DIGITALE CAMERA XZ-10 Instructiehandleiding Bedankt voor uw aankoop van een Olympus digitale camera. Voordat u uw nieuwe camera in gebruik gaat nemen, leest u eerst deze instructies grondig door om optimaal van uw camera te kunnen genieten en een lange levensduur te verzekeren. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats, zodat u later nog iets kunt opzoeken. Voordat u belangrijke opnamen gaat maken, doet u er goed aan eerst enkele proefopnamen te maken teneinde u met de camera vertrouwd te maken.
1 Voorbereidingen voor het fotograferen Namen van onderdelen 1 Voorbereidingen voor het fotograferen ON/OFF-knop ...............................Blz. 7 Indicatorlampje ..............................Blz. 6 Ontspanknop ...........................Blz. 9, 37 Functieknop ...................................Blz. 8 Zoomknop ..........................Blz. 9, 10, 25 Zelfontspanner-LED/ AF-verlichting ...................Blz. 23/Blz. 51 7 Lens 8 Ingebouwde flitser........................Blz.
1 F (omhoog)/ F (Belichtingscorrectie)-knop (Blz. 21) Voorbereidingen voor het fotograferen 9 Knop I (rechts)/ #-knop (flitser) (Blz. 22) H (Links)/ P (AF-kader)-knop (Blz. 21) Q-knop (Blz. 11, 25, 31) Subregelaar* (j) (Blz. 10, 14 – 15, 25) • Draaien om een optie te kiezen. G (Omlaag)/ jY (Repeterende opnamen/Zelfontspanner) (Blz. 23)/ D (Wissen)-knop(Blz. 26) 1 Monitor (Aanraakscherm) .........Blz. 8, 12, 24, 29 2 q (weergave)-knop..............Blz. 10, 25 3 MENU-knop .............................
Het uitpakken van de doos Bij de camera worden de volgende onderdelen meegeleverd. Als er een onderdeel ontbreekt of beschadigd is, neemt u contact op met de dealer waarbij u de camera hebt gekocht. 1 Voorbereidingen voor het fotograferen Camerariem Styluspen Lithium-ionbatterij (LI-50B) Camera of • Cd-rom met computersoftware • Handleiding • Garantiekaart USB-kabeltje (CB-USB8) USB-lichtnetadapter (F-2AC) Camerariem bevestigen • Trek de camerariem zo strak dat deze niet los kan raken.
De batterij en het kaartje plaatsen en verwijderen 1 Voer de stappen 1 en 2 uit om het klepje van het batterij-/kaartcompartiment te openen. Klepje van het batterij-/ kaartcompartiment 2 • Schakel de camera uit voor u het klepje van het batterij-/kaartcompartiment opent. Vergrendelknop van het batterij-/kaartcompartiment 2 Schuif het vergrendelknopje voor de batterij in de richting van de pijl om de batterij te plaatsen.
De batterij opladen Sluit de USB-aansluitkabel en de USB-lichtnetadapter aan op de camera en laat de batterij opladen. • Bij levering is de batterij niet volledig geladen. Voor u de camera gebruikt, dient u de batterij op te laden tot het indicatorlampje uitgaat (maximaal 3 uur).
De camera inschakelen en voor het eerst instellen Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, verschijnt er een scherm waarin u de taal voor de menu's en berichten op de monitor kunt instellen, alsook de datum en de tijd. # Let op • Door de camera in te schakelen, gaat de flitser omhoog. Plaats uw vingers niet op de flitser. • Door [$] (Flitser uit) te selecteren, gaat de flitser niet omhoog.
Fotograferen Een fotografeerstand selecteren 1 Selecteer een fotografeerstand met behulp van de functieknop. Voorbereidingen voor het fotograferen P A S M C P SCN ART Foto's maken Probeer eerst foto's te maken in de stand Volautomatisch. Stel de functieknop in op A. Beschikbare opnametijd ISOgevoeligheid ISO-A 200 LN HD 125 F5.
2 Kadreer de opname. 3 Stel scherp. • Zorg ervoor dat u de flitser, de microfoon of andere belangrijke delen niet afdekt met uw vingers enz. wanneer u de camera vasthoudt. 1 Horizontale stand Verticale stand Autofocusveld Druk de ontspanknop half in. 125 F5.6 Sluitertijd Diafragmawaarde • De door de camera automatisch gekozen combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde verschijnt.
Foto's bekijken Druk op de knop q. • Uw meest recente foto wordt weergegeven. • Druk op HI of draai aan de subregelaar om een beeld te selecteren. 1 q-knop Pendelknop/subregelaar Voorbereidingen voor het fotograferen Geeft het vorige beeld weer Geeft het volgende beeld weer L N 100-0020 2013.02.26 12:30 SD 20 SD 21 Stilstaand beeld Indexweergave • In enkelbeeldweergave draait u de zoomknop naar W voor de indexweergave. 2013.02.
Films opnemen en bekijken Films opnemen 1 2 Stel de functieknop in op A. Druk op de knop R om de opname te starten. 1 3 Druk nogmaals op de knop R om de opname te stoppen. R 00:00:00 00:02:18 Weergegeven tijdens de opname Voorbereidingen voor het fotograferen R-knop Opnametijd Filmweergave Selecteer een film en druk op Q om het weergavemenu weer te geven. Selecteer [Movie Play] en druk op Q om het afspelen te starten. Movie Movie Play • Druk op MENU om het afspelen van de film te onderbreken.
