User manual
68
NL
68
NL
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48).
Functies speciaal instellen voor ruwe omstandigheden
d [Tough-functies]
De huidige hoogte/waterdiepte (atmosferische/hydraulische druk)
weergeven (Manometer)
• De waarden kunnen een foutmarge hebben, die afhankelijk is van de
meteorologische omstandigheden. Gebruik de waarden enkel als referentie.
Submenu 1 Submenu 2 Submenu 3 Toepassing
Tough-
functies
Manometer
Uit Annuleert de manometerweergave.
Aan
Toont de huidige hoogte/waterdiepte
(atmosferische/hydraulische druk) in
het scherm voor de stand Standby
fotograferen. (–20 m tot 5.000 m)
Kalibreren Ga naar het instelscherm. Zie hierna.
• In de stand [Aan] verschijnt een opgelet-melding als een waterdiepte van 12
m wordt bereikt, gevolgd door een waarschuwing wanneer de waterdiepte
meer dan 15 m bedraagt.
De weergave van de hoogte/waterdiepte bijregelen
1 Gebruik FG (pendelknop) om [Kalibreren] te
selecteren en druk op de knop A.
2 Gebruik FG (pendelknop) om de huidige hoogte/
waterdiepte te selecteren en druk op de knop A
om in te stellen.
MENU
1200m1200m
Kalibreren
Terug
Selecteer de eenheden voor hoogte, diepte, enz. (m/ft)
Submenu 1 Submenu 2 Submenu 3 Toepassing
Tough-
functies
m/ft
m Weergave in meter.
ft Weergave in voet.