User manual
53
NL
Basisbewerkingen
5
Zoomkader-AF/zoom-AF
U kunt inzoomen op een deel van het beeld wanneer de scherpstelling wordt
aangepast. Door een hoge zoomverhouding te kiezen, kunt u de automatische
scherpstelling gebruiken om scherp te stellen op een kleiner gebied dan hetgeen
normaal door het AF-kader wordt aangegeven. U kunt het scherpsteldoel ook
nauwkeuriger positioneren.
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.00.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Opnamescherm
01:02:0301:02:03
3030
250250 F5.6
0.0
0.0
RR
Wi-Fi
L
N
S-IS AUTO
S-IS AUTO
ISO-A
200
FullHD
F
Off
Zoomkader-AF Zoom-AF
U
U
U
U
U
U
Q / U
(Ingedrukt houden)
1
Wijs [U] vooraf toe aan een van de knoppen via [Button Function] (Blz. 99).
• a kan ook worden ingesteld als een multifunctieknop.
2
Druk op de knop U om het zoomkader weer te geven.
• Wanneer de camera werd scherpgesteld met automatisch scherpstellen net
voor de knop werd ingedrukt, wordt het zoomkader weergegeven in de huidige
scherpstelpositie.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Druk op de knop INFO en gebruik FG om de zoomverhouding te selecteren.
Vergelijking tussen AF- en zoomkaders
14×
10×
7×
5×
3
Druk nogmaals op de knop U om in te zoomen op het zoomkader.
• Positioneer het zoomkader met FGHI.
• Draai aan de regelaar om de zoomverhouding te kiezen.
4
Druk de ontspanknop half in om de autofocus te starten.
• De camera stelt scherp met het onderwerp dat zich in het midden van het beeld
bevindt. Als u de scherpstelpositie wilt wijzigen, verplaatst u deze door het scherm
aan te raken.
$ Opmerkingen
• U kunt het zoomkader ook weergeven en verplaatsen met behulp van het aanraakscherm.
# Let op
• De zoom is alleen op de monitor zichtbaar en heeft geen invloed op de resulterende foto's.
• Wanneer u een Four Thirds-systeemlens gebruikt, werkt de AF niet tijdens de
zoomweergave.