vooral nuttige diensten bij het op een computer beheren van beelden of bij het printen ervan. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Instellen van de camera Selecteer de tab [SETUP] (Instellen) door op of te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken.
Instellen van datum en tijd X Druk of om één van de volgende datum instellingen te kiezen: [Y]-[M]-[D] (Jaar/MaandDag), [M]-[D]-[Y] (Maand/Dag/Jaar), [D]-[M]-[Y] (Dag/Maand/Jaar). Selecteer de cijfergroep van het jaartal door op de knop te drukken. X 2004 . 01 . 01 20 Y M D 00 : 00 SELECT SET GO Het nu volgende laat zien hoe u datum en tijd instelt wanneer als datumnotatie [Y]-[M]-[D] wordt gebruikt. Herhaal bovenstaande stappen tot u alle cijfergroepen van datum en tijd heeft ingesteld.
Camera-instellingen opslaan Met deze functie kunt u de door u tijdens het fotograferen of weergeven gemaakte fotografische en andere instellingen opslaan. Bij het uitschakelen van de camera worden van alle instellingen de standaardinstellingen af fabriek (uitgangswaarden) hersteld. Met deze optie blijven de instellingen OFF bewaard die werden gemaakt voordat de camera wordt uitgeschakeld. ON Instellen van de camera Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken.
Selecteer de optie [OFF] (Uit) door op of te drukken. SETUP CARD CAM Camera-instellingen opslaan ALL RESET OFF W ON PW ON SETUP COLOR 8 Activeer het opslaan van instellingen door op de OK/MENUknop te drukken. Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken. Functie l Flash (Flitsfotografie) & % F K n DRIVE ISO DIGITAL ZOOM R (Geluidsopname stilstaande beelden) AF MODE 0 Standaardinstellingen af fabriek PROGRAM AUTO AUTO Zie blz. 14 23 &OFF 37 0.
Een beeld onmiddellijk na de opname controleren Met de functie REC VIEW kunt u in de monitor het zojuist door u gefotografeerde beeld controleren. Het beeld wordt tussen twee opnamen gedurende enkele seconden getoond, zodat u elk beeld kunt controleren zoals het werd gefotografeerd. Wilt u onmiddellijk de volgende opname maken, zonder eerst de voorgaande opname te controleren, dan zet u de functie [REC VIEW] (Controlebeeld) op [OFF].
Selecteer de optie [ON] of [OFF] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. SETUP CARD CAM Een beeld onmiddellijk na de opname controleren SHUTTER SOUND REC VIEW OFF FILE NAME ON PIXEL MAPPING s Voor video-opnamen kunt u de functie [REC VIEW] niet instellen. Tijdens repeterende opnamen worden geen controlebeelden getoond.
Instellen van het akoestisch / waarschuwingssignaal 8 Met deze functie kunt u het volume instellen van het akoestisch signaal dat als waarschuwingssignaal wordt gebruikt en dat klinkt wanneer u op knoppen drukt. Ook kunt u het geluid uitschakelen. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. MODE MENU Instellen van de camera Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken.
Selecteer de optie [OFF] (Uit), [LOW] (Zacht) of [HIGH] (Hard) door op of te drukken. Wilt u het akoestisch signaal uitschakelen, dan selecteert u de optie [OFF]. SETUP CARD CAM Instellen van het akoestisch / waarschuwingssignaal 8 ALL RESET W W PW ON SETUP OFF COLOR LOW 8 HIGH Druk op de OK/MENU-knop. Het akoestisch signaal wordt nu ingesteld op het geselecteerde volume. Instellen van de camera Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Instellen van het sluitergeluid Voor het akoestisch signaal dat moet klinken wanneer de sluiter ontspant, kunt u kiezen uit drie verschillende geluiden. Tevens kunt u het volume van het geluid instellen op [HIGH] (Hard) of [LOW] (Zacht). Open met de camera in de stand (K) (Fotograferen) het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken. F K Instellen van de camera Selecteer de tab [SETUP] (Instellen) door op of te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken.
Instellen van het sluitergeluid Selecteer de optie [1], [2], [3] of [OFF] door op of te drukken. Heeft u sluitergeluid [1], [2] of [3] geselecteerd, dan kunt u het volume instellen door op te drukken. SHUTTER SOUND OFF 1 LOW 2 LOW 3 CANCEL LOW SELECT GO Wilt u het sluitergeluid uitschakelen, dan selecteert u de optie [OFF]. Sluit het menu door tweemaal op de OK/ MENU-knop te drukken. SHUTTER SOUND 3 OFF 1 LOW 2 HIGH 3 SELECT GO Daarmee heeft u het sluitergeluid ingesteld.
Instellen van de geluidsterkte van het afgespeelde geluid Tijdens het weergeven van een stilstaand beeld met geluid of van een video-opname kunt u het volume van het geluid instellen. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. Selecteer de functie [VOLUME] door op of te drukken. Open het instelmenu voor het volume door op de knop te drukken.
Selecteer de optie [OFF] (Uit), [LOW] (Zacht) of [HIGH] (Hard) door op of te drukken. Wilt u het geluid uitschakelen, dan selecteert u de optie [OFF]. SETUP CARD EDIT PLAY Instellen van de geluidsterkte van het afgespeelde geluid VOLUME OFF 8 s X LOW HIGH VIDEO OUT Druk op de OK/MENU-knop. Druk op de OK/MENU-knop. Tijdens het weergeven van beelden met geluid verschijnt in de monitor het functiepictogram H. Instellen van de camera Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Inschakelbeeld en geluid instellen U kunt de camera zo instellen dat telkens wanneer u de camera inschakelt een bepaald beeld in de monitor verschijnt en geluid wordt afgespeeld. Welk beeld en welk geluid daarbij worden gebruikt kunt u zelf instellen. g“Inschakelbeeld instellen” (zie blz. 100). Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. ALL RESET ON W Open het instelmenu voor het beeld en het geluid door op de knop te drukken.
