DIGITALE CAMERA TG-4 Instructiehandleiding Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Lees voordat u uw nieuwe camera gaat gebruiken deze handleiding aandachtig door om u van optimale prestaties en van een lange gebruiksduur van de camera te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats zodat u hem ook later nog eens kunt raadplegen. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
Het uitpakken van de doos Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht. Digitale camera Camerariem Lithium-ionbatterij (LI-92B) OLYMPUS Setupcd-rom of USB-netspanningsadapter (F-2AC) USB-kabel (CB-USB8) Andere niet afgebeelde accessoires: Garantiekaart De inhoud kan variëren naar plaats van aankoop.
Namen van onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 a b c d e f g Connectorkap Vergrendeling connectorkap Vergrendelknop Luidspreker Oogje voor de riem Lens Zelfontspanner-LED/LEDverlichting/ AF-verlichting Flitser Stereomicrofoon GPS-antenne n-knop Indicatorlampje Ontspanknop Zoomhendel Monitor INFO (informatiedisplay)-knop Knop R (film) h i j k l m n o p q r s t u Functieknop q (weergave)-knop A-knop /Wi-Fi-knop Multiconnector HDMI-microconnector Statiefaansluiting Klepje van het batterij-/ kaartcompartiment Gr
Voorbereidingen voor het fotograferen De batterij en het kaartje plaatsen en verwijderen 1 Voer de stappen 1, 2 en 3 uit om het klepje van het batterij-/kaartcompartiment te openen. • Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/ kaartcompartiment opent.
2 Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij te plaatsen. • Plaats de batterij zoals aangegeven, zodat de C-markering naar het vergrendelknopje van de batterij gericht is. • Als u de batterij verkeerd om plaatst, kan de camera niet worden ingeschakeld. Plaats de batterij in de juiste richting. • Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij te ontgrendelen, en haal de batterij eruit.
3 Steek het kaartje recht in de kaartsleuf totdat het op zijn plaats vastklikt. • Raak de metalen onderdelen van het kaartje nooit rechtstreeks aan. • Gebruik altijd de kaartjes die voor deze camera zijn gespecificeerd. Plaats geen andere soorten geheugenkaartjes in het toestel.
De batterij opladen 1 Controleer of de batterij in de camera zit en sluit de USB-kabel en de USB-lichtnetadapter aan. • Bij levering is de batterij niet volledig geladen. Voor u de camera gebruikt, dient u de batterij op te laden tot het indicatorlampje uitgaat (maximaal 5 uur).
• Als het indicatielampje niet oplicht, sluit dan de USB-kabel en de USBlichtnetadapter opnieuw aan op de camera. • Als op de monitor aan de achterzijde “Geen verbinding” wordt weergegeven, ontkoppel de USB-kabel dan en stel [Opslag] onder [USB-verbinding] (Blz. 64) in voordat de kabel opnieuw gekoppeld wordt. Wanneer moeten de batterijen worden opgeladen Laad de batterij op als de foutmelding verschijnt die hier rechts getoond wordt.
De camera inschakelen en voor het eerst instellen Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt er een scherm waarin u de taal voor de menu's en berichten op de monitor kunt instellen, alsook de datum en de tijd. Om de geselecteerde datum en tijd te wijzigen, verwijzen we naar “De datum en tijd instellen d [X]“ (Blz. 66). 1 Druk op de knop n om de camera in te schakelen, druk vervolgens op FGHI op de pendelknop om uw taal te selecteren en druk op de knop A.
5 Gebruik HI (pendelknop) om de tijdzone te selecteren en druk vervolgens op de knop A. • Gebruik FG (pendelknop) om de zomertijd ([Zomer]) in of uit te schakelen. 10 NL ’15.02.
Basisfuncties gebruiken Foto’s maken (P stand) 1 Druk op de knop n om de camera in te schakelen. 2 Stel de functieknop in op P. 3 Kadreer de opname. 4 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Wanneer de camera is ingeschakeld, wordt de monitor ingeschakeld. In de stand P past de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma aan op basis van de helderheid van het onderwerp. • Zorg ervoor dat u de flitser, de microfoon of andere belangrijke delen niet afdekt met uw vingers enz.
Foto's bekijken (Beelden weergeven) Schakel de camera in. Druk op de knop q. • Uw meest recente foto wordt weergegeven. • Druk op HI (pendelknop) om een beeld te kiezen. Geeft het vorige beeld weer Geeft het volgende beeld weer 4/30 ’15/02/26 12:30 Afbeelding q-knop Pendelknop Indexweergave • In enkelbeeldweergave draait u de zoomknop naar W voor indexweergave. • Gebruik FGHI (pendelknop) om de cursor te verplaatsen. • Draai de zoomknop naar T of druk op de A-knop voor enkelbeeldweergave.
Films opnemen 1 Druk op de R (film)-knop om de opname te starten. • De film wordt opgenomen in de ingestelde opnamestand. Merk op dat de opnamestandeffecten mogelijk niet gerealiseerd worden in bepaalde Brandt opnamestanden. rood tijdens • Er wordt ook geluid opgenomen. opname • Bij gebruik van een camera met een CMOS-beeldsensor kunnen bewegende beelden vervormd worden weergegeven door het rollende sluitereffect.
Filmweergave Selecteer een film in de weergavestand en druk op de A-knop. 4/30 Film-Weergave OK 0:12/00:34 ’15/02/26 12:30 Film Tijdens afspelen Druk op de knop A om de weergave te pauzeren. Weergave pauzeren en Tijdens pauze, snel vooruit of snel achteruit opnieuw starten weergeven drukt u op de knop A om de weergave opnieuw te starten. Snel vooruit Achteruit gaan Druk op I (pendelknop) om snel vooruit te gaan. Druk nogmaals op I (pendelknop) om de snelheid te verhogen.
Afspelen van film stoppen Druk op de knop . • Om films weer te geven op de computer, wordt de meegeleverde pc-software aanbevolen. Wanneer de pc-software voor het eerst wordt gebruikt, sluit u de camera aan op de computer, waarna u de software start. Beelden wissen tijdens afspelen 1 Geef het beeld weer dat u wilt wissen en druk op . • Om een video te wissen, selecteert u de te wissen video en drukt u op .
Panoramabeelden en gegroepeerde beelden weergeven Panoramabeelden weergeven U kunt de weergave verschuiven van panoramabeelden die werden samengevoegd met [Auto] of [Handmatig]. 1 Selecteer een panoramabeeld tijdens de weergave. 2 Druk op de knop A. 4/30 Opnieuw afspelen OK ’15/02/26 12:30 De weergave van panoramabeelden regelen Weergave stoppen: druk op de knop . Pauze: druk op de knop A.
Gegroepeerde beelden weergeven Met repeterende opnamen (j/c/d) (Blz. 36) en [p Focus-BKT] (Blz. 27) in de modus k (microscoop), worden de gemaakte beelden tijdens de weergave als groep weergegeven. T-kant A-knop 4/30 Klapt uit. • Uitklappen om de frames van een groep weer te geven in indexweergave. • Als u beelden uit de gegroepeerde Uitbreid. T beelden wilt verwijderen, kunt u de Play OK ’15/02/26 12:30 groep uitklappen en de beelden Beeld van na elkaar individueel verwijderen.
Monitorweergave Weergave fotografeerscherm 1 2 3 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 4 5 6 SCN 0.0 0,0 0,0 0.0 WB AUTO ISO AUTO 880hPa 1200m 16M z 4 NORM Datum n 4:3 G 0:00:34 7 8 9 10 11 12 13 14 24 2322 21 2019 18 17 1615 1/100 F6.9 37 36 35 Wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt Een histogram lezen Als de piek het beeld te veel vult, is het beeld vooral zwart. Als de piek het beeld te veel vult, is het beeld vooral wit.
Nummer Naam Normaal Gedetailleerd Geen info.
