User manual

38
NL
AFL (Scherpstelvergrendeling)
U kunt de scherpstelpositie vergrendelen.
1
Druk de ontspanknop half in om scherp
te stellen.
2
Terwijl u de camera stil houdt, drukt u
op de knop A.
De camera wordt scherpgesteld en de
positie wordt vergrendeld. Druk in de modus
k (Microscoop) en de modi []], [\], [
w
], en [_
]
of ^ op de knop A
zonder de ontspanknop in te drukken om scherp te stellen en de positie te
vergrendelen.
Maak de kleine aanpassing vooruit/achteruit met de vergrendelde
scherpstelling met de FG (pendelknop).
De scherpstelvergrendeling kan ook worden geannuleerd door op de knop
A te drukken, door in te zoomen, door op de knop te drukken en door nog
andere handelingen.
Druk, met de modus O ingesteld op [# Live Composiet] (Blz. 31),
de ontspanknop half in en druk vervolgens op de knop A als de
AF-doelmarkering rood knippert. De camera is ingesteld op eindeloze focus.
AFL is niet beschikbaar in de modus A en sommige modi O.
Veld
U kunt handmatig de positie van de AF-doelmarkering selecteren.
Selecteer vooraf [Veld] in de [AF-modus] (Blz. 50) in het fotografeermenu.
1
Houd de knop A ingedrukt.
2
Gebruik FGHI (pendelknop) om de positie van de
AF-doelmarkering te selecteren en druk op de knop A.
Door de knop A ingedrukt te houden voordat de positie is ingesteld, keert
de scherpstelmarkering terug naar het midden.
Door de knop A ingedrukt te houden na het instellen van de positie, keert
u terug naar het keuzescherm.
Teken AF-vergrendeling
44
N
ORM
0:340:34
4:3
16
M
0.00,0
0.00,0
FocusFocus