Inschakelbeeld en geluid instellen Selecteer de functie [SCREEN] door op of te drukken en druk dan op de knop . Selecteer de optie [OFF], [1], [2] of [3] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. PW ON SETUP SCREEN OFF VOLUME 1 2 3 SELECT GO Met optie [3] kunt u het scherm geheel aan uw wensen aanpassen. Legt u geen beeld vast, dan verschijnt bij het inschakelen van de camera geen beeld in de monitor. Selecteer de optie [OFF], [LOW] of [HIGH] door op of te drukken.
Inschakelbeeld instellen Bij het inschakelen van de monitor kunt u een bepaald beeld in de monitor laten verschijnen. Dat beeld selecteert u uit de op het kaartje opgeslagen beelden. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. Selecteer de functie [SCREEN SETUP] (Instellen inschakelbeeld) door op of te drukken. Open het instelmenu [PW ON SETUP] door op de knop te drukken.
Inschakelbeeld instellen Selecteer het inschakelbeeld dat u wilt vastleggen door op , , en te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. Selecteer [OK] door op of te drukken en druk dan op de OK/ MENU-knop. SCREEN SETUP SET AS PW ON SCREEN OK Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. CANCEL CANCEL SELECT GO 3 Instellen van de camera Als inschakelbeeld is hier optie [3] van [PW ON SETUP] vastgelegd. g“Inschakelbeeld en geluid instellen” (zie blz. 98).
Instellen van de schermkleur Voor de achtergrondkleur van de monitor kunt u kiezen uit [NORMAL] (Normaal), [BROWN] (Bruin), [BLUE] (Blauw) of [BLACK] (Zwart). Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. ALL RESET ON W Open het instelmenu voor de kleur door op de knop te drukken. ENGLISH PW ON SETUP COLOR 8 Selecteer de functie [COLOR] (Kleur) door op of te drukken.
Instellen van de schermkleur Druk of om NORMAL (NORMAAL), [BROWN] (BRUIN), [BLUE] (BLAUW) of [BLACK] (ZWART). COLOR NORMAL BROWN BLUE BLACK CANCEL SELECT GO Druk op de OK/MENU-knop. Daarmee heeft u de achtengrondkleur van de monitor ingesteld. Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Instellen van de bestandsnaam Voor de beelden die op het kaartje worden opgeslagen worden door de camera automatisch bestandsnamen en mapnamen aangemaakt. Bestandsnamen en mapnamen worden toegekend volgens onderstaand schema. Daarbij lopen de bestandsnummers van 0001-9999 en mapnummers van 100-999. Mapnaam Bestandsnaam \ D C I M \ * * * O LY M P \ P m d d * * * * .
Instellen van de bestandsnaam Open met de camera in de stand fotograferen het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken. F K MODE MENU Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. SETUP CARD CAM Selecteer de tab [SETUP] (Instellen) door op of te drukken. ALL RESET ON W SETUP CARD CAM Selecteer de functie [FILE NAME] (Bestandsnaam) door op of te drukken. te ENGLISH PW ON SETUP COLOR 8 Open het instelmenu voor de bestandsnaam door op de knop drukken.
Selecteer de optie [RESET] of [AUTO] door op of te drukken. SETUP CARD CAM Instellen van de bestandsnaam SHUTTER SOUND REC VIEW FILE NAME RESET PIXEL MAPPING AUTO s Druk op de OK/MENU-knop. Daarmee heeft u voor de bestandsnaam de gewenste functie ingesteld. 3 Instellen van de camera 106 Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Kaartje formatteren Door te formatteren bereidt u het kaartje voor op het ontvangen van beeldmateriaal van de camera. Het is mogelijk dat deze camera geen kaartjes herkent die werden geformatteerd met een computer of met een andere camera. Onthoud vooral dat u de kaartjes in deze camera moet formatteren. LET OP Tijdens het formatteren van kaartjes wordt alle daarop opgeslagen beeldmateriaal gewist. Ook beveiligde beelden worden gewist.
Kaartje formatteren Selecteer de optie [YES] door op de knop te drukken. I FORMAT CAUTION ERASING ALL YES NO SELECT GO Druk op de OK/MENU-knop. 3 Instellen van de camera 108 Tijdens het formatteren geeft de voortgangsbalk [BUSY] (Bezig) aan hoe ver de bewerking gevorderd is.
Instellen van de helderheid van de monitor s Met deze functie kunt u de helderheid van het monitorbeeld instellen. Open het hoofdmenu door op de OK/ MENU-knop te drukken. F Selecteer het functiemenu [MODE MENU] door op de knop te drukken. K MODE MENU Open het menu [SETUP] door op de knop te drukken. ALL RESET ON W COLOR te NORMAL LOW of SETUP CARD CAM Open het instelmenu voor de helderheid door op de knop drukken. ENGLISH PW ON SETUP 8 Selecteer de functie [s] door op te drukken.
Instellen van de helderheid van de monitor s Stel de helderheid in door, terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt, op of te drukken. Op de knop drukken, maakt het monitorbeeld helderder en op drukken, donkerder. s SELECT GO Druk op de OK/MENU-knop. 3 Instellen van de camera 110 Daarmee heeft u de helderheid ingesteld. Sluit het menu door opnieuw op de OK/MENU-knop te drukken.
Instellen van CCD en beeldbewerkingfuncties Met de functie Pixel Mapping kunt u de CCD en de beeldbewerkingfuncties controleren en bijstellen. Deze handelingen dient u eenmaal per jaar uit te voeren. Om er voor te zorgen dat de CCD controlefunctie (Pixel Mapping) goed functioneert wacht u ongeveer één minuut nadat u een opname gemaakt heeft of na het weergeven van een beeld.