29 Atmosferische/hydraulische druk – R – 30 Hoogte / waterdiepte – R – 31 Beeldstabilisatie – R – 32 Wereldklok – R – 33 Autofocusteken R R R 34 Rastergids – R – 35 Diafragmawaarde R R R 36 Sluitertijd R R R 37 Waarschuwing cameratrilling R R R Scherm Weergavestand • Normaal 2345 6 RAW 7 8 9 10 4/30 ’15/02/26 12:30 Afbeelding 20 NL 27 26
• Gedetailleerd 1 2 3 45 6 12 8 9 10 7 10 RAW 11 4/30 880hPa 1200m P 1/1000 F3.9 NORM ISO 100 2,0 WB AUTO 4608 3456 100-0004 ’15/02/26 12:30 13 14 15 16 17 18 19 880hPa 1200m P 1/1000 F3.
Overschakelen tussen weergaven • Geen informatie 27 Nummer Naam De weergaven veranderen in de volgorde Normaal → Gedetailleerd → Geen info telkens wanneer de knop INFO wordt ingedrukt. Normaal Gedetailleerd Geen info.
21 Belichtingscorrectie – R – 22 Beeldeffect – R – 23 Witbalans – R – 24 Beeldgrootte (afbeeldingen) – R – 25 Bestandsnaam – R – 26 Opnamedatum en -tijd R R – 27 Gegroepeerde beelden R R R NL 23
Fotograferen met basisfuncties De fotografeerstanden gebruiken De fotografeerstand selecteren Draai de functieknop om de fotografeerstand in te stellen op de indicatie. • Selecteer de substand nadat je ^, O of k hebt gekozen. Lijst van fotografeerstanden • De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in . Opnamemodus Submodus A (stand iAUTO) – Blz. 25 P (stand Programma) – Blz. 11 A (stand A) – Blz. 25 C1 (Aangepaste modus 1) – C2 (Aangepaste modus 2) – Blz. 25 Blz.
• “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 113), “Lijst van ^-instellingen“ (Blz. 114), “Lijst van O-instellingen“ (Blz. 115) • In bepaalde opnamestanden kan het enkele ogenblikken duren om het beeld te verwerken nadat een foto werd gemaakt. A (stand iAUTO) Een volautomatische stand waarbij de camera automatisch de instellingen optimaliseert voor de huidige scène. De camera doet al het werk, wat handig is voor beginners. 1 2 Draai de functieknop naar A.
^ (Onderwatermodus) Onderwater fotograferen met een correcte instelling is alleen mogelijk wanneer u een submodus selecteert afhankelijk van het onderwerp of het motief. Submodus ] Z Snapshot Toepassing Geschikt voor het maken van foto's van portretten aan zee en zwembaden. \ Z Wide1 Geschikt voor onderwateropnames. [ Z Wide2 Geschikt voor onderwateropnames. De scherpstelafstand is vastgezet op ongeveer 5 m. w Z Macro Geschikt voor close-ups onder water.
k (Microscoopstand) Beelden kunnen tot op een afstand van 1 cm van het onderwerp worden gemaakt. In deze stand kunt u fotograferen met een grote scherptediepte en focusreeksen maken van een ingestelde reeks foto's. 1 2 Draai de functieknop naar k. Gebruik HI (pendelknop) om een submodus te selecteren en druk daarna op de knop A. Submodus Toepassing Beelden kunnen tot op een afstand van 1 cm van het m Microscoop onderwerp worden gemaakt.
O (Sceneprogramma) Fotograferen met een correcte instelling is alleen mogelijk wanneer u een submodus selecteert afhankelijk van het onderwerp of het motief. Submodus Toepassing B Portret Geschikt voor portretfotografie. e e-Portret Maakt de tint en de textuur van de huid effen. Deze stand is geschikt om beelden te bekijken op een HDtelevisie. F Landschap Geschikt voor landschapsfotografie.
Submodus Toepassing s Sneeuw Geschikt voor sneeuwscènes. In deze modus kunt u fotograferen met tikbediening (Blz. 69). s Panorama U kunt meerdere beelden opnemen, die u dan combineert tot één beeld met een brede weergavehoek (panoramabeeld). E Backlight HDR Geschikt voor contrasterende scènes. Bij deze stand worden meerdere beelden vastgelegd en tot één correct belicht beeld samengevoegd. 1 2 Draai de functieknop naar O.
3 Selecteer [Intervalinstellingen] met FG (pendelknop) en druk op A. Druk vervolgens op FG (pendelknop) om een item te selecteren en druk op A. Instellingenmenu 3 Terug MENU Intervalinstellingen Terug MENU GPS-instellingen Wi-Fi-instellingen Intervalinstellingen Focus BKT-instelling Certificatie 4 A Frame Start wachttijd Intervaltijd 'Time Lapse'-film 99 0:05:00 0:00:30 Uit Gebruik FG (pendelknop) om een optie te markeren en druk op A om te selecteren.
Om intervalopnames te annuleren Druk op de knop . # Live Composiet 1 Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. • De camera kan niet scherpstellen als het autofocusteken rood knippert. Knippert het autofocusteken, druk de ontspanknop dan half in en druk vervolgens de knop A in zonder de ontspanknop los te laten. De camera stelt scherp op oneindig. 2 Om de foto te maken, drukt u de ontspanknop voorzichtig volledig in zonder de camera te bewegen.
Foto's maken met [Auto] 1 Druk op de ontspanknop om het eerste beeld te maken. 2 Verplaats de camera lichtjes in de s SCN richting van het tweede beeld. AUTO 3 Verplaats de camera langzaam Focusteken zodat de aanwijzer en het focusteken over elkaar liggen. Aanwijzer De camera ontspant de sluiter Annuleren MENU Opslaan OK automatisch wanneer de aanwijzer Scherm wanneer en het focusteken over elkaar beelden van links liggen.
3 Kadreer de volgende opname zo dat de rand van het eerste beeld, dat vaag op het scherm wordt weergegeven, het onderwerp van het tweede beeld overlapt, en druk op de ontspanknop. 4 Herhaal stap 3 tot u het gewenste aantal beelden hebt genomen en druk op de knop A of als u klaar bent. • U kunt panoramabeelden maken voor maximaal 10 beelden. • De beelden worden door de pc-software gecombineerd tot één enkel panoramabeeld. • Voor informatie over de installatie van de pc-software raadpleegt u Blz. 95.
Opname-opties gebruiken (ingesteld via sneltoets) Veelgebruikte functies zijn toegewezen aan IFG (pendelknop). Door op de knop te drukken kunt u de toegewezen functie direct selecteren. Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden. g “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 113) Flits U kunt een flitser gebruiken bij het fotograferen. 1 2 Druk op de knop # voor weergave-opties. Selecteer met HI (pendelknop) een flitsmodus en druk op A.
• Het kan voorkomen dat [!] (Flitsen met onderdrukken van rode ogen) onder bepaalde omstandigheden bij het fotograferen niet goed werkt. • De sluitertijd wordt langer in [#SLOW]. Gebruik een statief en zet de camera vast. • Als [Externe flitser] (Blz. 52) is ingesteld op [Uit], kunt u [#RC] en [#SLV] niet selecteren. • Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden. Belichtingscorrectie Compenseert de helderheid (juiste belichting) aangepast door de camera.
Enkel/Repeterend 1 2 Druk op de knop jY om het snelmenu weer te geven. Selecteer een optie met HI (pendelknop) en druk op A. o Enkelbeeldopnamen Telkens als u de ontspanknop indrukt, maakt de camera één foto (in de stand Fotograferen). j Repeterend * De beelden worden opeenvolgend gedurende 100 frames genomen tegen een snelheid van ongeveer 5 frame per seconde (fps), terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt blijft.
