User manual
61
NL
4
Een multi-trackproject aanmaken
Een multi-trackproject aanmaken
Controleer de track (weergave)
7
1
Druk op de PLAY-knop.
•
De diverse tracks die u onder het project hebt
opgenomen zullen samen worden afgespeeld.
•
U kunt de toonhoogte wijzigen door op de
p
/
q
-knop te drukken wanneer een track is
geselecteerd. Als u op de
p
-knop drukt, stijgt de
toonhoogte met een halve toon (#1–6); een druk
op de
q
-knop doet de toonhoogte een halve
toon zakken (
1–6). Stel de cursor in op de track die
u wilt afspelen en druk op de knop Fn (Key Shift);
u kunt nu de toon van de geselecteerde track
aanpassen. U kunt echter geen track selecteren
voor toonaanpassing wanneer weergave bezig is.
a
Huidige toonhoogte
•
Om naar een specifieke track te luisteren en de
andere te dempen, stelt u de cursor in op de track
die u wilt afspelen en druk u op de knop
Fn
(Solo).
Zorg ervoor dat u de functie [Solo] op voorhand aan
de
Fn
-knop hebt toegewezen (
☞
Blz. 106).
•
Om het bestand terug te spoelen houdt u de
0
-knop ingedrukt wanneer de recorder zich in
de stop- of weergavemodus bevindt.
•
Om het bestand vooruit te spoelen houdt u
de
9
-knop ingedrukt wanneer de recorder
zich in de stop- of weergavemodus bevindt.
a
Pas de track aan
1
Selecteer de aan te passen track met de
knop
+
/
−
.
2
Druk op de
9
-knop om de instelling te
kiezen die u wilt wijzigen.
•
Het bewerkingsscherm schakelt elke keer
u op de
9
-knop drukt. Om terug te
keren naar het vorige scherm, drukt u op de
0
-knop.
4
Dempen: Druk eenmaal op
9
.
U kunt dempen voor elke track instellen. Wijzig
de instelling voor dempen met de
+
/
−
-knop.
De dempingsfunctie kan worden toegewezen
aan de
Fn
-knop.
Vervolg op volgende pagina
8