Instellen van CCD en beeldbewerkingfuncties Druk op de OK/MENU-knop. Tijdens het controleren van de CCDfuncties en het afregelen van de camera geeft de voortgangsbalk [BUSY] (Bezig) aan hoe ver de bewerking gevorderd is. BUSY Sluit het menu door opnieuw op de OK/ MENU-knop te drukken. LET OP 3 Instellen van de camera 112 Schakelt u de camera, tijdens het uitvoeren van de controlefunctie, per ongeluk uit dan begint u opnieuw met stap 1.
4 Beelden printen Dit hoofdstuk beschrijft de beide manieren waarop u beelden kunt printen die u met deze camera heeft gefotografeerd. Terwijl bij de ene methode gebruik wordt gemaakt van de functie Digital Print Order Format (DPOF) wordt bij de andere een voor PictBridge geschikte printer gebruikt.
Selecteren van de printmethode Printen zonder computer Hiervoor kunt u gebruik maken van de door fotospeciaalzaken geboden printservices. De op een kaartje opgeslagen beelden kunt u laten printen door een fotospeciaalzaak. Heeft u met de DPOF-functie printen gereserveerd, dan kunt u de beelden laten printen aan de hand van de met de printreservering opgeslagen informatie. g“Printreserveringen specificeren <” (zie blz. 115).
Printreserveringen specificeren < Op het kaartje kunt u de beelden die u wilt printen en het aantal kopieën vastleggen. Daarna brengt u het kaartje met daarop de Printreserveringen naar een fotospeciaalzaak die over DPOFfaciliteiten beschikt. Maar als u over een DPOF-compatibele printer beschikt, kunt u uw foto’s ook thuis printen. Er zijn twee manieren om printen te reserveren.
Printreserveringen specificeren < U Alle beelden reserveren Deze functie gebruikt u wanneer u alle op het kaartje opgeslagen beelden wilt printen. Daarbij kunt u aangeven of datum en tijd al dan niet moeten worden geprint. Van elke opname wordt één exemplaar geprint. Wilt u meerdere kopieën van een enkel beeld printen, dan specificeert u dat met de functie Eén beeld reserveren. U kunt geen printen reserveren voor met het functiepictogram n (Video) gemarkeerde beelden.
Printreserveringen specificeren < Werden al eerder printreserveringen gespecificeerd, dan verschijnt het instelmenu [
Printreserveringen specificeren < < Eén beeld reserveren Deze functie gebruikt u om beelden te selecteren waarvan u maar één exemplaar tegelijk wilt printen. Voor elk beeld kunt u het gewenste aantal kopieën specificeren maar ook eerdere reserveringen wijzigen. U kunt geen printen reserveren voor met het functiepictogram n gemarkeerde video-opnamen. Open met de camera in de stand weergeven het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken. Open het menu [PLAY] door op de knop te drukken.
Printreserveringen specificeren < Selecteer de functie [<] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. < PRINT ORDER < U CANCEL Selecteer het beeld dat u wilt printen door op of te drukken. Selecteer het gewenste aantal kopieën met of . Maximaal kunt u 10 (tien) kopieën GO SELECT <* 2 100-0020 HQ $04.12.18 15:30 20 GO SELECT specificeren. Selecteert u het aantal 0 (nul), dan worden geen kopieën geprint. Beelden printen Druk op de OK/MENU-knop.
Printreserveringen specificeren < Annuleren van reserveringen Met deze functie kunt u alle op het kaartje opgeslagen reserveringsgegevens annuleren. Open met de camera in de stand weergeven het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken. m MODE MENU INFO Open het menu [PLAY] door op de knop te drukken. Selecteer de functie [<] door op of te drukken. Open het instelmenu voor de printreserveringen door op de knop te drukken.
Printreserveringen specificeren < Selecteer de functie [RESET] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. < PRINT ORDER SETTING PRINT ORDERED RESET KEEP CANCEL Open weer het menu PLAY door op te drukken. SELECT GO < PRINT ORDER < Sluit het menu door op de OK/MENU-knop te drukken.
Printen met een PictBridge-compatibele printer Gebruik van de directe printfunctie Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een PictBridgecompatibele printer, dan kunt u de op het kaartje opgeslagen beelden rechtstreeks printen. Met de camera aangesloten op de printer, selecteert u de beelden die u wilt printen en stelt u in de monitor van de camera het aantal kopieën in. U kunt ook beelden printen waarvoor reserveringsgegevens zijn gespecificeerd. g“Printreserveringen specificeren <” (zie blz. 115).
Printen met een PictBridge-compatibele printer Aansluiten van de camera op een printer Sluit de camera met het USB-kabeltje aan op een PictBridgecompatibele printer. Schakel de printer in en steek de gemarkeerde plug van het USB-kabeltje in de USB-poort van de printer. Voor de wijze waarop u de printer inschakelt en hoe en waar u de USB-poort kunt vinden, raadpleegt u de handleiding van uw printer. Steek de andere plug van het USB-kabeltje in de multi-connector van de camera.
Printen met een PictBridge-compatibele printer LET OP Heeft u onbedoeld de functie [PC] geselecteerd, dan koppelt u het USBkabeltje af en begint u opnieuw met stap 1. Het is ook mogelijk te printen met een printer die niet PictBridge-compatibel is. Voor de details daarvan neemt u contact op met de fabrikant van de printer.
Printen met een PictBridge-compatibele printer PRINT ORDER Deze functie print de beelden volgens de op het kaartje opgeslagen reserveringsgegevens. Werden geen printreserveringen gespecificeerd (zie blz. 115), dan is deze optie niet beschikbaar. g“De functies ALL INDEX en PRINT ORDER” (zie blz. 134) Print functies en de diverse instellingen De beschikbare printfuncties, papierformaten, enzovoort zijn afhankelijk van de gebruikte printer.
Printen met een PictBridge-compatibele printer (Randloos) en [PICS/SHEET] (Beelden per blad) ingesteld op [
Printen met een PictBridge-compatibele printer De functies PRINT en MULTI PRINT Selecteer in het getoonde functiemenu [PRINT MODE SELECT] (Printfunctie selecteren) de functie [PRINT] of [MULTI PRINT] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. PRINT MODE SELECT PRINT ALL PRINT MULTI PRINT ALL INDEX SELECT EXIT GO Selecteer het gewenste papierformaat door op of te drukken en druk dan op de knop . Functie PRINT: Ga door met stap 3. Functie MULTI PRINT: Ga door met stap 4.