Zelfontspanner Stelt de tijd in die verloopt vanaf het indrukken van de ontspanknop tot de foto is genomen. 1 2 Druk op de knop jY om het snelmenu weer te geven. Selecteer [Y12], [Y2] of [YC] met HI (pendelknop) en druk op de knop A. Y12 Zelfontspanner 12 SEC. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en helemaal om de timer te starten. De zelfontspannerLED brandt eerst ongeveer 10 seconden continu, knippert dan gedurende ongeveer 2 seconden en vervolgens wordt de foto gemaakt.
AFL (Scherpstelvergrendeling) U kunt de scherpstelpositie vergrendelen. 1 Teken AF-vergrendeling Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. 2 0,0 0.0 0.0 0,0 Terwijl u de camera stil houdt, drukt u op de knop A. Focus 16M 4:3 0:34 4N De camera wordt scherpgesteld en de positie wordt vergrendeld. Druk in de modus k (Microscoop) en de modi []], [\], [w], en [_] of ^ op de knop A zonder de ontspanknop in te drukken om scherp te stellen en de positie te vergrendelen.
AF-tracking De camera volgt automatisch de bewegingen van het onderwerp zodat er voortdurend op wordt scherpgesteld. Selecteer vooraf [AF Tracking] in de [AF-modus] (Blz. 50) in het fotografeermenu. 1 Beweeg de camera tot het autofocusteken op het onderwerp is gericht en druk op de knop A. 2 Wanneer de camera het onderwerp herkent, volgt het autofocusteken de bewegingen van het onderwerp automatisch zodat er voortdurend op wordt scherpgesteld. • Om de volgfunctie te annuleren, drukt u op de knop A.
Opname-opties gebruiken (ingesteld via functiemenu) Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden. g “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 113) Functiemenu P 0,0 0,0 WB AUTO ISO AUTO 16M 4:3 MENU 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Setup-menu (Blz. 47) Functiemenu 1 2 3 4 5 Fotomodus .........................Blz. 41 Flitser ..................................Blz. 42 Flitscompensatie .................Blz. 42 Belichtingscorrectie.............Blz. 42 Witbalans ............
• De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in Fotomodus . Stelt de bewerkingsopties in. h Vivid Voor levendige kleuren. i Natural Voor natuurlijke kleuren. j Muted Voor afgevlakte tinten. 8 Visoog Creëert een vervormingseffect zoals bij het fotograferen met een visooglens. 7 Glinstering Creëert een sprankelend licht zoals bij het fotograferen met een kruisfilter. 6 Reflectie Creëert een beeld met een weerspiegelingseffect.
Flits Stelt de werking van de flitser in. _ Auto flits Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. ! Rode ogen Inleidende flitsen worden gebruikt om rode ogen in uw foto's te voorkomen. # Invulflits De flitser ontsteekt altijd, ongeacht het beschikbare licht. $ Flits uit De flitser ontsteekt niet. Afstandsbediening De speciale onderwaterflitser of de draadloze Olympus RC-flitser wordt gebruikt om foto's te maken.
Witbalans Stelt een aangepast kleurenschema in voor het licht van de te fotograferen scène. e WB Auto De camera stelt de witbalans automatisch in. f Zonlicht Geschikt voor buitenopnamen bij heldere lucht. g Bewolkt Geschikt voor buitenopnamen bij bewolkte lucht. h Gloeilamp Geschikt om te fotograferen bij gloeilamplicht. Tl Geschikt voor fotograferen bij wit TL-licht. Z Onderwater Geschikt voor onderwateropnames.
Stelt de repeterende fotografiefunctie in en de tijd die verloopt vanaf het indrukken van de sluiterknop tot de foto is genomen. o/Y o Enkel Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, wordt één beeld gemaakt. j Repeterend De beelden worden opeenvolgend gedurende 100 frames genomen tegen een snelheid van ongeveer 5 frame per seconde (fps), terwijl de ontspanknop volledig ingedrukt blijft.
Beeldgrootte (afbeeldingen) Stelt het aantal opnamepixels in. ! 4608×3456 (RAW+JPEG)*3, 4 Slaat per opname een JPEG-bestand en een RAW*2-bestand met [] op. 4608×3456 Geschikt voor het printen van foto's groter dan A3-formaat. 4 3200×2400 Geschikt voor het printen van foto's tot A3-formaat. 3 1920×1440 Geschikt voor het printen van foto's tot A4-formaat. 7 640×480 Geschikt voor het gebruik van foto's in e-mails. Stelt de beeldverhouding horizontaal/verticaal van de beelden in.
Witbalans met één knop opslaan Selecteer [ One Touch 1] of [ One Touch 2], richt de camera naar een stuk wit papier of een ander wit voorwerp en druk op de knop . • De camera ontspant de sluiter en de witbalans wordt geregistreerd. Indien de witbalans eerder al werd geregistreerd, worden de geregistreerde gegevens bijgewerkt. • De geregistreerde witbalansgegevens worden niet gewist door de camera uit te zetten. • Voer deze procedure uit bij het licht waarmee de foto's effectief zullen worden gemaakt.
De functies van het setup-menu gebruiken Setup-menu Terug MENU Cameramenu 1 1 2 3 4 5 6 7 Wi-Fi starten Resetten Compressie Schad.Aanp AF-modus ESP/ Digitale zoom Normaal Auto Gezicht/iESP ESP Uit 1 Cameramenu 1 z 2 Cameramenu 2 z Blz. 49 Wi-Fi starten/Wi-Fi beëindigen (Blz. 74) Terugstellen Compressie Schad.Aanp AF-modus ESP/n Digitale zoom 4 Weergavemenu q 5 Instellingenmenu 1 d Blz. 52 Beeldstabilisator (afbeeldingen) Accessoires AF hulpverl. Opn.
Het setup-menu gebruiken Druk tijdens fotograferen of weergave op de knop om het setup-menu weer te geven. Via het setup-menu krijgt u toegang tot een hele reeks camera-instellingen, zoals fotografeer- en weergavefuncties, tijd- en datuminstellingen, en weergaveopties. Sommige items zijn niet beschikbaar in sommige fotografeerstanden. g “Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand“ (Blz. 113) 1 2 Druk op de knop . Wi-Fi starten Resetten Compressie Schad.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). • De standaardinstellingen van de functie zijn aangegeven in . z Cameramenu 1 De standaardinstellingen van de fotografeerfuncties herstellen z [Terugstellen] Submenu 2 Toepassing Ja Herstelt de volgende menufuncties naar de standaardinstellingen.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Het onderwerp in tegenlicht ophelderen z [Schad.Aanp] Submenu 2 Toepassing Auto Wordt automatisch ingesteld op Aan wanneer er een compatibele opnamestand geselecteerd is. Uit Het effect wordt niet toegepast. Aan Fotograferen met automatische correctie om een donker geworden gedeelte op te lichten. • Wanneer [ESP/n] is ingesteld op [n], wordt [Schad.Aanp] automatisch vastgezet op [Uit].
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). De methode selecteren om de helderheid te meten z [ESP/n] Submenu 2 Toepassing ESP Hiermee krijgt u een evenwichtige helderheid over het volledige scherm (meet de helderheid in het midden en in de omliggende zones van het scherm afzonderlijk). 5 (spot) Fotografeert het onderwerp in het midden bij tegenlicht (meet de helderheid in het midden van het scherm).