2 Basisfotografie Basisopnamefuncties Fotograferen 1 2 3 4 56 7 2 w Basisfotografie v u t s r p o IS OFF j S-AF ISO +2.0 0 a b c d e f g h i j T IS OFF S-AF ISO 400 y 4:3 LN -3 +7 HD C 01:02:03 125 F5.6 +2.0 n 8 9 a b c d 400 P x W q 1 2 3 4 5 6 7 12 NL 89 0 R ND m l SD k 1023 e f g h 4” 8 60 250 2000 F1.8 2.8 4.0 5.6 8.0 P 125 F5.6 +2.0 z 01:02:03 SD 1023 j i Schrijfaanduiding .........................Blz. 73 ND-filterinstelling..........................Blz.
Het informatiedisplay omschakelen Druk op de knop INFO om de informatie te kiezen die tijdens het fotograferen wordt weergegeven. INFO ISO INFO 200 LN LN HD P INFO ISO 200 125 F5.6 0.0 HD 01:02:03 P 38 Informatiedisplay aan 125 F5.6 0.0 01:02:03 38 Histogramweergave Alleen beeld De fotografeerstanden gebruiken 2 Basisfotografie Histogramweergave Geeft een histogram weer waarop de verdeling van de helderheid in het beeld wordt getoond.
Het diafragma instellen (diafragmavoorkeuzestand A) In de stand A stelt u het diafragma in en past de camera automatisch de sluitertijd aan voor een optimale belichting. Draai de functieknop naar A. Lagere diafragmawaarde 2 F2.0 F5.6 F8.0 Basisfotografie • U kunt de diafragmawaarde instellen met de bedieningsring, de belichtingscorrectie met de subregelaar.
Waarschuwingsindicatie (knippert) 2000 F1.8 125 F8 Status Actie Kies in dit geval een langere sluitertijd. Het onderwerp is overbelicht. • Kies een snellere sluitertijd. • Als de waarschuwingsindicatie niet verdwijnt, is het lichtmeetbereik van de camera overschreden. Stel [ND Filter Setting] in op [On]. “Live control gebruiken“ (Blz. 31) Het diafragma en de sluitertijd instellen (handmatige stand M) In de stand M stelt u zowel het diafragma als de sluitertijd in.
Kunstfilters gebruiken 1 Draai de functieknop naar ART. ART 1 Pop Art 1 • Een menu met kunstfilters wordt weergegeven. Selecteer aan de hand van de getoonde voorbeelden een filter met FG en druk op Q. 7 Exit 2 Soorten kunstfilters Basisfotografie j k l m n o 2 Pop Art Soft Focus Pale&Light Color Light Tone Grainy Film Pin Hole s t u v Y Set Diorama Cross Process Gentle Sepia Dramatic Tone Key Line Maak een opname.
Opnemen met een motiefprogramma 1 Draai de functieknop naar SCN. SCN • Een motiefmenu wordt weergegeven. Selecteer aan de hand van de verklaringen en getoonde voorbeelden een motiefprogramma met FG en druk op Q. • Druk op Q of druk de ontspanknop half in om over te schakelen naar de liveweergave. Druk op Q om terug te keren naar het motiefmenu.
5 Maak de resterende foto's en zorg ervoor dat de hulplijnen telkens overlappen met de voorgaande foto. ISO 200 M 125 F5.6 38 [2] [3] Exit Exit • Een panorama kan tot 10 beelden bevatten. Na de tiende opname wordt een waarschuwingsteken (g) weergegeven. 2 Basisfotografie 6 Druk na de laatste opname op Q om de reeks te beëindigen. # Let op • Tijdens de panoramaopnamen wordt de opname die voor de positie-uitlijning werd gemaakt, niet weergegeven.
3 1 Selecteer gewenste items in het thema met FGHI en druk op I. Standard Set Exit [Pics/Sheet] [Type] 2 1 [Effect] [Effect] 3 4 [Type] [Pics/ Sheet] [Pics/Sheet] Huidig item 4 2 Basisfotografie Submenu's van [Type] [Effect] P4 Fun Frame P3 Zoom In/Out P2 Speed P1 Standard Tik op een kader in de stand-bystand om te fotograferen. • Om een ander beeld te fotograferen, tikt u op het gewenste kader. ISO ISO 400 ISO 400 125 F5.6 0.0 38 400 125 F5.6 0.0 38 125 F5.6 0.
Opnameopties gebruiken Livegidsen gebruiken 1 2 2 Stel de functieknop in op A. Gidsitem Nadat u op Q hebt gedrukt om de livegids weer te geven, gebruikt u de FG-knoppen op de pendelknop om een item te markeren en drukt u op Q om dit te selecteren. Change Color Saturation Basisfotografie Cancel 3 • Wanneer [Shooting Tips] geselecteerd is, markeert u een item en drukt u op Q om een beschrijving te bekijken. • Druk de ontspanknop half in of druk op Q om de instelling op te slaan.
De belichting regelen (belichtingscorrectie) Druk op de knop F (F) en draai de subregelaar om de belichtingscorrectie aan te passen. Kies positieve (“+“) waarden om beelden helderder te maken en negatieve (“–“) waarden om beelden donkerder te maken. U kunt de belichting stapsgewijs corrigeren binnen een bereik van ± 3 EV. 2 Geen compensatie (0) Basisfotografie Negatief (–) Positief (+) # Let op • Belichtingscorrectie is niet mogelijk in de stand A, M of SCN (tenzij gedeeltelijk).