Printen met een PictBridge-compatibele printer OFF ( ON ( ): Het beeld wordt met een blanco rand geprint. ): Het geprinte beeld vult het hele blad. Selecteer de functie [PICS/SHEET] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. PRINT PAPER SIZE PICS/SHEET < STANDARD 16 SELECT GO Selecteer het beeld dat u wilt printen door op of te drukken. 4 Beelden printen Door op de G-kant van de zoomknop te drukken opent u het indexbeeld waarin u de beelden kunt selecteren die u wilt printen.
Printen met een PictBridge-compatibele printer Instellen van een de reservering MORE Open het instelmenu [PRINT INFO] (Printgegevens) door op de knop te drukken. Selecteer de functie die u wilt instellen door op of te drukken en druk dan op de knop . Wijzig de instelling door op of te drukken en druk dan op de OK/MENUknop. <×: DATE ( ): FILE NAME ( ): PRINT INFO <× 1 DATE WITHOUT FILE NAME WITHOUT SELECT SET GO Met deze functies stelt u het aantal kopieën in.
Printen met een PictBridge-compatibele printer Print de beelden. PRINT Selecteer de optie [OK] of [CANCEL] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. OK CANCEL CANCEL SELECT GO OK: Start het printen van de beelden. CANCEL: De instellingen worden geannuleerd en in de monitor verschijnt weer het instelmenu [PRINT MODE SELECT]. TRANSFERRING CANCEL Als het printen voltooid is, verschijnt in Monitorbeeld tijdens de monitor weer het menu [PRINT dataverkeer MODE SELECT].
Printen met een PictBridge-compatibele printer De functie ALL PRINT (Alles printen) Selecteer in het geopende instelmenu [PRINT MODE SELECT] (Printfunctie selecteren) de functie [ALL PRINT] (Alles printen) door op of te drukken en druk dan op de OK/ MENU-knop. PRINT MODE SELECT PRINT ALL PRINT MULTI PRINT ALL INDEX SELECT EXIT GO Selecteer het gewenste papierformaat door op of te drukken en druk dan op de knop .
Printen met een PictBridge-compatibele printer Selecteer door op of te drukken de functie die u wilt instellen en druk dan op de knop . PRINT INFO <× WITHOUT FILE NAME WITHOUT Wijzig de instelling door op of te drukken en druk dan op de OK/MENUSELECT knop. Kunt u op uw printer de functie [PRINT INFO] niet instellen, dan gaat u verder met stap 6. Van elk beeld wordt 1 (één) kopie geprint.
Printen met een PictBridge-compatibele printer Printen annuleren Drukt u tijdens de overdracht van printgegevens op de OK/MENU-knop, dan verschijnt het menu waarin u kunt aangeven of u wilt doorgaan met printen of dat u het printen wilt annuleren. Om het printen te annuleren, selecteert u [CANCEL] door op of te drukken en drukt dan op de OK/ MENU-knop.
Printen met een PictBridge-compatibele printer De functies ALL INDEX en PRINT ORDER 4 Selecteer in het geopende instelmenu [PRINT MODE SELECT] (Printfunctie selecteren) de functie [ALL PRINT] (Alles printen) of de functie [PRINT ORDER] (Print bestelling) door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. PRINT ALL PRINT MULTI PRINT ALL INDEX SELECT EXIT GO Beelden printen Daarmee opent u het instelmenu [PRINT PAPER] (Printerpapier).
Printen met een PictBridge-compatibele printer Is de functie [ALL INDEX] actief, dan kunt u de functie [BORDERLESS] niet selecteren. Ga verder met stap 4. Print de beelden. PRINT Selecteer de optie [OK] of [CANCEL] door op of te drukken en druk dan op de OK/MENU-knop. OK CANCEL CANCEL OK: Start het printen van de beelden. CANCEL: De instellingen worden geannuleerd en in de monitor verschijnt weer het instelmenu [PRINT MODE SELECT].
Printen met een PictBridge-compatibele printer Afsluiten van de functie Direct Printen Als u klaar bent met printen koppelt u de camera los van de printer. Druk met het instelmenu [PRINT MODE SELECT] in de monitor op de knop . PRINT MODE SELECT PRINT ALL PRINT MULTI PRINT ALL INDEX EXIT 4 GO Beelden printen Nu verschijnt de melding REMOVE USB CABLE (USB-kabeltje afkoppelen). REMOVE USB CABLE Trek de plug van het USB-kabeltje uit de camera. Daarmee schakelt u tevens de camera uit.
5 Camera aansluiten op een computer Dit hoofdstuk beschrijft hoe u de op het kaartje opgeslagen beelden overbrengt naar een computer en hoe u de diverse functies van de software OLYMPUS Master gebruikt. Voor details raadpleegt u het onderwerpgerichte “Help”-menu en de handleiding van OLYMPUS Master.
Werkvolgorde Sluit u de camera met het meegeleverde USB-kabeltje aan op uw computer, dan kunt u de op het kaartje opgeslagen beelden overbrengen naar de computer. Installeer OLYMPUS Master gzie blz. 140 Sluit de camera aan op de computer met het meegeleverde USB-kabeltje gzie blz. 146 Activeer OLYMPUS Master gzie blz. 148 Sla beelden op op de computer gzie blz. 150 Koppel de camera af van de computer gzie blz.
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master De bij de camera geleverde CD-ROM bevat de applicatiesoftware OLYMPUS Master waarmee u uw foto’s en video’s kunt bewerken en organiseren. Wat is OLYMPUS Master? OLYMPUS Master is bedoeld voor gebruik op computers voor het weergeven, bewerken en organiseren van de foto’s die u met de digitale camera heeft gemaakt. Nadat u deze software heeft geïnstalleerd, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren.
