Operation Manual
Storingen opheffen
80 NL
( Weergeven van opgenomen beelden
De groene en oranje LED's naast de zoeker knipperen tegelijkertijd.
De batterij is leeg. Zet nieuwe batterijen in of laad de batterijen op.
–
* Condens: Als het buiten koud is, koelt waterdamp in de lucht snel af en verandert in druppeltjes water.
Condens treedt op als de camera ineens van een koude plaats in een warme ruimte wordt gebracht.
Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.
De foto's in het interne geheugen kunnen niet weergegeven worden.
Er zit een kaartje in
de camera.
Als er een kaartje in de camera zit, kunnen
uitsluitend foto's op het kaartje worden
weergegeven. Verwijder het kaartje.
Blz. 15
Het beeld is onscherp.
Het gefotografeerde object
kon niet automatisch
scherpgesteld worden.
Gebruik het scherpstelgeheugen om op het object
scherp te stellen.
Blz. 11
De camera werd bewogen
toen de ontspanknop
werd ingedrukt.
Houd de camera op de juiste wijze vast en druk de
ontspanknop rustig in.
Bij langere sluitertijden wordt de camera vaak
bewogen. Fotografeert u ‘s nachts of bij weinig licht
zonder flitser [$] dan moet u een statief gebruiken
of de camera stevig vastzetten.
–
Het onderwerp is donker. Zet [AF ILLUMINATOR] op [ON].
Blz. 29
De lens is vuil. Maak de lens schoon. Verwijder stof met een in de
handel verkrijgbaar blaaskwastje en door licht
wrijven met een lensreinigingsdoekje. Laat u de
camera met een vuile lens liggen, dan kan
schimmelvorming op de lens optreden.
Blz. 82
Het beeld is te helder.
Als flitserfunctie is [#]
ingesteld.
Kies een andere flitserfunctie dan [#].
Blz. 20
Het midden van het beeld is
te donker.
Als het midden van het object te donker is, wordt het
beeld erom heen te helder afgebeeld. Corrigeer de
belichting in negatieve [–] zin.
Blz. 31
De [ISO] staat ingesteld op
hoge waarde.
Stel [ISO] in op [AUTO] of op een lage gevoeligheid,
bijv. [64].
Blz. 31
In de stand A (M) staat het
diafragma te ver open (te
kleine diafragmawaarde).
Kies een hogere diafragmawaarde of zet de camera
in de stand P.
Blz. 25
In de stand S (M) is een te
lange sluitertijd ingesteld.
Kies een kortere sluitertijd of zet de camera
in de stand P.
Blz. 25
Het beeld is te donker.
U heeft uw vingers voor de
flitser gehouden.
Houd de camera op de juiste wijze vast, zodat u niet
uw vingers voor de flitser houdt.
–
Het onderwerp stond buiten
het effectieve flitsbereik.
Let bij het fotograferen vooral op het
effectieve flitsbereik.
Blz. 20
De flitserfunctie is ingesteld
op [$].
Selecteer een andere flitserfunctie dan [$].
Blz. 20
Het object was te klein en
stond in tegenlicht.
Stel de flitser in op [#] of zet [ESP / n] op [n].
Blz. 20, 29
Mogelijke oorzaak Oplossing Zie blz.
10
Appendix
SP-310_NL.fm Seite 80 Freitag, 14. Oktober 2005 7:57 07