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). z Cameramenu 2 De bewegingsonscherpte ten gevolge van cameratrillingen tijdens het fotograferen retoucheren z [Beeldstab.] Submenu 2 Toepassing Uit De beeldstabilisator is uitgeschakeld. Dit is aan te bevelen wanneer u fotografeert terwijl de camera vastgezet is op een statief of op een ander stabiel oppervlak. Aan De beeldstabilisator is geactiveerd. • In de camera kan een geluid te horen zijn bij het verminderen van cameratrillingen.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). De AF-hulpverlichting gebruiken voor het opnemen van een donker onderwerp z [AF hulpverl.] Submenu 2 Toepassing Uit De AF-hulpverlichting wordt niet gebruikt. Aan Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt de AFhulpverlichting ingeschakeld om beter te kunnen scherpstellen. AF-hulpverlichting Het beeld direct na het fotograferen bekijken z [Opn.beeld] Submenu 2 Uit Toepassing Het beeld dat wordt opgeslagen, wordt niet weergegeven.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Automatisch beelden die met de camera in verticale positie werden gemaakt, draaien tijdens de weergave z [Beeldrichting] • Tijdens het fotograferen wordt de instelling [y] (Blz. 60) in het weergavemenu q automatisch ingesteld. • Deze functie werkt eventueel niet goed als de camera tijdens het fotograferen omhoog of omlaag wordt gericht.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Grotere beelden opnemen dan bij gebruik van de optische zoom met gering verlies van beeldkwaliteit z [Super-res. zoom] Submenu 2 Toepassing Uit Superresolutiezoom uitschakelen. Aan Superresolutiezoom inschakelen. • [Super-res. zoom] is alleen beschikbaar wanneer [Beeldgrootte] is ingesteld op []. • Deze instelling is niet beschikbaar als de schijfinstellingen [c] en [d] zijn.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). A Filmmenu De resolutie voor videobeelden selecteren A [Image Size] Submenu 2 1080p 720p VGA (640×480) HS 120fps*1 (640×480) HS 240fps*1 (320×240) * Toepassing Selecteer de beeldkwaliteit op basis van de resolutie en de beeldherhalingsfactor. 1HS: snel bewegende objecten filmen voor vertraagde weergave. Deze instelling is uitsluitend beschikbaar als de Fotomodus [Vivid], [Natural] of [Muted] is.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Windruis verminderen in het opgenomen geluid wanneer film wordt opgenomen A [Windruisinstelling] Submenu 2 Toepassing Uit Ruisonderdrukking deactiveren. Aan Ruisonderdrukking activeren. Het microfoonvolume aanpassen A [Volumeniveau] Submenu 2 Toepassing Normaal Stel het microfoonniveau in op Normal voor algemeen gebruik. Low Stel het microfoonniveau in op Low om geen klikkend geluid te horen wanneer het microfoonniveau te hoog is.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Afbeeldingen bewerken q [Bewerk.] Submenu 1 Submenu 2 Bewerken (afbeeldingen) Q Blz. 58 P Blz. 59 R Blz. 59 Schad.Aanp Blz. 59 Rode ogen Blz. 60 y Blz. 60 e-Portret Blz. 61 De beeldgrootte wijzigen q [Q] Hiermee kunt u een beeld van hoge resolutie opslaan als een nieuw beeld met een lagere resolutie, zodat u het kunt gebruiken in e-mailbijlagen en andere toepassingen. Submenu 1 Bewerk.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Het beeld bijsnijden q [P] Submenu 1 Submenu 2 P Bewerk. 1 Gebruik HI (pendelknop) om een beeld te selecteren, en druk op de knop A. 2 Gebruik de zoomknop om de grootte van het uitsnijkader te bepalen en gebruik FGHI (pendelknop) om het kader te verplaatsen. 3 Druk op de knop A nadat u het bij te snijden gedeelte heeft geselecteerd. • Het bewerkte beeld wordt opgeslagen als een nieuw beeld.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Gedeelten oplichten die te donker zijn wegens tegenlicht of een andere reden q [Schad.Aanp] Submenu 1 Bewerk. Submenu 2 Schad.Aanp 1 Gebruik HI (pendelknop) om een beeld te selecteren, en druk op de knop A. • Het bewerkte beeld wordt opgeslagen als een nieuw beeld. • Afhankelijk van de foto is het mogelijk dat het bewerken niet efficiënt verloopt. • Het retoucheren kan de beeldresolutie verlagen.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Huidtint effenen q [e-Portret] Submenu 1 Bewerk. Submenu 2 e-Portret 1 Gebruik HI (pendelknop) om een beeld te selecteren, en druk op de knop A. • Sommige beelden kunnen niet aangepast worden, bijvoorbeeld wanneer gezichten niet gedetecteerd kunnen worden. • Het bewerkte beeld wordt opgeslagen als een nieuw beeld. Beelden wissen q [Wissen] Submenu 2 Alles wissen Toepassing Alle beelden in het interne geheugen of op het kaartje worden gewist.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). • De beelden met het R-teken worden gewist. Alle beelden wissen [Alles wissen] 1 Gebruik FG (pendelknop) om [Alles wissen] te selecteren en druk op de knop A. 2 Gebruik FG (pendelknop) om [Ja] te selecteren en druk op de knop A. Beelden beveiligen q [R] • Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met [Wissen] (Blz. 15, 61), [Kies Foto] , [Groep wissen] of [Alles wissen] (Blz.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). d Instellingenmenu 1 Gegevens volledig wissen d [Geheugen formatteren]/ d [Formatteren] • Voor het formatteren gaat u na of er geen belangrijke gegevens in het interne geheugen of op het kaartje staan. • Kaartjes moeten met deze camera worden geformatteerd voor ze voor het eerst worden gebruikt, of nadat ze met een andere camera of computer werden gebruikt. • Vergeet niet het kaartje te verwijderen voor u het interne geheugen formatteert.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). • Op plaatsen zoals in een vliegtuig, waar Eye-Fi-communicatie verboden is, dient u het Eye-Fi-kaartje uit de camera te verwijderen of [Eye-Fi] in te stellen op [Uit]. • Deze camera ondersteunt de stand Eindeloos van het Eye-Fi-kaartje niet. Aangepaste instellingen bewaren d [Aangep. functie] Submenu 2 Submenu 3 Toepassing Aangepaste modus 1 Set Huidige instellingen opslaan. Terugstellen Terugkeren naar de standaardinstelling.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Het camerageluid en -volume selecteren d [Geluidsinstelling] Submenu 2 Submenu 3 Toepassing Geluidssignaal 1/2/3 Voor het selecteren van de camerageluiden (bedieningsgeluiden, sluitergeluid en waarschuwingsgeluid). Volume 0/1/2/3/4/5 Selecteert het bedieningsvolume voor de cameraknoppen. q Volume 0/1/2/3/4/5 Selecteert het weergavevolume voor beelden.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Beelden weergeven op een televisie d [TV-uit] Het videosignaal van uw televisie is afhankelijk van uw land of regio. Voor u camerabeelden op uw televisie bekijkt, dient u de video-uitgang te kiezen overeenkomstig het type videosignaal van uw televisie. Submenu 2 Submenu 3 NTSC PAL De camera aansluiten op een televisie in Europese landen, China, enz. 480p/576p 720p 1080i Stel het signaalformaat in dat voorrang moet krijgen.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). De eigen en alternatieve tijdzone kiezen d [Wereldklok] • U kunt geen tijdzone selecteren met [Wereldklok] als de klok van de camera voordien niet werd ingesteld met [X]. Submenu 2 Submenu 3 Toepassing x De tijd in de eigen tijdzone (de tijdzone geselecteerd voor x in submenu 2). z De tijd in de tijdzone van uw reisbestemming (de tijdzone die geselecteerd is voor z in submenu 2). x*1 — Selecteer de eigen tijdzone (x).