Een flitser gebruiken (flitserfotografie) 1 2 Druk op de knop # (I) om de opties weer te geven. Selecteer met HI een flitserfunctie en druk op Q. • Wanneer de flitser met de hand omlaag wordt gebracht en gesloten, selecteert de camera [$] (Flitser uit). Wanneer de flitser wordt gebruikt, drukt u op de knop # (I) en wijzigt u de flitsstand. Autoflitsen Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de flitser automatisch. Flitsen met onderdrukken van rode ogen Met deze functie kunt u rode ogen vermijden.
Repeterende opnamen/de zelfontspanner gebruiken De camera maakt opeenvolgend foto's terwijl de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt. Daarnaast kan ook de zelfontspanner worden gebruikt voor zelf- of groepsportretten of om cameratrillingen te vermijden wanneer de camera op een statief is bevestigd of op een andere manier vast is gezet. 1 2 Druk op de jY-knop (G) om het directmenu weer te geven. Selecteer een optie met HI en druk op Q.
Basisweergavefuncties Monitorbeeld tijdens weergave Vereenvoudigde weergave 1 2 3 Volledige weergave 456 c d fg e ×10 2 ×10 125 P F5.6 +2.0 20mm Basisfotografie +1.0 WB AUTO A+4 ISO 400 G+4 iNatural 3968×2976 4:3 b L N 100-0015 2013.02.26 12:30 SD a 0 15 7 8 9 d e f g h i j k l m n o p q r l m L N 100-0015 4:3 2013.02.26 12:30 r 1 Batterijcontrole ...............................Blz. 6 2 Eye-Fi-upload klaar......................Blz. 54 3 Printreservering Aantal prints .......
Weergaveopties Druk op de knop q om foto's schermvullend weer te geven. Om de opnamestand te verlaten, drukt u de ontspanknop half in. Indexweergave W L N 100-0020 2013.02.26 12:30 SD T 20 2013.02.26 12:30 2 21 Indexweergave Basisfotografie Enkelbeeldweergave SD Weergavezoom (gezoomd weergeven) W L N 100-0020 2013.02.
Geselecteerde beelden wissen Druk op G (D), selecteer vervolgens [Yes] en druk daarna op Q om de geselecteerde beelden te wissen. 2 Basisfotografie Beelden beveiligen U kunt beelden beveiligen tegen toevallige verwijdering. Roep een beeld op dat u wilt beveiligen en druk op de knop Fn; het pictogram 0 (beveiligen) verschijnt op het beeld. Druk nogmaals op de knop Fn om de beveiliging te verwijderen. U kunt ook meerdere geselecteerde beelden beveiligen. Nadat u beelden in “Beelden selecteren“ (Blz.
Bewerkingen uitvoeren op een filmbeeld (Movie Play) Het afspelen pauzeren of hervatten. • Terwijl het afspelen gepauzeerd is, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren. Q HI of subregelaar Vorige/Volgende Druk op HI en houd ingedrukt om de bewerking voort te zetten. F Geef het eerste beeld weer. G Geef het laatste beeld weer. Een film doorspoelen of terugspoelen. F/G Het volume aanpassen.
Draaien Instellen of foto's al dan niet worden gedraaid. 1 2 3 Geef de foto weer en druk op Q. Selecteer [Rotate] en druk op Q. Druk op F om het beeld linksom te draaien, G om het beeld rechtsom te draaien; het beeld draait telkens wanneer u op de knop drukt. • Druk op Q om de instellingen op te slaan en af te sluiten. • Het gedraaide beeld wordt opgeslagen met de huidige oriëntatie. • Films en beveiligde beelden kunnen niet worden gedraaid.
Het aanraakscherm gebruiken De monitor fungeert als aanraakscherm om de camera te bedienen. Livegidsen Het aanraakscherm kan samen met de livegidsen worden gebruikt. 1 Raak het tabblad aan en beweeg uw vinger naar links om de livegidsen weer te geven. • Tik om items te selecteren. 2 ISO-A 200 Gebruik uw vinger om de schuifbalken te verplaatsen. LN HD 01:02:03 125 F5.6 • Druk op de knop MENU om de weergave van de livegidsen te verlaten.
Indexweergave Tik op F om de indexweergave weer te geven. 2 Basisfotografie 30 NL Pagina vooruit/pagina achteruit • Schuif uw vinger omhoog om de volgende pagina te bekijken, omlaag om de vorige pagina te bekijken. • Gebruik t of u om het aantal beelden te kiezen dat wordt weergegeven. • Voor enkelbeeldweergave tikt u op u tot het huidige beeld schermvullend wordt weergegeven. 2013.02.26 12:30 Beelden bekijken • Tik op een beeld om het beeld schermvullend weer te geven.
3 Vaak gebruikte opties Live control gebruiken Live control kan worden gebruikt om instellingen aan te passen in de standen P, S, A en M. Wanneer u live control gebruikt, kunt u de effecten van verschillende instellingen bekijken op de monitor. IS OFF i WB WB AUTO AUTO 3 Functies LF WB Auto P HD AUTO AUTO Instellingen n Beschikbare instellingen Beeldstabilisator ................................Blz. 32 Beeldeffect...................................Blz. 32, 42 Witbalans ...........................
Camerabewegingen beperken (Beeldstabilisator) Selecteer [ON] om camerabewegingen te beperken die zich kunnen voordoen als u foto's maakt wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge vergroting. 1 Geef live control weer en selecteer de beeldstabilisator met FG. IS ON i WB AUTO 4:3 2 3 LF Selecteer [ON] met HI en druk op Q.
