Operation Manual

65
NL
65
NL
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 54).
7 Selecteer een sectie om te bewerken met HI of met de subregelaar.
8 Selecteer [Ja] en druk op de knop A.
De beelden in het bereik tussen het eerste of het laatste beeld en het
geselecteerde beeld worden verwijderd.
Bewerken is beschikbaar voor films die met deze camera zijn opgenomen.
Beeldoverlay
1 Selecteer [Beeldoverlay] met FG en druk op de knop A.
2 Selecteer het aantal beelden dat in de overlay moet worden gebruikt en druk
op de knop A.
3 Selecteer de RAW-beelden die in de overlay moeten worden gebruikt met
FGHI (Blz. 12).
Het overlay-beeld wordt weergegeven als het aantal beelden is
geselecteerd dat in stap 2 is opgegeven.
4 Pas de versterking aan voor elk beeld dat in de overlay wordt gebruikt.
Selecteer een beeld met HI en gebruik FG om de versterking aan te
passen.
De versterking kan worden aangepast tussen 0,1 - 2,0. Controleer de
resultaten op de monitor.
5 Druk op de knop A om het bevestigingsdialoogvenster weer te geven.
Selecteer [Ja] en druk op de knop A.
Het beeld wordt opgeslagen met de beeldkwaliteit die ingesteld is op het
ogenblik waarop het beeld wordt opgeslagen. (Als [RAW] geselecteerd is,
wordt de kopie opgeslagen in het formaat [YN+RAW].)
Een afdrukbestelling aanmaken q [Afdruk besteld]
Kies de afdrukopties (aantal afdrukken en datumafdruk) voor de beelden op
de geheugenkaart. g “Afdrukreservering (DPOF)“ (Blz. 90)
De bescherming van alle beelden verwijderen
q [Bescherming resetten]
Submenu 2 Toepassing
Ja
De bescherming van alle beelden op de huidige geheugenkaart
verwijderen.
Nee Sluiten zonder de bescherming te verwijderen.