User manual

86
NL
Menufuncties (Weergavemenu's)
7
JPEG Edit
Kies uit de volgende opties:
[Shadow Adj]: Maakt de schaduwpartijen lichter.
[Redeye Fix]: Voor het corrigeren van rode ogen op itsopnamen.
[P]: Gebruik de subregelaar om de grootte
van de uitsnede te kiezen en FGHI om
de uitsnede te positioneren.
O
Set
[Aspect]: Wijzigt de breedte-hoogteverhouding van beelden van
4:3 (standaard) naar [3:2], [16:9], [1:1] of [3:4]. Nadat u de breedte-
hoogteverhouding heeft gewijzigd, gebruikt u FGHI om de positie
van de uitsnede op te geven.
[Black & White]: Hiermee maakt u een beeld zwart/wit.
[Sepia]: Voor beelden in sepia-tinten.
[Saturation]: Voor het instellen van de kleurdiepte. De kleurverzadiging
aanpassen terwijl u de foto op het scherm bekijkt.
[Q]: Om de foto te converteren naar 1280 × 960, 640 × 480 of 320 × 240.
Beelden met een andere breedte-hoogteverhouding dan 4:3 (standaard)
worden geconverteerd naar de beeldbestandsgrootte die hierbij het dichtst
aanleunt.
[e-Portrait]: De huid ziet er zachter en glanzender uit.
Als gezichtsherkenning niet goed werkt, kunt u, afhankelijk van het beeld,
eventueel niet corrigeren.
5
Zodra de instellingen volledig zijn, drukt u op Q.
De instellingen worden toegepast op het beeld.
6
Selecteer [Yes] en druk op Q.
Het bewerkte beeld wordt opgeslagen op de kaart.
# Let op
Films en 3D-foto's kunnen niet worden bewerkt.
Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt.
In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken:
Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het
kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen
Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen
dan dat van de originele opname.
• [P] en [Aspect] kunt u enkel gebruiken om beelden met een breedte-hoogteverhouding
4:3 (standaard) te bewerken.
Wanneer [Picture Mode] is ingesteld op [ART], wordt [Color Space] vastgezet op [sRGB].