Operation Manual
38 NL
.
•
Onder bepaalde omstandigheden is het moeilijk om scherp te stellen met autofocus. De groene
LED op de monitor brandt
, zodat u kunt controleren of de gemeten scherpstelling wordt
vastgehouden
.
In bovenstaande situaties stelt u scherp op een contrastrijk object op dezelfde afstand als het
gewenste onderwerp, kadert uw opname opnieuw af en maakt dan de opname. Indien het te
fotograferen onderwerp geen verticale lijnen heeft, draait u de camera verticaal en stelt u met
het scherpstelgeheugen scherp op het onderwerp door de ontspanknop half in te drukken.
Vervolgens draait u de camera – met de ontspanknop nog steeds half ingedrukt – weer
horizontaal en maakt u de opname.
Houd de camera op de juiste wijze vast en druk de ontspanknop rustig in.
Fotografeer met de functie
h
om onscherpe beelden te voorkomen.
De volgende factoren kunnen onscherpe beelden veroorzaken.
•
Fotografere
n met sterkere vergrotingen z
oals digitale zoom en optische zoom.
•
Fotograferen van een donker onderwerp met een lange sluitertijd.
•
Als u de SCN-functie selecteert, die een flitser niet kan gebruiken of de SCN (
R
)-functie met
een lange sluitertijd.
De flitser ontsteekt auto
matisch als er te weinig licht is. Als het onderwerp te ver weg is, heeft de
flitser geen effect.
Hier wordt beschreven hoe u in dergelijke situaties foto's dient te maken zonder
de flitser.
Zet de camera in de stand h
•
De gevoeligheid van de CCD wordt automatisch verhoogd, u kunt de camera vasthouden en
foto's mak
en bij weinig licht met d
e flitser uit.
g
“SCN (Scene) Fotograferen door een scène te selecteren afhankelijk van de situatie“
(blz. 15)
Digitaal zoomen om close-ups te maken
• Bij digitaal zoomen w
ordt een uitsnede van het foto gemaakt en vergroot. Hoe sterker de
vergrotin
g, hoe korreliger h
et beeld.
g
“Zoomknop Inzoomen tijdens het fotograferen / gezoomd weergeven“ (blz. 10)
Onderwerpen waarop de camera moeilijk kan scherpstellen
Foto's maken zonder bewegingsonscherpte
Foto's maken zonder flitser
De foto is korrelig
De groene LED knippert.
De camera kan niet goed
scherpstellen
op het onderwerp.
Onderwerp met
weinig contrast
Onderwerp met een
bijzonder helder
vlak in het midden
van het beeld
Onderwerp zonder
verticale lijnen
Onderwerpen op
verschillende
afstanden
Snel bewegende
onderwerpen
Het onderwerp
niet in het midden
van het beeld
De groene LED
brandt, maar
scherpstellen op het
onderwerp lukt niet.
5
Uw camera beter leren kennen