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Functies speciaal instellen voor ruwe omstandigheden d [Tough-functies] De huidige hoogte/waterdiepte (atmosferische/hydraulische druk) weergeven (Manometer) • De waarden kunnen een foutmarge hebben, die afhankelijk is van de meteorologische omstandigheden. Gebruik de waarden enkel als referentie. Submenu 1 Submenu 2 Submenu 3 Toughfuncties Manometer Toepassing Uit Annuleert de manometerweergave.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). De camera bedienen door te tikken op de behuizing (Tik-bediening) Submenu 1 Submenu 2 Submenu 3 Toughfuncties TikBediening Toepassing Uit [Tikbediening] is niet ingeschakeld. Aan [Tikbediening] is geactiveerd.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Bediening tijdens de weergavestand Wanneer u overschakelt naar de afspeelmodus door twee keer op de bovenkant van de camerabehuizing te tikken, kunnen onderstaande handelingen worden gebruikt. Volgend beeld weergeven: tik één keer op de rechterkant van de camera. Vorig beeld weergeven: tik één keer op de linkerkant van de camera. Door- en terugspoelen: kantel de camera naar rechts Tikken op de of naar links.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). De LED-verlichting gebruiken Houd de knop INFO ingedrukt tot de LEDverlichting oplicht. LED-verlichting • Wanneer u een handeling uitvoert met de LEDverlichting ingeschakeld, zal deze tot ongeveer 90 seconden blijven branden. (Tot 30 seconden als de camera uitgeschakeld is.) De LED-verlichting uitschakelen Houd de knop INFO ingedrukt tot de LED-verlichting uitschakelt.
Raadpleeg voor de bedieningsmethode (Blz. 48). Wi-Fi instellen d [Wi-Fi-instellingen] Submenu 2 Toepassing Verbindingsinstellingen Stel de aansluitingswijze in g “De camera verbinden met een smartphone“ (Blz. 73) Privé-wachtwoord Maak een wachtwoord. Terugstellen h Annuleer alle beelden die voor delen zijn geselecteerd. Wi-Fi-instellingen terugstellen Herstel de standaardinstellingen voor de Wi-Fi-instellingen. • Raadpleeg voor de bedieningsmethode “De verbindingsmethode wijzigen“ (Blz. 77).
De camera verbinden met een smartphone Door verbinding te maken met een smartphone via de draadloze LANfunctie van de camera en met de opgegeven app kunt u tijdens en na het fotograferen nog meer functies gebruiken. Wat u allemaal kunt doen met de opgegeven app OLYMPUS Image Share (OI.Share) • Foto's van de camera naar een smartphone overzetten U kunt foto's van de camera in een smartphone laden.
Verbinding maken met een smartphone 1 2 Start de OI.Share-app die op uw smartphone is geïnstalleerd. Selecteer [Wi-Fi starten] in het d Cameramenu 1 en druk op A. • [Wi-Fi starten] kan ook gestart worden door de knop ingedrukt te houden. 3 Volg de bedieningsaanwijzingen die op de monitor van de camera worden weergegeven om de Wi-Fi-verbinding voor te bereiden. 4 Gebruik een smartphone waarop OI.Share is geïnstalleerd om de QR-code te lezen die op de monitor van de camera wordt weergegeven.
Foto's overbrengen naar een smartphone U kunt foto's in de camera selecteren en ze op een smartphone laden. U kunt tevens de camera gebruiken om vooraf afbeeldingen te selecteren die u wilt delen. g[Deelorder] (Blz. 62) 1 2 Verbind de camera met een smartphone. (Blz. 74) 3 Selecteer de foto's die u wilt overzetten en tik op de knop Opslaan. Tik op de knop Beeld overdragen in OI.Share. • Alle foto's die in de camera opgeslagen zijn, worden in een lijst weergegeven.
Positiegegevens aan beelden toevoegen U kunt GPS-tags toevoegen aan foto's die genomen zijn terwijl de GPS-log werd vastgelegd door de GPS-log van de smartphone over te brengen naar de camera. Deze functie is alleen beschikbaar in [Privé]. 1 Start OI.Share voordat u begint met fotograferen en zet de schakelaar op de knop Locatie toevoegen aan om de GPS-log vast te leggen. • Voordat u begint met het vastleggen van de GPS-log, moet de camera eenmaal verbonden worden met OI.
De verbindingsmethode wijzigen U kunt de camera op twee manieren met een smartphone verbinden: met [Privé], waarmee u telkens dezelfde instellingen gebruikt, en met [Eenmalig], waarmee u telkens verschillende instellingen gebruikt. [Privé] wordt aanbevolen als u de camera met uw eigen smartphone wilt verbinden en [Eenmalig] als u beelden naar een andere smartphone wilt overbrengen. • De standaardinstelling is [Privé]. 1 Selecteer [Wi-Fi-instellingen] in het d instellingenmenu 3 en druk op A.
Een deelorder annuleren Annuleer deelorders die op foto's zijn ingesteld. 1 Selecteer [Wi-Fi-instellingen] in het d instellingenmenu 3 en druk op A. 2 3 Selecteer [Terugstellen h] en druk op I (pendelknop). Selecteer [Ja] en druk op A. De draadloze LAN-instellingen resetten Initialiseert inhoud van [Wi-Fi-instellingen]. 1 Selecteer [Wi-Fi-instellingen] in het d instellingenmenu 3 en druk op A. 2 Selecteer [Wi-Fi-instellingen terugstellen] en druk op I (pendelknop). 3 Selecteer [Ja] en druk op A.
GPS-functie gebruiken Gebruik de GPS-functie van de camera om de positiegegevens in de beelden vast te leggen of om het volgen van bewegingen op te nemen. • De lengte- en breedtegraad worden weergegeven op beelden waaraan positiegegevens zijn toegevoegd. • De camera is niet voorzien voor gps-navigatie. Voordat u de GPS-functie gebruikt, lees “GPS-functie, elektronisch kompas“ (Blz. 121).
Voordat u de GPS-functie gebruikt (A-GPS-gegevens) Afhankelijk van de status van de camera en de communicatie kan het even duren voordat de positie is bepaald. Als A-GPS wordt gebruikt, kan de tijd voor het bepalen van de positie worden verkort van een paar seconden tot enige tienden van seconden. U kunt de A-GPS-gegevens bijwerken met de smartphone-app “OLYMPUS Image Track“ (OL Track) of de pc-software “OLYMPUS A-GPS Utilitity“. • Zorg er voor dat de datum op de camera correct is ingesteld.
De GPS-functie gebruiken (GPS-instellingen) 1 Selecteer [GPS Setting] in het d instellingenmenu 3 (Blz. 71) en druk op A. 2 3 Selecteer [GPS] en druk op A. Selecteer [Aan] en druk op A. • Tijdens het meten knippert G. Na afloop van de positiemeting verschijnt G en worden de positiegegevens weergegeven. • Na afloop van de positiemeting worden positiegegevens toegevoegd aan de beelden op het tijdstip van fotograferen. P i 0,0 0.
Het elektronische kompas gebruiken (scherm informatie meetpositie) 1 Houd de knop INFO ingedrukt terwijl het opnamescherm weergegeven wordt. • Een scherm met meetinformatie verschijnt. Terug MENU LOG Latitude/Longitude N123°56' 78'' E123°56' 78'' 1 Barometer 880hPa Altitude/Water Depth 1200m 2015/02/26 2 12:30 Updated 1 min ago GPS bijwerken OK 3 4 5 6 7 8 Elektronisch kompas Updatestatus GPS-volgen actief Breedtegraad Lengtegraad Atmosferische/ hydraulische druk (Blz.
Een functie voor het ophalen van informatie gebruiken om het volgen van bewegingen weer te geven (Volgen) 1 Selecteer [GPS-instellingen] in het d instellingenmenu 3 (Blz. 71) en druk op A. 2 Selecteer [Volgen] en druk op A. • Dit kan niet worden geselecteerd als de camera geen kaart bevat. 3 Druk op de knop A om de opnamemethode voor de reeks met positiegegevens (logboekgegevens) vast te leggen. Submenu 2 Submenu 3 Toepassing Uit Niet registreren.