Kleur aanpassen (Witbalans) De witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte objecten in beelden opgenomen door de camera er ook wit uitzien. In de meeste omstandigheden is [AUTO] geschikt, maar u kunt ook andere waarden selecteren op basis van de lichtbron wanneer u met [AUTO] niet de gewenste resultaten bereikt of u een bepaalde kleurtoon wilt oproepen in uw beelden. 1 Geef live control weer en selecteer de witbalans met FG. IS OFF i WB WB AUTO AUTO 4:3 LF WB Auto Selecteer een optie met HI en druk op Q.
3 Selecteer [Yes] en druk op Q. • De nieuwe waarde wordt opgeslagen als een voorgeprogrammeerde witbalansoptie. • De nieuwe waarde blijft opgeslagen tot de witbalans met één knop opnieuw wordt opgenomen. De vastgelegde witbalans blijft bewaard als u de camera uitschakelt. % Tips • Als het onderwerp te licht, te donker of zichtbaar gekleurd is, wordt de melding [WB NG Retry] weergegeven en wordt er geen waarde opgemeten. Corrigeer het probleem en herhaal de procedure vanaf stap 1.
Resolutie Naam Y (groot) Compressiefactor Aantal pixels SF F N (SuperFijn) (Fijn) (Normaal) 3968×2976* YSF YF* B (Basis) YN* YB 3200×2400 X (middel) 2560×1920* 1920×1440 Applicatie XSF XF XN* XB WSF WF WN* WB Afhankelijk van het gewenste printformaat 1600×1200 1280×960* W (klein) 1024×768 640×480 Voor kleine afdrukken en gebruik op websites RAW-beeldgegevens Dit type (extensie “.ORF“) slaat onverwerkte beeldgegevens op voor latere verwerking.
Uitgangsvermogen van de flitser aanpassen (Flash Intensity Control) Het uitgangsvermogen van de flitser kan worden aangepast als u vindt dat uw onderwerp overbelicht is, of onderbelicht hoewel de belichting in de rest van het beeld in orde is. 1 Geef live control weer en selecteer het item Regelen van de flitssterkte met FG. S-AF ISO AUTO 0.0 OFF 0.0 P 3 2 Selecteer de correctiewaarde met HI en druk op Q.
Een scherpstelstand selecteren (AF Mode) Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand). 1 Geef live control weer en selecteer de AF-stand met FG. S-AF S-AF S-AF 2 ISO AUTO Selecteer een optie met HI en druk op Q. • De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de monitor. S-AF (één keer scherpstellen) R S-AF De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop half ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld, weerklinkt een pieptoon en het AF-kader licht op.
ISO-gevoeligheid (ISO) Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De instelling die in de meeste situaties wordt aanbevolen, is [AUTO]. Bij deze instelling wordt de ISO-gevoeligheid aangepast volgens de opnameomstandigheden. 1 2 3 Geef live control weer en selecteer de ISO-gevoeligheid met FG. Selecteer een optie met HI en druk op Q. AUTO De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de opnameomstandigheden.
De menu's gebruiken De menu's omvatten opname-, weergave- en andere interessante opties en laten u toe de camera-instellingen aan te passen voor een vlotter gebruik. I Fotografeermenu 1 (Blz. 40) Voorafgaande en basisopnameopties J Fotografeermenu 2 (Blz. 40) Geavanceerde opnameopties q Weergavemenu (Blz. 46) Weergave- en herwerkingsopties c Custom-menu (Blz. 50) De camera-instellingen aanpassen d Setup-menu (Blz. 49) Camera-instelling (bijv.
I Fotografeermenu 1/J Fotografeermenu 2 Shooting Menu 1 1 2 c Card Setup Backup Reset/C Mode Setup Picture Mode D Image Aspect dLock Back 3 j 4:3 Off Set Vaak gebruikte opties I Fotografeermenu 1 J Fotografeermenu 2 Card Setup/Memory Setup (Blz. 40) Back-up (Blz. 40) Reset/C Mode Setup (Blz. 41) Picture Mode (Blz. 42) K (Blz. 43) Image Aspect (Blz. 44) dLock (Blz. 44) Image Stabilizer (Blz. 32) Bracketing (Blz. 44) w (Blz. 36) Remote Flash (Blz. 45) # Sync (Blz. 45) Super-Res Zoom (Blz.
Standaard- of aangepaste instellingen herstellen (Reset/C Mode Setup) Standaardinstellingen herstellen. 1 2 Selecteer [Reset/C Mode Setup] in I fotografeermenu 1. 3 Selecteer [Yes] en druk op Q. Selecteer [Reset] en druk op Q. • Markeer [Reset] en druk op I om het resettype te kiezen. Om alle instellingen behalve de datum, de taal en nog enkele andere te resetten, markeert u [Full] en drukt u op Q. g “Menulijst“ (Blz.
Verwerkingsopties (beeldeffecten) Selecteer een beeldeffect en voer individuele aanpassingen uit voor contrast, scherpte en andere parameters. Wijzigingen aan elk beeldeffect worden afzonderlijk opgeslagen. 1 Selecteer [Picture Mode] in I fotografeermenu 1. Shooting Menu 1 1 2 c 3 2 Selecteer een optie met FG en druk op Q. Vaak gebruikte opties h Vivid Voor levendige kleuren. i Natural Voor natuurlijke kleuren. j Muted Voor afgevlakte tinten. Z Portrait Voor mooie huidtinten.
3 Druk op I om de instellingen weer te geven voor de geselecteerde optie. J Het verschil tussen lichte en donkere partijen Scherpte De beeldscherpte Verzadiging De kleurdiepte van het beeld k Gradatie De tint aanpassen (gradatie). k k Auto Deelt het beeld op in kleinere gebieden en bepaalt voor elke gebied afzonderlijk de helderheid.
