User manual
11
NL
Basisfuncties gebruiken
Foto’s maken (
P
stand)
1
Druk op de knop n om de camera in te schakelen.
Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld.
2
Stel de functieknop in op P.
In de stand P past de camera
automatisch de sluitertijd en het
diafragma aan op basis van de
helderheid van het onderwerp.
3
Kadreer de opname.
• Zorg ervoor dat u de flitser, de
microfoon of andere belangrijke
delen niet afdekt met uw vingers
enz. wanneer u de camera
vasthoudt.
4
Druk de ontspanknop half
in om scherp te stellen.
De camera kan niet scherpstellen
als het autofocusteken rood
knippert. Probeer opnieuw scherp
te stellen.
• De waarden voor de sluitertijd
en het diafragma worden
in rood weergegeven als
de camera geen optimale
belichting kan verkrijgen.
Half
indrukken
PP
F6.9F6.91/4001/400
Sluitertijd Dia-
fragma-
waarde
Autofocusveld
5
Om de foto te maken drukt u
de ontspanknop voorzichtig
volledig in zonder de camera te
bewegen.
Half
indrukken
Helemaal
indrukken