User manual

128
NL
8
Glossarium
Glossarium
Glossarium Beschrijving
Bemonsteringsfrequentie [Hz/kHz]
De frequentie waarop een analoog signaal wordt geanalyseerd om akoestische
zwakheden te bepalen. Hoe hoger de bemonsteringsfrequentie, hoe minder
verschil er wordt geproduceerd in vooruit/achteruitgeluiden.
Kwantisatiebits [bit depth][bit]
Het aantal kwantisatiebits bepaalt hoeveel gegevens nodig zijn om een
opname op te slaan wanneer analoge signalen (zoals spraak) worden
gedigitaliseerd.
Bitsnelheid [kbps]
De bitsnelheid geeft weer hoeveel gegevensbits per seconde worden
verzonden. Een bestand van 128 kbps, bijvoorbeeld, gebruikt 128 kbits per
seconde om gegevens te coderen. Hoe lager de geselecteerde bitsnelheid, hoe
slechter de kwaliteit en hoe kleiner de grootte van het uitgevoerde bestand.
De geluidskwaliteit hangt af van digitale algoritmen voor audiocompressie
(zoals MP3), zelfs als de bitsnelheden gelijk zijn. Zelfs als de bitsnelheden
gelijk zijn, varieert de geluidskwaliteit afhankelijk van digitale algoritmen voor
audiocompressie (zoals MP3).
Lineair PCM-formaat
Een lineair PCM-formaat wordt gebruikt zodat geen gegevens worden verloren
door compressie en het originele geluid intact blijft. Dit formaat wordt gebruikt
voor muziek-cd's (CD-DA).
MP3-indeling
Dit is een van de populairste digitale algoritmen voor audiocompressie. Het haalt
een compressiefactor van ongeveer twaalf en behoudt de geluidskwaliteit.
Geheugen (media)
Dit is een opslagsysteem dat de opgeslagen gegevens niet verliest, zelfs niet
wanneer de voeding wordt uitgeschakeld. In deze handleiding verwijst dit naar
het interne geheugen en de SD-kaart.
Codering
Codering is een proces waarbij de van een bron verkregen informatie wordt
geconverteerd naar gegevens in overeenstemming met bepaalde regels. Of het is
een proces waarbij gegevens van het ene naar het andere formaat wordt omgezet
(zoals audiocompressie) in overeenstemming met bepaalde regels.