De beeldverhouding instellen (Image Aspect) U kunt de breedte-hoogteverhouding (verhouding tussen horizontaal en verticaal) wijzigen terwijl u foto's maakt. Afhankelijk van uw voorkeur kunt u de breedtehoogteverhouding instellen op [4:3] (standaard), [16:9], [3:2] of [1:1]. # Let op • JPEG-beelden worden bijgesneden naargelang de geselecteerde breedtehoogteverhouding; RAW-beelden daarentegen worden niet bijgesneden, maar worden opgeslagen met informatie over de geselecteerde breedte-hoogteverhouding.
Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening (Remote Flash) De ingebouwde flitser en externe flitsers die beschikken over een afstandsbedieningsstand en bestemd zijn voor gebruik met deze camera, kunnen worden gebruikt voor draadloze flitserfotografie. g “Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening“ (Blz. 75) Het flitsmoment instellen (# Sync) U kunt het flitsmoment instellen.
q Weergavemenu Playback Menu 1 2 c L Edit < Reset Protect Connection to Smartphone Back 3 Vaak gebruikte opties 46 NL L (Blz. 28) Bewerken (Blz. 46) < (Blz. 59) Set Beveiliging herstellen (Blz. 47) Aansluiting met smartphone (Blz. 47) Foto's bewerken (Edit) Een gemaakte foto kunt u bewerken en opslaan als een nieuwe foto. 1 2 Selecteer [Edit] in het q Weergavemenu en druk op Q. 3 Selecteer [RAW Data Edit] of [JPEG Edit] en druk op Q. Selecteer met HI het te bewerken beeld en druk daarna op Q.
# Let op • Films kunnen niet worden bewerkt. • Het is mogelijk dat de rode-ogen-correctie bij sommige foto's niet werkt. • In de volgende gevallen kunt u een JPEG-beeld niet bewerken: Wanneer een beeld bewerkt wordt op een pc, wanneer er onvoldoende plaats is in het kaartgeheugen, wanneer een beeld op een andere camera wordt opgenomen • Bij het wijzigen van het aantal pixels ([Q]) kunt u nooit een groter aantal pixels kiezen dan dat van de originele opname.
De verbinding maken 3 1 Selecteer [Connection to Smartphone] in het q Weergavemenu en druk op Q. 2 Selecteer de aansluitingsmethode en druk op Q. 3 Private Connection voer bij de verbinding telkens hetzelfde vooraf ingestelde wachtwoord in. One-Time Connection maak een verbinding met een wachtwoord dat slechts eenmalig geldig is. Stel het wachtwoord in en druk op Q.
d Setup-menu Gebruik het Setup-menu om de basisfuncties van de camera in te stellen. Setup Menu 1 2 X World Time W Rec View c q Power On Back X (Datum/tijd instellen) World Time W (Taal voor de monitor wijzigen) i (Helderheid van monitor aanpassen) Rec View q Power On 3 Set Beschrijving g Hiermee stelt u de klok van de camera in. 1) Gebruik FG om het jaar te selecteren bij [Y]. 2) Druk op I om de instelling voor [Y] op te slaan.
4 De camera-instelling aanpassen De opstartinstellingen van de camera voor bediening en fotograferen kunnen worden aangepast met de custom-menu's. c Custom-menu R AF (Blz. 51) 4 AF Mode AF Area V Exp/p/ISO (Blz. 52) AF Illuminat. I Face Priority De camera-instelling aanpassen S Knop/regelaar (Blz. 51) F Function Dial Function Dial Direction T Connection/ Sound (Blz. 51) HDMI U Display (Blz.
MENU R AF Optie c Beschrijving g AF Mode Kies de AF-stand. AF Area AF Illuminat. Kies de AF-kaderstand. Selecteer [Off] om de AF-verlichting uit te schakelen. De camera geeft voorrang aan de gezichten van menselijke onderwerpen tijdens het scherpstellen. I Face Priority MENU S Button/Dial Optie F Function Beschrijving Optie Video Out 8 (Piepgeluid) Volume USB Mode 38 S g Kies de functie die aan de knop Fn is toegewezen.
Optie G/Info Settings Displayed Grid 4 KControl Settings Beschrijving De camera-instelling aanpassen Scene Menu Optie P+Metering Noise Reduct. P/A/S/M P ART SCN On/Off On/Off On/Off On/Off On/Off On/Off – – – – — – – – On/Off – – – – – On/Off 57 Geef alleen het geselecteerde beeldeffect weer wanneer live control wordt gebruikt om een beeldeffect te selecteren.
Optie Noise Filter ISO ISO-Auto Set Beschrijving g Kies de mate van ruisonderdrukking die toegepast wordt bij hoge ISO-gevoeligheden. Stel de ISO-gevoeligheid in. Kies de bovengrens en standaardwaarde die gebruikt wordt voor de ISO-gevoeligheid als [Auto] geselecteerd is voor [ISO]. [High Limit]: Kies de bovengrens voor de automatische keuze van ISO-gevoeligheid. [Default]: Kies de standaardwaarde voor de automatische keuze van ISO-gevoeligheid.
MENU Y Record Optie File Name 4 Beschrijving g — MENU De camera-instelling aanpassen Wind Noise Reduction Vermindert het geluid van de wind tijdens de opname. b K Utility Touch Screen Settings Touch Calibration Eye-Fi* Z g Kies [Off] om videobeelden zonder geluid op te nemen. Optie c Beschrijving Movie R Pixel Mapping Y [Auto]: Zelfs als u een nieuw kaartje plaatst, worden de bestandsnummers van het vorige kaartje aangehouden.