De camera op een ander apparaat aansluiten Camerabeelden weergeven op een televisie Gebruik de AV-kabel (afzonderlijk verkocht) om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven. U kunt beelden in HD weergeven op een HDtelevisie door deze aan te sluiten op de camera met de HDMI-kabel. Multiconnector AV-kabel (apart verkocht: CB-AVC3) (Aansluiten op de video-ingang (geel) en de audio-ingang (wit) van de televisie.) HDMI-kabel (Aansluiten op de HDMI-connector op de televisie.
• Als de camera met zowel een A/V- als HDMI-kabel is aangesloten, wordt voorrang gegeven aan HDMI. • Sluit de USB-kabel en de HDMI-kabel niet samen aan op de televisie. • Als de camera via een HDMI-kabel is aangesloten, kunt u het digitale videosignaaltype selecteren. Kies een formaat dat overeenkomt met het ingangsformaat dat op de televisie werd geselecteerd. 1080i Er wordt voorrang gegeven aan 1080i HDMI-uitvoer. 720p Er wordt voorrang gegeven aan 720p HDMI-uitvoer. 480p/576p 480p/576p HDMI-uitvoer.
Afbeeldingen afdrukken Direct afdrukken (PictBridge) Sluit u de camera met het USB-kabeltje aan op een voor PictBridge geschikte printer, dan kunt u de opgeslagen afbeeldingen rechtstreeks afdrukken. Voordat u verbinding maakt, moet u [Afdrukken] selecteren voor [USB-verbinding] (Blz. 64) in het instellingenmenu. De camera aansluiten Multiconnector Kleiner contact USB-poort USB-kabel • Gebruik een volledig opgeladen batterij als u afdrukken wenst te maken. • Films kunnen niet worden afgedrukt.
3 Druk op I (pendelknop). • Het instelmenu voor het selecteren van de afbeelding verschijnt als het afdrukken is voltooid. Om een andere afbeelding af te drukken, selecteert u met HI (pendelknop) de gewenste afbeelding en drukt u op A. • Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de afbeelding wordt weergegeven.
De eigenschappen van het printpapier instellen Deze instelling varieert afhankelijk van het type printer. Als alleen de STANDAARD-instelling van de printer beschikbaar is, kunt u de instelling niet wijzigen. Grootte Stelt het papierformaat in dat de printer ondersteunt. Zonder rand Selecteert of de afbeelding op een volledige pagina wordt afgedrukt of binnen een blanco kader. Foto/vel Selecteert het aantal afbeeldingen per blad. Dit verschijnt als u de functie [Multi-Afdruk] hebt geselecteerd.
Afdrukgegevens instellen Selecteer of u afdrukgegevens zoals de datum en het tijdstip of de bestandsnaam op de afbeelding wilt afdrukken. 3 <× Voor het instellen van het aantal afdrukken. Datum Drukt de datum en het tijdstip af die bij de afbeelding zijn opgeslagen. Bestandsnaam Drukt de bestandsnaam af die bij de afbeelding is opgeslagen. P Snijdt het beeld uit voor het afdrukken. Stel de grootte van de uitsnede in met de zoomknop (T/W) en de positie van de uitsnede met FGHI (pendelknop).
Afdrukreservering (DPOF) Bij afdrukreserveringen worden het aantal afdrukken en de instelling voor het afdrukken van de datum opgeslagen in de afbeelding op het kaartje. De afdrukken kunnen op die manier eenvoudig worden gemaakt op een printer of in een fotospeciaalzaak die DPOF ondersteunt, want de afdrukreserveringen op het kaartje kunnen zonder computer of camera worden gebruikt. • Afdrukreserveringen kunnen enkel worden ingesteld voor de afbeeldingen op het kaartje.
5 Gebruik FG (pendelknop) om de schermoptie [X] (datumafdruk) te selecteren en druk op de knop A. Submenu 2 Toepassing Nee Hiermee wordt enkel de afbeelding afgedrukt. Datum Hiermee wordt de afbeelding samen met de datum van fotograferen afgedrukt. Tijd Hiermee wordt de afbeelding samen met het tijdstip van fotograferen afgedrukt. • Bij het afdrukken van afbeeldingen kan de instelling niet tussen de afbeeldingen in worden gewijzigd.
Terugstellen van de afdrukreserveringsgegevens van geselecteerde afbeeldingen 1 2 Voer stap 1 en 2 uit bij [<] (Blz. 90). Gebruik FG (pendelknop) om [<] te selecteren en druk op de knop A. 3 Gebruik FG (pendelknop) om [Bewaren] te selecteren en druk op de knop A. 4 Gebruik HI (pendelknop) om de afbeelding te selecteren met de afdrukreservering die u wenst te annuleren. Gebruik FG (pendelknop) om het aantal afdrukken op “0“ te zetten.
De camera aansluiten op een computer De camera aansluiten Multiconnector Kleiner contact USB-kabel USB-poort Als niets wordt weergegeven op het scherm van de camera, zelfs nadat de camera met de computer werd verbonden, kan de batterij leeg zijn. Gebruik een volledig opgeladen batterij. Als de camera geen verbinding maakt met een pc, dient u de USB-kabel los te koppelen en de instelling van [USB Connection] (Blz. 64) te controleren; pas daarna mag u de pc opnieuw aansluiten.
Foto’s naar een computer kopiëren Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt afbeeldingen overbrengen naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de USB-verbinding: Windows Windows XP SP3 /Windows Vista SP2 / Windows 7 SP1 / Windows 8 / Windows 8.1 Macintosh Mac OS X v10.5-v10.9 Windows XP wordt niet langer ondersteund door Microsoft.
Software installeren Windows 1 Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station. Windows XP • Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster. Windows Vista / Windows 7 / Windows 8 / Windows 8.1 • Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op “OLYMPUS Setup“ om het “Setup“dialoogvenster weer te geven. Als het dialoogvenster “Setup“ niet wordt weergegeven, selecteert u “Mijn computer“ (Windows XP) of “Computer“ (Windows Vista/Windows 7) in het startmenu.
Macintosh 1 Plaats de meegeleverde cd in een cd-rom-station. 2 Installeer OLYMPUS Viewer 3. • De inhoud van de schijf moet automatisch worden weergegeven in de Finder. Als dit niet het geval is, dubbelklikt u op het cdpictogram op het bureaublad. • Dubbelklik op het pictogram “Setup“ om het dialoogvenster “Setup“ weer te geven. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Handige tips Als de camera niet werkt zoals verwacht of als er een foutmelding op het scherm verschijnt en u niet zeker weet wat u moet doen, raadpleegt u de volgende informatie om het probleem te verhelpen. Problemen oplossen Batterij De camera werkt niet, zelfs als de batterijen geplaatst zijn. • Plaats opgeladen batterijen in de juiste richting. g “De batterij en het kaartje plaatsen en verwijderen“ (Blz. 4) • De prestaties van de batterij kunnen tijdelijk lager liggen wegens de lage temperatuur.
Monitor Onduidelijk beeld. • Er kan zich condensatie gevormd hebben. Schakel de camera uit en wacht tot de camera zich aangepast heeft aan de omgevingstemperatuur en droog is voor u foto's neemt. Het licht wordt in de foto gevangen. • Als u een foto neemt in donkere situaties, kunnen er weerkaatsingen van de flitser zichtbaar zijn op het stof in de lucht. Functie Datum en tijd De instellingen voor datum en tijd keren terug naar de standaardinstelling.
Foutmelding • Als een van de volgende meldingen op de monitor verschijnt, probeert u de aangegeven oplossing uit. Foutmelding Kaartfout Schrijfbeveil. Geheugen vol Kaart vol Kaart-inst. Uitschakelen Formatteren Geheugen-inst. Uitschakelen Geheugen formatteren Geen foto Fotofout Oplossing Probleem met het kaartje Steek een nieuw kaartje in de camera. Probleem met het kaartje De schrijfbeveiliging van het kaartje staat op “LOCK“. Verschuif de schakelaar.
