User manual
27
NL
k (Microscoopstand)
Beelden kunnen tot op een afstand van 1 cm van het onderwerp worden
gemaakt. In deze stand kunt u fotograferen met een grote scherptediepte
en focusreeksen maken van een ingestelde reeks foto's.
1
Draai de functieknop naar k.
2
Gebruik HI (pendelknop) om een submodus te selecteren en
druk daarna op de knop A.
Submodus Toepassing
m
Microscoop
Beelden kunnen tot op een afstand van 1 cm van het
onderwerp worden gemaakt.
o
Focusstape-
ling*
1
De camera maakt een reeks foto's, waarbij voor elke opname
de scherpstelling automatisch verschuift. Deze kunnen
vervolgens worden gecombineerd tot een samengestelde
foto met een grote scherptediepte. Twee beelden worden
vastgelegd, het eerste frame en de samengestelde
afbeelding.
p
Focus-BKT
In deze stand maakt de camera een reeks foto's waarbij de
scherpte voor elke foto automatisch wordt verplaatst. Het
aantal foto's en opnamestappen is ingesteld in [Focus BKT
instellingen] (Blz. 72).
n
Microscoop-
bediening
Verandert het vergrotingsniveau van het onderwerp op
de monitor. Het vergrotingsniveau als de opname-afstand
1 cm is, wordt weergegeven op de monitor. Druk op
I
(pendelknop) om het vergrotingsniveau te wijzigen.*
2
Bij een
hoog vergrotingsniveau kan het beeld korrelig worden.
*1 Onder bepaalde omstandigheden is het niet mogelijk om een samengesteld
beeld te maken, omdat de camera trilt.
*2 Uitsluitend beschikbaar als de fotomodus [Vivid], [Natural] of [Muted] is.
3
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
• U kunt met een vaste scherpstelstand fotograferen. gAFL (Blz. 38)
• In de “AF-modus“ (Blz. 50) zijn alleen [Spot] en [Veld] beschikbaar.
• U kunt [#SLOW] in de flitsstand kiezen voor fotograferen.
g “Flits“ (Blz. 34)