F Function MENU c S [F Function] U kunt eender welke van de volgende functies toewijzen aan de knop Fn. Selecteer de aanvinkvakjes voor de functies die u wilt toewijzen. De toegewezen functies veranderen telkens u op de knop Fn drukt. De waarde kan worden veranderd met de bedieningsring. Wanneer u de functies hebt veranderd door te draaien aan de bedieningsring met ingedrukte knop Fn, kan de waarde worden veranderd door te draaien aan de bedieningsring nadat u de knop Fn hebt losgelaten.
Camerabeelden weergeven op een televisie Gebruik de AV-kabel (afzonderlijk verkocht) om opgenomen beelden op uw televisie weer te geven. U kunt beelden in high-definition weergeven op een HD-televisie door deze aan te sluiten op de camera met de HDMI-kabel (afzonderlijk verkocht). Multiconnector AV-kabel (afzonderlijk verkocht: CB-AVC3) (Sluit de kabel aan op de video-ingang (geel) en de audio-ingang (wit) van de televisie.
De afstandsbediening van de tv gebruiken De camera kan worden bediend met een afstandsbediening van een tv wanneer deze is aangesloten op een tv die HDMI-controle ondersteunt. 1 2 3 Selecteer [HDMI] op het tabblad T van het c Custom-menu. Selecteer [HDMI Control] en kies [On]. Bedien de camera met de afstandsbediening van de tv. • U kunt de camera bedienen door de bedieningsaanwijzingen te volgen die worden weergegeven op de tv.
Informatieschermen toevoegen (G/Info Settings) Gebruik [q Info] om de volgende schermen met weergavegegevens toe te voegen. De toegevoegde schermen worden weergegeven door tijdens de weergave herhaaldelijk de knop INFO in te drukken. U kunt ook kiezen om schermen met standaardinstellingen niet weer te geven. ×10 2013.02.
5 Beelden printen Printreservering (DPOF) U kunt digitale “printorders“ opslaan op het geheugenkaartje die aangeven welke foto's moeten worden afgedrukt en in welke oplage. U kunt dan de foto's printen in een printshop die DPOF ondersteunt of u kunt de foto's zelf printen door de camera rechtstreeks op een DPOF-printer aan te sluiten. Om een printorder aan te maken is een geheugenkaartje vereist. Een printorder aanmaken 1 2 Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<].
Alle of geselecteerde foto's uit het printorder verwijderen U kunt alle printreserveringsgegevens annuleren of alleen de gegevens voor geselecteerde foto's. 1 2 Druk op Q tijdens het afspelen en selecteer [<]. 3 Druk op HI om beelden te selecteren die u uit het printorder wilt verwijderen. Selecteer [<] en druk op Q. • Om alle foto's uit het printorder te verwijderen, selecteert u [Reset] en drukt u op Q. Om af te sluiten zonder alle foto's te verwijderen, selecteert u [Keep] en drukt u op Q.
• Om af te sluiten, koppelt u het USB-kabeltje los van de camera terwijl het instelmenu voor selecteren van de foto wordt weergegeven. Printen volgens de specificatie van de klant 1 Sluit de camera met de meegeleverde USB-kabel aan op de printer en schakel de camera in. USB • Als de camera wordt ingeschakeld, moet een dialoogvenster op de monitor verschijnen om een host te kiezen. Als dit niet het geval is, selecteert u [AUTO] voor [USB Mode] (Blz. 51) in de custom-menu's van de camera.
Print (f) Print de foto die nu wordt weergegeven. Als er een foto met een [Single Print]-reservering bestaat, zal alleen deze gereserveerde foto worden geprint. Single Print (t) Maakt een printreservering voor de foto die nu wordt weergegeven. Als u na het maken van een [Single Print]reservering deze printreservering ook op andere foto's wilt toepassen, selecteert u met HI de gewenste foto's.
6 Camera aansluiten op een computer Installing Software Windows 1 Plaats de bijgeleverde cd in het CD-ROM-station. Windows XP • Er verschijnt een “Setup“-dialoogvenster. Windows Vista/Windows 7/Windows 8 • Er verschijnt een Autorun-dialoogvenster. Klik op “OLYMPUS Setup“ om het “Setup“-dialoogvenster weer te geven. # Let op 2 Volg de instructies op het scherm van uw computer.
3 Registreer uw Olympus-product. 4 Installeer OLYMPUS Viewer 3. • Klik op de knop “Registration“ en volg de instructies op het scherm. • Controleer de systeemvereisten voor u met de installatie begint. • Klik op de knop “OLYMPUS Viewer 3“ en volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
Foto's naar een computer kopiëren zonder OLYMPUS Viewer 3 Uw camera voldoet aan de normen voor USB Mass Storage Class. U kunt beelden overbrengen naar een computer door de camera met het meegeleverde USB-kabeltje op een computer aan te sluiten. De volgende besturingssystemen ondersteunen de USB-aansluiting: Windows Windows XP Home Edition/Windows XP Professional/ Windows Vista/Windows 7/Windows 8 Macintosh Mac OS X versie 10.3 of later 1 Schakel de camera uit en sluit deze aan op de computer.
7 Handige tips Als de camera niet werkt zoals verwacht of als er een foutmelding op het scherm verschijnt en u niet zeker weet wat u moet doen, raadpleegt u de volgende informatie om het probleem te verhelpen. Problemen oplossen Batterij De camera werkt niet, zelfs als de batterijen geplaatst zijn. • Plaats opgeladen batterijen in de juiste richting. g “De batterij en het kaartje plaatsen en verwijderen“ (Blz. 5) • De prestaties van de batterij kunnen tijdelijk lager liggen wegens de lage temperatuur.