Foutmelding Oplossing Probleem met het geselecteerde beeld De afbeelding Gebruik retoucheringssoftware, enz., om het beeld op kan niet worden een computer te bewerken. bewerkt Batterij leeg Probleem met de batterij Laad de batterij op. Verbindingsprobleem Sluit de camera op de juiste wijze aan op de computer Geen verbinding of printer. Geen papier Geen inkt Vastgelopen Printerprobleem Leg papier in de printer. Printerprobleem Plaats een verse inktpatroon in de printer.
Fotografeertips Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt maken, raadpleegt u de volgende informatie. Scherpstellen Scherpstellen op het onderwerp. • Een foto maken van een onderwerp dat niet in het midden van de monitor staat. Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat zich op dezelfde afstand als het onderwerp bevindt, kadreert u de opname en maakt u de foto. De ontspanknop half indrukken g Blz. 11 • Zet [AF-modus] op [Gezicht/iESP]. g Blz. 50 • Een foto maken in de stand [AF-tracking].
Cameratrilling Foto's nemen zonder cameratrilling. • Foto's maken met [Beeldstab.]. g Blz. 52 De camera detecteert iedere beweging om de onscherpte te verminderen, zelfs als de ISO-gevoeligheid niet verhoogd werd. Deze functie is ook nuttig als foto's worden gemaakt met een hoge zoomvergroting. • Videobeelden maken met [Film met stab.]. g Blz. 56 • Selecteer [J Sport] in de sceneprogr. g Blz.
Kleurschakering Foto's maken met kleuren in dezelfde schakering als in de realiteit. • Foto's maken door witbalans te selecteren. g Blz. 43 In de meeste omgevingen kunt u normaal gesproken de beste resultaten verkrijgen in de instelling [WB Auto], maar voor sommige onderwerpen kunt u experimenteren met andere instellingen. (Dit geldt bijvoorbeeld voor een zonnescherm bij heldere hemel, gemengde natuurlijke en kunstmatige lichtinstellingen, enz.) Resolutie Scherpere foto's maken.
Informatie Reinigen en opbergen van de camera Onderhoud van de camera Camerahuis: • Wrijf voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een mild sopje en wringt u de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek.
Opslag • Indien de camera voor langere tijd opgeborgen wordt, haalt u de batterij, de lichtnetadapter en het kaartje uit de camera en bergt u de camera op in een koele, droge ruimte die goed geventileerd is. • Plaats de batterij van tijd tot tijd in de camera en controleer de functies van de camera. Laat de camera niet achter op plaatsen waar met chemicaliën wordt gewerkt, omdat dan corrosie kan ontstaan.
Eye-Fi-kaartje • Gebruik het Eye-Fi-kaartje in overeenstemming met de geldende wetgeving en regelgevingen van het land waar u de camera gebruikt. Verwijder het EyeFi-kaartje uit de camera of schakel de kaartfuncties uit in vliegtuigen en op andere locaties waar het gebruik ervan verboden is. • Tijdens het gebruik kan het Eye-Fi-kaartje heet worden. • Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, kan de batterij sneller leeglopen. • Wanneer een Eye-Fi-kaartje wordt gebruikt, werkt de camera mogelijk trager.
Aantal foto’s dat kan worden opgeslagen (afbeeldingen) / opnametijd (films) in het interne geheugen en op kaartjes De waarden voor het aantal stilstaande beelden die kunnen worden opgeslagen en voor de opnametijd gelden bij benadering. De effectieve capaciteit is afhankelijk van de opnameomstandigheden en van het gebruikte kaartje.
Het aantal foto's dat gemaakt kan worden, verhogen Wis ongewenste beelden of sluit de camera aan op een computer of een ander apparaat om de beelden op te slaan, en wis de beelden dan in het interne geheugen of op het kaartje. [Wissen] (Blz. 15, 61), [Kies Foto], [Alles wissen], [Groep wissen] (Blz. 61), [Geheugen formatteren]/[Formatteren] (Blz.
• Wanneer de flitser van de camera is ingesteld op [#RC], wordt de ingebouwde flitser gebruikt voor de communicatie met de draadloze flitser. In dat geval kan de ingebouwde flitser niet worden gebruikt om te fotograferen. • Om foto's te maken met een draadloze flitser, richt u de sensor voor de afstandsbediening van de speciale externe flitser richting camera, en richt u de flitser op het onderwerp.
Het LED-hulplicht bevestigen/verwijderen LEDhulplicht Verwijderingsrichting Merktekens voor bevestiging Bevestigingsrichting De voorzetlens/filter bevestigen/verwijderen Voorzetlens Voorzetadapter Verwijderingsrichting Bevestigingsrichting Filter ⌀40,5 Merktekens voor bevestiging • Om de lensring, de voorzetadapter of het LED-hulplicht op de camera te bevestigen, lijnt u de merktekens uit en schroeft u hem in de bevestigingsrichting tot hij vastklikt.
Belangrijke informatie over water- en schokbestendigheid Waterbestendigheid: De functie waterdicht garandeert*1 de werking van uw camera gedurende één uur tot op een diepte van 15 m. De functie waterdicht werkt mogelijk niet meer goed als de camera wordt onderworpen aan hevige schokken. Schokbestendigheid: De anti-schokfunctie garandeert*2 de werking van uw camera na toevallige schokken bij dagelijks gebruik van uw digitale camera.
Na gebruik: • Zorg ervoor dat u resterend water of vuil wegveegt na het gebruik van de camera onder water. • Nadat u de camera hebt gebruikt in zeewater, dient u deze gedurende ongeveer 10 minuten onder te dompelen in een emmer zoet water (met het klepje over het batterij/kaartvak en het connectorklepje goed gesloten, de vergrendeling op haar plaats en de lensring verwijderd). Droog daarna de camera op een plaats in de schaduw die goed geventileerd is.
Lijst van beschikbare instellingen in elke fotografeerstand Voor de beschikbare instellingen voor ^ en O verwijzen we naar “Lijst van ^-instellingen“ (Blz. 114) en “Lijst van O-instellingen“ (Blz. 115). Fotomodus Flits Flitscompensatie Belicht.Comp. Witbalans ISO o/Y Beeldgrootte (afbeeldingen) Ratio Wi-Fi starten/Wi-Fi beëindigen Terugstellen Compressie Schad.Aanp AF-modus ESP/n Digitale zoom Beeldstab. Accessoires AF hulpverl. Opn.Beeld Beeldrichting Datumstempel Super-res.
Lijst van ^-instellingen Fotomodus ] ― \ ― [ ― w ― _ ― ― Flits *1 *1 *1 *1 Flitscompensatie R R R R ― Belicht.Comp. Witbalans R *1 R *1 R *1 R *1 R *1 ISO ― ― ― ― ― o/Y *1 *1 *1 *1 *1 Beeldgrootte (afbeeldingen) R R R R *1 Ratio R R R R R Wi-Fi starten/Wi-Fi beëindigen R R R R R Terugstellen R R R R R Compressie R R R R R Schad.Aanp R *1 R *1 R ― R *1 ― ― ― ― ― ― Digitale zoom R R R R ― Beeldstab.
Lijst van O-instellingen Fotomodus B e F 1 # H G U C 2 3 ― ― ― R ― ― ― ― ― ― ― Flits *1 *1 Flitscompensatie ― ― ― R ― ― ― ― ― ― *1 *1 *1 *1 ― ― ― ― ― ― Belicht.Comp.
