Operation Manual

10 NL
Knopfuncties
Knopfuncties
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in de standen Fotograferen en bij motiefprogramma's“ (blz. 72)
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale
diafragmawaarde en sluitertijd in.
1 o
-knop
De camera aan en uit zetten
Power aan: Stand Fotograferen
Monitor gaat aan
Lens wordt uitgeschoven
Voordat u de camera in stand Fotograferen inschakelt,
het lenskapje verwijderen.
Stand Weergeven
Monitor gaat aan
2
Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
h
Fotograferen met volautomatische instellingen
P
De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
Stand Weergeven
Stand Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Zelfontspanner
Stand macro /
Stand supermacro