Foutmelding Aanduiding op monitor Mogelijke oorzaak Er is een probleem met het kaartje. Card Error Opslaan op dit kaartje is niet toegestaan. Write Protect Memory Full Card Setup Plaats het kaartje opnieuw in de camera. Blijft het probleem bestaan, dan moet u het kaartje formatteren. Als het kaartje niet geformatteerd kan worden, kan dit niet gebruikt worden. De schrijfbeveiligingsschakelaar van het kaartje staat aan de “LOCK“-kant. Verschuif de schakelaar.
Aanduiding op monitor Mogelijke oorzaak Foto's die met een andere camera zijn genomen kunnen The Image Cannot niet met deze camera bewerkt worden. Be Edited De interne temperatuur van de camera is toegenomen Interne cameratemperatuur ten gevolge van repeterende opnamen. is te hoog. Wacht even totdat de camera is afgekoeld, voordat u deze gebruikt. Wacht even totdat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Laat de interne temperatuur van de camera afkoelen, voordat u de camera weer in gebruik neemt.
Fotografeertips Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt maken, raadpleegt u de volgende informatie. Scherpstellen Scherpstellen op het object • Maak foto's met behulp van het aanraakscherm. g Blz. 29 • Een foto maken van een onderwerp dat niet in het midden van de monitor staat. g Blz. 37 Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat zich op dezelfde afstand als het onderwerp bevindt, kadreert u de opname en maakt u de foto. • Gezichtsprioriteit-AF gebruiken. g Blz.
Belichting (helderheid) Beelden maken met de juiste helderheid • Selecteer [Auto] voor [Gradation] in beeldeffect. g Blz. 42 • Gezichtsprioriteit-AF gebruiken. g Blz. 38 • Foto's maken met [Spot Metering]. g Blz. 36 De helderheid wordt afgestemd op een onderwerp in het midden van het scherm en het beeld wordt niet beïnvloed door tegenlicht. • Foto's maken met [Fill In] flitser. g Blz. 22 Een onderwerp dat zich in tegenlicht bevindt, wordt opgehelderd. • Foto's maken van een wit strand of in de sneeuw.
8 Informatie Reinigen en opbergen van de camera Onderhoud van de camera Camerahuis: • Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek. Is de camera erg vuil, dan dompelt u de doek in een mild sopje en wringt de doek goed uit. Wrijf de camera met de vochtige doek goed af en droog hem vervolgens met een droge doek. Heeft u de camera op het strand gebruikt, dan wrijft u hem schoon met een met schoon water bevochtigde en goed uitgewrongen doek. Monitor: • Wrijf deze voorzichtig schoon met een zachte doek.
Een afzonderlijk verkochte USB-lichtnetadapter gebruiken De USB-lichtnetadapter F-3AC (afzonderlijk verkocht) kan met deze camera worden gebruikt. Gebruik geen andere lichtnetadapter dan dit specifieke model. Wanneer u de F-3AC gebruikt, dient u de bij deze camera geleverde USB-kabel te gebruiken. Gebruik geen andere lichtnetadapter met deze camera. Een afzonderlijk verkochte lader gebruiken Met behulp van een laadapparaat (UC-50: afzonderlijk verkocht) kan de batterij worden opgeladen.
Schrijfbeveiliging van SD/SDHC/SDXC-kaartje Het SD/SDHC/SDXC-geheugenkaartje is voorzien van een schakelaar als schrijfbeveiliging. Als u de schakelaar naar “LOCK“ zet, kunt u niet schrijven naar het kaartje, gegevens van het kaartje verwijderen of het kaartje formatteren. Zet de schakelaar terug om naar het kaartje te kunnen schrijven.
Beeldkwaliteit en bestandsgrootte/het aantal foto's dat kan worden opgeslagen De in de tabel aangegeven bestandsgrootte geldt bij benadering voor bestanden met een breedte-hoogteverhouding van 4:3. Beeldk- Aantal pixels waliteit (Aantal pixels) Compressiefactor Bestandsformaat Bestandsgrootte (MB) — ORF 1/2,7 Ca. 18,5 Ca. 8,8 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 1/2,7 1/4 1/8 1/12 Ca. 6,1 Ca. 3,3 Ca. 2,3 Ca.
Flitserfotografie met draadloze afstandsbediening U kunt een externe flitser die bestemd is voor gebruik met deze camera en beschikt over een afstandsbedieningsstand gebruiken voor draadloze flitserfotografie. Raadpleeg de handleidingen die geleverd zijn bij de externe flitsers voor meer informatie. 1 Zet de externe flitsers in de RC-stand en plaats ze zoals u wenst. 2 Selecteer [# RC] voor [Remote Flash] in J opnamemenu 2 (Blz. 40).
Menulijst *1: Kan worden toegevoegd aan [C Mode Setup]. *2: Standaard kan worden hersteld door [Full] voor [Reset] te selecteren. *3: Standaard kan worden hersteld door [Basic] voor [Reset] te selecteren.
c Custom-menu Tabblad c Functie R AF AF Mode Still Picture AF Area AF Illuminat. I Face Priority S Button/dial F Function P A S M Dial Function P SCN ART Menu q Info G/Info Settings LV-Info G Settings Displayed Grid iAUTO KControl Settings P/A/S/M P ART SCN S-AF o On Off Off j: Ps j: FNo.