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master OLYMPUS Master installeren Controleer voordat u de software OLYMPUS Master installeert eerst het besturingssysteem van uw computer. Voor de geschiktheid van de software voor nieuwe besturingssystemen raadpleegt u de OLYMPUS Website. Werkomgeving Windows 5 Besturingssysteem CPU RAM Ruimte op de harde schijf Connector Monitor Camera aansluiten op een computer 140 Windows 98 SE/Me/2000 Professional/XP Pentium III, 500 MHz of beter.
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master Macintosh Besturingssysteem CPU RAM Ruimte op de harde schijf Connector Monitor Mac OS 10.2 of later. Power PC G3 500 MHz of beter. 128 MB of meer (256 MB of meer aanbevolen). 300 MB of meer. USB-connector 1024 × 768 dots of meer, 32.000 of meer kleuren.
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master Windows Leg de CD-ROM in het CD-ROMstation van de computer. Nu wordt het installatievenster van OLYMPUS Master geopend. Verschijnt het installatievenster van OLYMPUS Master niet automatisch, dan dubbelklikt u op het pictogram [My Computer] (Deze computer) op het bureaublad en klikt dan op het pictogram van de CD-ROM. Selecteer de taal waarin u de software wilt installeren. 5 Camera aansluiten op een computer Klik op de knop [OLYMPUS Master].
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master Klik op de knop [Next] (Volgende), nu verschijnt het volgende dialoogvenster. Ga te werk volgens de aanwijzingen in het scherm. Als de software licentieovereenkomst verschijnt, leest u die aandachtig door en klikt dan op de knop [Agree] (Akkoord). Nu verschijnt het installatievenster van OLYMPUS Master. Ga te werk volgens de aanwijzingen in het scherm. Als de software licentieovereenkomst verschijnt leest u die aandachtig door en klikt dan op [Yes] (Ja).
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master Als u Adobe Reader wilt installeren, klikt u op [OK]. Wilt u het programma niet installeren, dan klikt u op [Cancel] en gaat u verder met stap 8. Nu verschijnt het installatievenster van Adobe Reader. Ga te werk volgens de aanwijzingen in het scherm. Nu verschijnt het afsluitvenster van de installatie. 5 Camera aansluiten op een computer 144 Klik op [Finish] (Voltooien). Nu wordt weer het aanvangscherm geopend.
Gebruik van de meegeleverde software OLYMPUS Master Macintosh Leg de CD-ROM in het CD-ROMstation van de computer. Nu wordt het installatievenster van OLYMPUS Master geopend. Verschijnt het installatievenster niet, dan dubbelklikt u op het pictogram [CD ROM] met de naam [OLYMPUS Master], op uw bureaublad. Dubbelklik op het pictogram van het installatieprogramma. Ga te werk volgens de aanwijzingen in het scherm.
Aansluiten van de camera op een computer Sluit de camera aan op een computer met het meegeleverde USBkabeltje. Steek de gemarkeerde plug van het USBkabeltje in de USB-poort van de computer. Voor de plaats van de USB-poort op uw computer, raadpleegt u de handleiding van uw computer. Steek de andere plug van het USBkabeltje in de multi-connector van de camera. 5 Camera aansluiten op een computer De camera wordt automatisch ingeschakeld.
Aansluiten van de camera op een computer De computer herkent de camera als een nieuw apparaat. Windows 98SE/Me/2000 De eerste keer dat u de camera op uw computer aansluit, installeert de computer de software die de camera moet herkennen. Wacht tot dit herkenningsproces voltooid is en de melding daarvan verschijnt. Sluit de melding af door op [OK] te klikken. De computer herkent de camera nu als een schijf).
OLYMPUS Master starten Windows Dubbelklik op het pictogram bureaublad. (OLYMPUS Master), op het Daarmee wordt automatisch het hoofdmenu geopend. Macintosh Dubbelklik op het pictogram “OLYMPUS Master”. (OLYMPUS Master) in de map Daarmee wordt automatisch het hoofdmenu geopend. 5 Camera aansluiten op een computer 148 De eerste keer dat de computer wordt geactiveerd, verschijnt het venster voor de gebruikerinformatie.
OLYMPUS Master starten Het hoofdmenu van OLYMPUS Master 5 Camera aansluiten op een computer Knop [Transfer Images] Met deze knop kunt u beelden vanaf de camera of vanaf media overbrengen. Knop [Upgrade] Met deze knop opent u het dialoogvenster waarmee u het programma kunt opwaarderen naar OLYMPUS Master Plus. Knop [Browse Images] Met deze knop kunt u in de opgeslagen beelden bladeren. Knop [Backup Images] Met deze knop kunt u reservekopieën van de beelden maken.
In de camera opgeslagen beelden weergeven op een computer Camera beelden overbrengen naar en opslaan op een computer Beelden vanuit de camera overbrengen naar een computer. Klik in het hoofdmenu van OLYMPUS Master op de knop (Beelden overbrengen). Daarmee opent u het instelmenu voor de bron van het beeldmateriaal. Klik in het hoofdmenu op de knop (From camera – Vanuit de camera).
In de camera opgeslagen beelden weergeven op een computer Klik op de knop [Browse images Now] (Nu in de beelden bladeren). Nu wordt het naar het browse-venster overgebrachte beeld weergegeven. Om naar de hoofdmenu’s terug te keren, klikt u in het browse-venster op de knop [MENU]. LET OP Tijdens het overbrengen van de beelden knippert de indicatie-LED op het camerahuis rood.
In de camera opgeslagen beelden weergeven op een computer Voor Windows Me/2000/XP 1 Klik in de knoppenbalk op de knop [Eject Hardware] (Hardware verwijderen). 2 Klik op de getoonde melding. 3 Verschijnt de melding [Safe to Remove Hardware] (U kunt de hardware nu veilig verwijderen), dan klikt u op [OK]. Voor Macintosh 1 Sleep het pictogram [NO_NAME] of [Untitled] (Naamloos) op het bureaublad naar de [TRASH] (Prullenbak).
