Operation Manual

31
NL
#
SLOW
TRAAG
Trage sluitertijden worden gebruikt om een
slecht verlichte achtergrond op te lichten.
Handmatig
Stel het flitservermogen handmatig in. Als
u “Handmatig“ markeert en op de knop
INFO drukt, voordat u op
A
drukt, kunt u
het flitsvermogen instellen met
FGHI
(pendelknop) of met de subregelaar.
#
RC
Afstandsbedie-
ning
De speciale onderwaterflitser of de draadloze
Olympus RC-flitser wordt gebruikt om foto's
te maken. Voor meer informatie raadpleegt
u “Fotograferen met het draadloze Olympus
RC-flitssysteem“ (Blz. 110).
q
LED aan
De LED schakelt in wanneer een foto wordt
genomen. Dit is handig om close-upfoto's
te nemen.
• In [
], na de inleidende flitsen, duurt het ongeveer 1 seconde voordat de
sluiter ontspant. Beweeg de camera niet zolang de opname niet is voltooid.
• [
] werkt mogelijk niet effectief onder bepaalde opname-omstandigheden.
De sluitertijd wordt langer in [#SLOW]. Gebruik een statief en zet de
camera vast.
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de
opnamemodus en de camera-instellingen.
Belichtingscorrectie
Compenseert de helderheid (juiste belichting) aangepast door de camera.
1
Draai de subregelaar of druk op de knop F en gebruik HI
(pendelknop).
Afhankelijk van de opnamemodus en de camera-instellingen is het
wellicht niet mogelijk om de belichtingscorrectie aan te passen met de
subregelaar.
Kies positieve (“+“) waarden om beelden helderder te maken en
negatieve (“–“) waarden om beelden donkerder te maken.
Negatief (–) Geen compensatie (0) Positief (+)