Tabblad c Functie U Picture Mode Settings Live View Boost Sleep V Exp/p/ISO Metering P+Metering Noise Reduct.
Technische gegevens Camera Producttype Producttype Beeldopneemelement Producttype Aantal effectieve pixels Breedte-hoogteverhouding Monitor Producttype Totaal aantal pixels Lens Compacte digitale camera 1/2,3" CMOS-sensor Ca. 12.000.000 pixels 1,33 (4:3) 3,0″ TFT kleuren-lcd, aanraakscherm Ca. 920.000 punten (breedte-hoogteverhouding 3 : 2) Olympuslens 4,7 tot 23,5 mm, f1.8 tot 2.
Weergave Weergaveformaat Externe connector Enkelbeeldweergave/Gezoomd weergeven/Indexweergave Multiconnector (USB-connector, AV-connector)/ HDMI-microconnector (type D) Stroomvoorziening Batterij Afmetingen/gewicht Afmetingen Gewicht Bedrijfscondities Temperatuur Relatieve vochtigheid Eén Olympus lithium-ionbatterij (LI-50B) of afzonderlijk verkrijgbare USBlichtnetadapter 102,4 mm (B) × 61,1 mm (H) × 34,3 mm (D) (exclusief uitstekende delen) Ca.
VEILIGHEIDSMAATREGELEN LET OP GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK NIET OPENEN LET OP: OM HET GEVAAR VOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG DE BEHUIZING (OF ACHTERKANT) NIET VERWIJDERD WORDEN. IN DE CAMERA BEVINDEN ZICH GEEN ONDERDELEN WAARAAN U ONDERHOUD KUNT VERRICHTEN. LAAT DAT OVER AAN ERKENDE SERVICETECHNICI VAN OLYMPUS.
9 VEILIGHEIDSMAATREGELEN • Behandel de camera met zorg om te voorkomen dat u verbrandingen oploopt. • Omdat de camera metalen onderdelen bevat, kan oververhitting ontstaan en kunt u zich branden. Let daarom op het volgende: • Gebruikt u de camera lang achtereen, dan kan hij heet worden. Hanteert u de camera in deze toestand, dan kan dat een verbranding veroorzaken. • Op plaatsen waar extreem lage temperaturen kunnen optreden, kan de temperatuur van het camerahuis lager worden dan de omgevingstemperatuur.
• Leg de batterij op een koele plaats als u deze gedurende een lange periode opbergt. • Zorg ervoor dat de batterijen gerecycled worden om de natuurlijke hulpbronnen te ontzien. Zorg er bij de afvoer van lege batterijen voor, dat de polen zijn afgedekt en neem altijd de plaatselijke voorschriften en regelgeving in acht. USB-lichtnetadapter • De meegeleverde USB-lichtnetadapter F-2AC mag enkel met deze camera worden gebruikt. Andere camera's kunnen niet worden geladen met deze USB-lichtnetadapter.
Voor klanten in Noord- en Zuid-Amerika Voor klanten in de VS Verklaring van conformiteit Modelnummer: XZ-10 Handelsnaam: OLYMPUS Verantwoordelijke partij: Adres: 3500 Corporate Parkway, P.O. Box 610, Center Valley, PA 18034-0610, VS Telefoonnummer: 484-896-5000 Getest op naleving van FCC-normen VOOR GEBRUIK THUIS OF OP KANTOOR Dit apparaat voldoet aan Part 15 van de FCC rules. Bediening is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen hinderlijke storingen veroorzaken.
Garanties die door enigerlei persoon, inclusief maar niet beperkt tot verdelers, vertegenwoordigers, verkopers of agenten van Olympus, worden gegeven en inconsistent zijn met, in conflict zijn met of als toevoeging bedoeld zijn voor de voorwaarden van deze beperkte garantie, zijn niet bindend voor Olympus tenzij ze schriftelijk werden vastgelegd en werden goedgekeurd door een uitdrukkelijk daartoe gemachtigde functionaris van Olympus.
9 VEILIGHEIDSMAATREGELEN 86 NL 2 Deze garantie geldt niet in onderstaande gevallen. De klant is zelf verantwoordelijk voor de reparatiekosten, zelfs indien deze gebreken optreden tijdens de hierboven vermelde garantieperiode. a. Elk gebrek dat optreedt wegens onoordeelkundig gebruik (zoals handelingen die niet worden genoemd in Voorzichtig gebruik of andere delen van de gebruiksaanwijzing, etc.) b. Elk gebrek dat optreedt wegens een reparatie, wijziging, reiniging, etc.
Opmerkingen: 1 Deze garantie vormt een aanvulling op en heeft geen invloed op de wettelijke rechten van de klant. 2 Als u vragen over deze garantie heeft, kunt u contact opnemen met een van de servicediensten van Olympus die vermeld zijn in de instructies. Opmerkingen met betrekking tot het onderhoud 1 Deze garantie geldt uitsluitend indien de garantieverklaring naar behoren is ingevuld door Olympus of de dealer.
http://www.olympus.com/ OLYMPUS EUROPA HOLDING GMBH Vestiging: Consumer Product Division Wendenstrasse 14 – 18, 20097 Hamburg, Duitsland Tel.: +49 40 – 23 77 3-0/Fax: +49 40 – 23 07 61 Afleveradres goederen: Modul H, Willi-Bleicher Str. 36, 52353 Düren, Duitsland Brieven: Postfach 10 49 08, 20034 Hamburg, Duitsland Europese Technische klantendienst: Bezoek ook onze homepage http://www.olympus-europa.