Stilstaande beelden en videobeelden bekijken Open het dialoogvenster Browse door in het hoofdmenu op de knop (Browse Images) (In beelden bladeren) te klikken. Dubbelklik op de thumbnail van het stilstaande beeld dat u wilt bekijken. Thumbnail (miniatuurbeeld) Het beeld wisselt nu naar de stand Weergeven en het beeld wordt beeldvullend weergegeven. Om naar het hoofdmenu terug te keren, klikt u in het dialoogvenster Browse op de knop [Menu].
Stilstaande beelden en videobeelden bekijken Videobeelden bekijken Dubbelklik in het dialoogvenster Browse op de thumbnail van de video-opnamen die u wilt bekijken. Het beeld wisselt nu naar de stand Weergeven en in de monitor verschijnt het eerste beeld van de video-opnamen. Start het weergeven van de video-opnamen door aan de onderrand van het videovenster op de weergaveknop te klikken.
Beelden printen Het programma beschikt over tal van printmenu’s voor foto’s, indexen, ansichtkaarten, kalenders, enzovoort. Deze paragraaf beschrijft het printen van foto’s. Open het printmenu door in het hoofdvenster van OLYMPUS Master op de knop [Print Images] (Beelden printen) te klikken. Open het dialoogvenster Photo Print (Foto’s printen) door op de knop (Photo) te klikken. Selecteer de bladindeling en het formaat van de afgedrukte beelden.
Beelden printen Selecteer de thumbnail van het beeld dat u wilt printen en klik op de knop [Add] (Toevoegen). Het geselecteerde beeld wordt nu als printvoorbeeld weergeven. Stel het aantal kopieën in. 5 Camera aansluiten op een computer 156 Klik op [Print]. Om naar de hoofdmenu’s terug te keren, klikt u in het dialoogvenster Photo Print op de knop [Menu].
Beelden vanuit de camera overbrengen naar en opslaan op een computer, zonder gebruik te maken van OLYMPUS Master Deze camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class Devices. Dat wilt zeggen dat u beelden kunt overbrengen en opslaan door de camera met het meegeleverde apparaatspecifieke USBkabeltje op een computer aan te sluiten en zonder dat u daarbij OLYMPUS Master hoeft te gebruiken. Geschikte besturingssystemen: Windows: Windows 98/98SE/Me/2000 Professional/XP Macintosh: Mac OS 9.0 – 9.
MEMO 5 Camera aansluiten op een computer 158
6 Appendix Opheffen van storingen, Onderhouden van de camera, Controleren van functies en Technische gegevens.
Voorzorgsmaatregelen GEVAAR WAARSCHUWING LET OP Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. Gebruikt u deze camera zonder acht te slaan op de onder dit symbool verstrekte informatie, dan kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
Voorzorgsmaatregelen Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met de hand. Dek de flitser op het moment van ontsteken niet af met de hand, maar raak hem ook vlak daarna niet aan. Het is mogelijk dat de flitser heet is en kleine brandblaren kan veroorzaken. Gebruik de flitser bij voorkeur niet lang achtereen. Probeer niet de camera te demonteren of aan te passen. Probeer nooit de camera te demonteren.
Voorzorgsmaatregelen dichtstbijzijnde erkende Olympus service center of de met winkel waar u de camera kocht in het geval: • Het netsnoer heet wordt, begint te roken of een ongewone geur verspreidt. • Het netsnoer ingesneden of anderszins beschadigd is, of de stekkerpennen beschadigd zijn.
Voorzorgsmaatregelen Is batterijvloeistof op uw kleding gelekt, trek het kledingstuk dan uit en spoel het onmiddellijk met ruim, stromend schoon water. Raadpleeg onmiddellijk een arts wanneer de vloeistof met uw huid in aanraking is gekomen. Probeer nooit het batterijcompartiment te modificeren en steek nooit voorwerpen (behalve het voorgeschreven type batterij) in het batterijcompartiment. Stel batterijen nooit bloot aan zware schokken of ononderbroken trillingen.
Voorzorgsmaatregelen Let op de werkomgeving Laat de camera, ter bescherming van de hogeprecisie technologie die er aan ten grondslag ligt, nooit achter op de hieronder genoemde plaatsen, niet tijdens gebruik en niet tijdens opslag. • Plaatsen met hoge temperaturen en/of vochtigheid of plaatsen waar extreme fluctuaties optreden. Direct zonlicht, aan het strand, in een afgesloten auto, of in de buurt van warmtebronnen (kachels,, radiatoren, enzovoort) of luchtbevochtigers.
Foutmeldingen Indicatie in de monitor NO CARD CARD ERROR CARD FULL Er heeft zich een probleem met het kaartje voorgedaan waardoor u het kaartje niet kunt gebruiken. Lukt het niet het kaartje te formatteren, dan moet u een ander kaartje gebruiken. Steek een nieuw kaartje in de camera. Met een computer is voor dit kaartje de eigenschap “Alleen lezen” ingesteld. Hef met de computer deze instelling weer op.
Foutmeldingen Indicatie in de monitor Oplossing Het kaartje bevat geen beelden. Om beelden weer te geven moet u eerst enkele beelden op het kaartje opslaan. NO PICTURE PICTURE ERROR Probeer de beelden met beeldbewerkingsoftware, zoals het bij de camera geleverde OLYMPUS Master, op een computer te bekijken. Lukt dat niet, dan is het beeldbestand beschadigd. CARD SETUP POWER OFF 6 Formatteer het kaartje. g(zie blz.