Fotomodus ` X _ ^ g s s E ― ― ― ― ― ― ― ― Flits ― ― *1 *1 *1 *1 ― ― Flitscompensatie ― ― ― ― ― ― ― ― Belicht.Comp. ― ― ― ― ― ― R ― Witbalans ― ― ― ― ― ISO ― ― ― ― ― ― R ― ― ― ― o/Y *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 *1 Beeldgrootte (afbeeldingen) R R R R R R *1 *1 Ratio R R R R R R ― R Wi-Fi starten/Wi-Fi beëindigen R R R R R R R R Terugstellen R R R R R R R R Compressie R R R R R R R R Schad.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK NIET OPENEN LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
Vreemde voorwerpen – Steek om persoonlijke letsel te voorkomen, nooit een metalen voorwerp in de camera. Hitte – Gebruik of berg de camera nooit op in de buurt van een warmtebron zoals een radiator, verwarmingsrooster, kachel of enig ander apparaat of toestel dat warmte ontwikkelt, met inbegrip van stereoversterkers.
• Als u vaststelt dat de USB-lichtnetadapter zeer heet is of als u een ongewone geur, geluid of rook vaststelt, haalt u de stekker onmiddellijk uit het stopcontact en stopt u onmiddellijk met het gebruik van de camera. Neem vervolgens contact op met een geautoriseerde verdeler of servicedienst. • Dek de flitser, op het moment dat die ontsteekt, niet af met uw hand. De omgang met batterijen • Houd batterijen altijd droog.
• Op natte plaatsen, zoals een badkamer of in de regen. Wanneer producten met weerbestendig ontwerp worden gebruikt, dient u ook de bijbehorende handleidingen te raadplegen. • Op plaatsen die blootstaan aan sterke trillingen. • Laat de camera nooit vallen en stel hem nooit bloot aan zware schokken of trillingen. • Wanneer u de camera bevestigt op of verwijdert van een statief, draait u aan de statiefschroef, niet aan de camera.
USB-lichtnetadapter • De meegeleverde USB-lichtnetadapter F-2AC mag enkel met deze camera worden gebruikt. Andere camera's kunnen niet worden geladen met deze USB-lichtnetadapter. • Sluit de meegeleverde USB-lichtnetadapter F-2AC niet aan op andere toestellen dan deze camera. • Voor een USB-lichtnetadapter met rechtstreekse stekker: de meegeleverde USB-lichtnetadapter F-2AC moet correct geplaatst zijn in verticale positie of op een vloersteun.
Wettelijke en andere bepalingen • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat, of van aanspraken van derden, die voortvloeien uit ondeskundig gebruik van dit apparaat. • Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg ten aanzien van mogelijke kosten of van winstverwachtingen door rechtmatig gebruik van dit apparaat die voortvloeien uit het verloren gaan van beeldgegevens.
FCC-voorschriften Wijzigingen of aanpassingen waarvoor de partij verantwoordelijk voor naleving niet uitdrukkelijk toestemming heeft verleend, kunnen het recht van de gebruiker om dit apparaat te bedienen ongeldig maken. Deze zender mag niet samen met een andere antenne of zender worden geïnstalleerd of bediend.
ZAKEN DIE NIET DOOR DEZE BEPERKTE GARANTIE WORDEN GEDEKT Volgende zaken worden niet door deze beperkte garantie of op enige andere manier door Olympus gedekt, expliciet, impliciet of statutair: (a) producten en accessoires die niet door Olympus werden geproduceerd en/of niet de “OLYMPUS“-merknaam dragen (de garantiedekking voor apparaten en accessoires van andere fabrikanten, die door Olympus kunnen worden verdeeld, valt onder de verantwoordelijkheid van de fabrikanten van deze producten en accessoires in o
Deze beperkte garantie is de volledige en exclusieve garantieverklaring waartoe Olympus zich verbindt met betrekking tot de producten en zal alle voorafgaande en gelijktijdige mondelinge of schriftelijke overeenkomsten, akkoorden, voorstellen en communicaties inzake dit onderwerp vervangen. Deze beperkte garantie geldt uitsluitend voor de oorspronkelijke klant en kan niet worden overgedragen of doorverwezen.
PRIVACY Elke door u geleverde informatie voor het verwerken van uw garantieaanspraak zal vertrouwelijk blijven en zal uitsluitend worden gebruikt en geopenbaard worden voor het doel van het verwerken en uitvoeren van garantiediensten. Voor klanten in Europa Het waarmerk “CE“ garandeert dat dit product voldoet aan de richtlijnen van de EU (Europese Unie) wat betreft veiligheid, gezondheid, milieubehoud en persoonlijke veiligheid van de gebruiker.
Waarborgbepalingen Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met de meegeleverde geschreven gebruiksaanwijzing, tijdens de geldende nationale garantieperiode en als het werd aangeschaft bij een geautoriseerde Olympus-dealer binnen het zakengebied van Olympus Europa SE & Co. KG zoals bepaald op de website: http://www.olympus-europa.com, wordt dit product gerepareerd of, naar Olympus' keuze, kosteloos vervangen.
Voor klanten in Azië Waarborgbepalingen 1 Indien dit product gebreken vertoont, hoewel het op de juiste wijze gebruikt wordt (in overeenstemming met de meegeleverde documentatie Voorzichtig gebruik en gebruiksaanwijzingen), wordt dit gedurende een periode tot één jaar na de datum van aankoop gerepareerd of, naar Olympus' keuze, kosteloos vervangen.
Voor klanten in Thailand Dit telecommunicatieapparaat voldoet aan de technische vereisten van de NTC. Voor klanten in Singapore Voldoet aan IDA Standards DB104634 Opmerkingen: 1 2 Merk op dat deze garantie een aanvulling vormt op en geen invloed heeft op de wettelijke rechten van de klant. Als u vragen heeft over deze garantie, dient u contact op te nemen met de geautoriseerde servicedienst van Olympus, zoals vermeld in de instructies.
Beperkte aansprakelijkheid Olympus geeft geen enkele garantie of waarborg, noch uitdrukkelijk noch stilzwijgend aanvaard, ten aanzien van of met betrekking tot de inhoud van dit geschreven materiaal of van de software en kan in geen enkel opzicht aansprakelijk worden gesteld voor enige stilzwijgende waarborg met betrekking tot de verkoopbaarheid of de geschiktheid voor enige specifiek doel of voor enige directe, indirecte, zwaarwegende, bijkomstige of andere schade (met inbegrip van en niet beperkt tot scha
Technische gegevens Camera Producttype : Digitale camera (voor het fotograferen en weergeven van beelden) Opslagsysteem Afbeeldingen : Digitaal opslagsysteem, JPEG (in overeenstemming met Design Rule for Camera File System (DCF)) Compatibel met de normen : Exif 2.3, Digital Print Order Format (DPOF), PRINT Image Matching III, PictBridge Geluid bij afbeeldingen : Wave-indeling Film : MOV H.
Waterbestendigheid Type : Overeenkomstig IEC-standaardpublicatie 529 IPX8 (onder OLYMPUS-testomstandigheden), bruikbaar in water van 15 m diep Betekenis : De camera kan normaal onder water worden gebruikt bij een specifieke waterdruk. Stofbestendigheid : IEC-standaardpublicatie 529 IP6X (onder OLYMPUStestomstandigheden) Wi-Fi-standaard : IEEE802.11b/g/n GPS Ontvangstfrequentie : 1575.42 MHz (GPS/ Quasi-Zenith Satellites System) 1598.0625 MHz tot 1605.
Lithium-ionbatterij (LI-92B) Producttype Modelnr. Nominale uitgangsspanning Standaardcapaciteit Levensduur van de batterij Gebruiksomgeving Temperatuur : Oplaadbare lithium-ionbatterij : LI-92B : DC 3,6 V : 1350 mAh : Circa 300 volledige ontlaad/oplaadcycli (afhankelijk van gebruik) : 0°C tot 40°C (tijdens laden) USB-netspanningsadapter (F-2AC) Modelnr.
uitgiftedatum 02-2015 http://www.olympus.com/ OLYMPUS EUROPA SE & CO. KG Vestiging: Consumer Product Division Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61 Afleveradres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland Europese Technische klantendienst: Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.