Operation Manual

16
NL
Knopfuncties
Knopfuncties
Stel de functieknop in op de gewenste stand Fotograferen of Weergeven.
Afhankelijk van de stand van de functieknop kunnen sommige functies niet worden ingesteld.
g
“Beschikbare functies in standen Fotograferen“ (Blz. 78)
De camera bepaalt de optimale instellingen voor de lichtomstandigheden automatisch.
De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals WB en ISO-gevoeligheid kunt u niet wijzigen.
De camera stelt aan de hand van de helderheid van het object automatisch de optimale diafragmawaarde en
sluitertijd in.
De instellingen in het [CAMERA MENU] zoals WB en ISO-gevoeligheid kunt u wijzigen.
1
Cameraschakelaar
De camera aan en uit zetten
Power aan: Stand Fotograferen
Monitor gaat aan
Lens wordt uitgeschoven
Stand Weergeven
Monitor gaat aan
2
Functieknop
Omschakelen tussen de standen Fotograferen en Weergeven
h
Fotograferen met volautomatische instellingen
P
De optimale diafragmawaarde en sluitertijd instellen
Stand
Weergeven
Stand Fotograferen
Stand Fotograferen
Flitserfunctie
Drive-functie
Stand Macro /
Stand Supermacro
Zelfontspanner
c
d
e
fg
78
125
36
4
9
a
b
Het resterende aantal
stilstaande beelden wordt
weergegeven.
h0
j
i
k