Foutmeldingen Indicatie in de monitor Oplossing Laad de batterij op. BATTERY EMPTY NO CONNECTION De camera is niet op de juiste wijze op de printer of op de computer aangesloten. Koppel de camera af en sluit hem dan weer opnieuw, maar nu goed, aan. YES CANCEL De papiervoorraad van de printer is uitgeput. Leg een nieuwe voorraad papier in de printer. NO PAPER 6 YES CANCEL Appendix De inktvoorraad van de printer is uitgeput. Vervang de inktpatroon in de printer.
Foutmeldingen Indicatie in de monitor Oplossing SETTINGS CHANGED De papierlade van de printer is verwijderd of er werd een soortgelijke actie uitgevoerd. Gebruik de printer niet tijdens het configureren van de printerinstellingen. CANCEL PRINT ERROR CANCEL 6 Appendix 168 YES Er heeft zich een probleem met de printer en/ of de camera voorgedaan. Schakel camera en printer uit, controleer de printer en schakel beide apparaten weer in.
Als zich een probleem voordoet Mogelijke oorzaak Oplossing De camera reageert niet of de monitor licht niet op Schakel de camera in. De camera is uitgeschakeld. De batterij is uitgeput. Door de kou levert de batterij Warm de batterij op door hem Laad de batterij op. Blz. *1 *1 6 Appendix – een tijdje in een jas- of broekzak te stoppen. – In het inwendige van de Schakel de camera uit en wacht camera heeft zich condens tot hij is opgedroogd voordat gevormd. u hem weer inschakelt.
Als zich een probleem voordoet Mogelijke oorzaak De camera staat in de stand 6 Appendix 170 Oplossing Wacht tot er weer ruimte is in de geheugenindicator. De flitser ontsteekt niet Als flitserfunctie is [$] Selecteer een andere ingesteld. flitserfunctie dan [$]. Het onderwerp was Als u wilt dat de flitser ook bij uitzonderlijk helder verlicht. een helder verlicht onderwerp ontsteekt, stelt u als flitserfunctie [#] in. Het beeld kan niet worden weergegeven De camera is uitgeschakeld.
Als zich een probleem voordoet Mogelijke oorzaak Oplossing Blz. 6 Appendix Bij het uitschakelen van de camera worden de standaardinstellingen af fabriek hersteld 88 De camera werd uitgeschakeld Stel de functie [ALL RESET] zonder de instellingen op te (Alles herstellen) in op [OFF] slaan. (Uit). Het monitorbeeld is lastig te zien 109 De helderheid is niet goed Stel de helderheid van de ingesteld. monitor in. – Het volle zonlicht valt op de Dek het invallend zonlicht af monitor. met uw hand.
Als zich een probleem voordoet Mogelijke oorzaak 6 Appendix 172 Oplossing Controleer het daadwerkelijk gefotografeerde beeldvlak door de opname met de monitor te maken. Het beeld is te helder Als flitserfunctie was [#] Stel een andere flitserfunctie ingesteld. dan [#] in. Het onderwerp was Stel een negatieve (–) uitzonderlijk helder verlicht. belichtingscorrectie in of kies een ander camerastandpunt.
Betekenis van de groene en rode LED Branden, gedoofd zijn of knipperen van de groene indicatie-LED en van de flitser paraatindicator (#) in de monitor en van de indicatie-LED op het camerahuis hebben de volgende betekenis. LED of functiepictogram Groene LED in de monitor brandt. Groene LED in de monitor knippert. Flitser paraatindicator / Flitser laadindicator (#) knippert. Status van de camera De camera heeft zich scherpgesteld op het onderwerp (als de ontspannop half wordt ingedrukt).
Onderhoud van de camera Reinigen van de camera Uitwendig Wrijf de camera voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een oplossing van een milde zeepsoort en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en wrijf hem vervolgens droog met een droge doek. Heeft u de camera aan het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Lichtnetadapter (los verkrijgbaar) Behalve de met de camera meegeleverde lithium-ionbatterij kunt u ook de gespecificeerde lichtnetadapter met een batterijadapter (los verkrijgbaar) gebruiken. Een lichtnetadapter is vooral praktisch bij het uitvoeren van tijdrovende taken zoals het overbrengen van beelden. Gebruik uitsluitend het aanbevolen type lichtnetadapter (los verkrijgbaar). Sluit de lichtnetadapter aan in de hieronder afgebeelde volgorde.
De verschillende onderdelen Functieknop g*1 Ontspanknop g*1 Flitser gzie blz. 23 Microfoon gzie blz. 48 Zelfontspanner-LED gzie blz. 39 6 Lens g*1 Appendix Klepje over de kaartsleuf g*1 Knop batterijvergrendeling g*1 Multi-connector gzie blz. 123, 146 *1: Zie beknopte handleiding.
De verschillende onderdelen Knop Snelweergave – QUICK VIEW g*1 Cameraschakelaar – POWER g*1 Zoomknop gzie blz. 20, 50, 53 Luidspreker Bevestigingspunt camerariem g*1 IndicatieLED g*1, blz. 173 Deksel batterijcompartiment/ kaartsleuf g*1 OK/MENU-knop gzie blz. 4 Statiefaansluiting 6 Pendelknop Appendix Monitor g*1, zie blz. 109 De pendelknop dient voor het instellen van de macrofunctie, flitserfunctie en andere instellingen. De pijlknoppen ervan fungeren tevens als richtingsknoppen.
Indicaties in de monitor In de stand Fotograferen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 e P (# +2.0 5 ISO100 5 % $ 5 6 16 j Y R 1 2 12 13 14 15 HQ 2272*1704 11a 17 10 18 +2.
Indicaties in de monitor In de stand Weergeven 1 2 <*10 10H 9 f 100-0030 HQ SIZE: 2272*1704 +2.0 2.0 5 ISO100 $04.12.18 15:30 30 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1 2 3 nH9 5 100-0020 HQ SIZE: 320*240 5 $04.12.
Overzicht van de menu’s De functiemenu’s voor het fotograferen en weergeven van stilstaande beelden en videobeelden zijn hieronder afzonderlijk afgebeeld.
