Operation Manual
10
NL
Basisfuncties gebruiken
Foto’s maken (
P
-stand)
1
Druk op de knop n om de camera in te schakelen.
Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
2
Stel de functieknop in op P.
In de stand P past de camera
automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan op basis van de
helderheid van het onderwerp.
3
Kadreer de opname.
• Zorg ervoor dat u de flitser, de
microfoon of andere belangrijke
delen niet afdekt met uw vingers
enz. wanneer u de camera
vasthoudt.
4
Druk de ontspanknop half
in om scherp te stellen.
Als de scherpstelindicator
knippert, is het onderwerp niet
scherpgesteld. Stel opnieuw
scherp.
• De aanduidingen voor de
sluitertijd en het diafragma
knipperen om aan te geven
dat de camera geen optimale
belichting kan bereiken.
Half
indrukken
125
01:02:0301:02:03
10231023
P
125 F5.6
±
0.0
±
0.0
L
N
F
FHD
30p
30p
ISO-A
200
S-IS
ON
S-IS
ON
Sluitertijd Diafragma-
waarde
Scherpstelindicator
5
Om de foto te maken drukt
u de ontspanknop voorzichtig
volledig in zonder de camera
te bewegen.
Half
indrukken
Helemaal
indrukken