Overzicht van de menu’s Het functiemenu Fotograferen (Video-opnamen) Hoofdmenu Tab MODE MENU CAMERA CARD Functie Instelling /ESP /5 35 ISO AUTO /64/100/200/400 33 DIGITAL ZOOM OFF /ON 21 FORMAT YES/ NO 107 ALL RESET OFF/ ON 88 W∗ 84 SCREEN: OFF/ 1 /2/3 VOLUME: OFF/ LOW / HIGH 98 NORMAL /BROWN/ BLUE/BLACK 102 8 OFF/ LOW /HIGH 92 FILE NAME RESET /AUTO 104 PW ON SETUP COLOR SETUP Blz. ESP/ 5 PIXEL MAPPING 111 s 109 X 86 VIDEO OUT∗ 63 K HQ /SQ 28 F –2.
Overzicht van de menu’s EDIT SOFT FOCUS SOFT FOCUS / CANCEL 67 FISHEYE FISHEYE /CANCEL 69 BLACK & WHITE BLACK & WHITE / CANCEL 71 SEPIA SEPIA /CANCEL 73 Q 640 × 480 /320 × 240/ CANCEL 75 ALL ERASE YES/ NO 80 FORMAT YES/ NO 107 ALL RESET OFF/ ON CARD W∗ SCREEN: OFF/ 1 /2/3 VOLUME: OFF/ LOW / HIGH 98 SCREEN SETUP OK /CANCEL 100 COLOR NORMAL /BROWN/ BLUE/BLACK 102 VOLUME OFF/ LOW /HIGH 96 8 OFF/ LOW /HIGH 92 PW ON SETUP SETUP 6 Appendix s 109 X 86 VIDEO OUT∗ NTSC
Overzicht van de menu’s Het functiemenu Weergeven (Video-opnamen) Hoofdmenu MODE MENU Tab Functie PLAY 0 OFF /ON 77 EDIT INDEX INDEX /CANCEL 61 ALL ERASE YES/ NO 80 FORMAT YES/ NO 107 ALL RESET OFF/ ON Instelling CARD W∗ Blz.
Instellingen van de diverse fotofuncties Afhankelijk van de ingestelde fotofunctie zijn bepaalde instellingen niet beschikbaar. Voor details raadpleegt u onderstaande tabel.
Instellingen van de diverse fotofuncties Fotofunctie H U S y N *1 – – – – *1 – – *2 – – – – – – – – – *1 Voor de beeldkwaliteit SQ2 kunnen alleen de resoluties [1280 × 960], [1024 × 768] en [640 × 480] worden ingesteld.
Technische gegevens Soort camera : Digitale camera voor het fotograferen en weergeven van beelden Opslagsysteem Stilstaande beelden Compatibel met de normen : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File system (DCF)) : Exif 2.2, Digital Print Order Format (DPOF) en PRINT Image Matching II, PictBridge Geluid met stilstaande : Bestandstype Wave (Wav.
Technische gegevens Sluitertijd : 1/2 s – 1/1000 s (in de stand Nachtscene: 4 s) Scherpstelbereik : Normal: 0,5 m – ) (oneindig), Macro: 0,2 m – ) (oneindig) Supermacro: 0,08 m – 0,5 m Monitor : 45 mm (1,8 inch) TFT LCD-kleurenmonitor; 134.000 pixels Oplaadtijd flitser : Circa 5 s (Bij gebruik van een volledig opgeladen nieuwe batterij. De oplaadtijd wordt vastgesteld bij normale temperatuur en na het ontsteken van de flitser met volle lichtopbrengst.
Technische gegevens van de accessoires xD-Picture Card Type Geheugentype Opslagcapaciteit Nominale voedingsspanning Omgevingstemperatuur : : : : : xD-Picture Card voor digitale camera’s NAND flash EEPROM geheugen 16 MB 3 V (3,3 V) Tijdens bedrijf: 0 °C tot 55 °C Tijdens opslag: – 20°C tot 65 °C : Minder dan 95 % (tijdens bedrijf en opslag) Relatieve omgevingsvochtigheid Afmetingen : Circa 20,0 mm × 25,0 mm × 1,7 mm.
Index A Aantal beelden dat kan worden opgeslagen ....................... 25 AF mode ................................. 12 AF-teken ................................. 10 Akoestisch signaal/ Waarschuwingssignaal 8 .92 ALL RESET ............................ 88 Alle beelden reserveren U .. 116 Alle beelden wissen R ......... 80 AUTO (witbalans) ................... 30 Autoflitsen ............................... 23 AV-kabeltje ............................. 63 B C Cameraschakelaar ...............
Index H Heldere hemel 5 .................. 30 Helderheid van de monitor s ......................................... 109 Hoofdmenu ............................... 4 HQ .................................... 25, 28 I iESP ........................................ 12 INDEX ..................................... 61 Indexbeeld G .................. 50, 51 Indicatie-LED ........................ 177 Indicator batterijlading .. 173, 178 Informatieweergave INFO ......
Index Resolutie wijzigen Q ............ 75 S Scherm indeling .................... 100 Scherpstelafstand ....... 20, 37, 38 SEPIA ..................................... 73 SHQ ........................................ 25 single-frame shooting o ....... 40 Sluitergeluid ............................ 94 SOFT FOCUS ........................ 67 SPOT (AF) .............................. 12 Spot (n) ............................... 35 SQ .......................................... 28 SQ1 ................................
http://www.olympus.com/ Shinjuku Monolith, 3-1 Nishi-Shinjuku 2-chome, Shinjuku-ku, Tokyo, Japan Two Corporate Center Drive, PO Box 9058, Melville, NY 11747-9058, U.S.A. Tel. 631-844-5000 Technical Support (USA) 24/7 online automated help: http://www.olympusamerica.com/support Phone customer support: Tel. 1-888-553-4448 (Toll-free) Our phone customer support is available from 8 am to 10 pm (Monday to Friday) ET E-Mail: distec@olympus.com Olympus software updates can be obtained at: http://www.olympus.