Operation Manual
32
NL
Vaak gebruikte opties
3
Camerabewegingen beperken (Beeldstabilisator)
Selecteer [ON] om camerabewegingen te beperken die zich kunnen voordoen als
u foto's maakt wanneer er weinig licht is of wanneer u fotografeert bij een hoge
vergroting.
1
Geef live control weer en selecteer de
beeldstabilisator met FG.
L
F
4:3
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
HD
Auto
i
ONON
IS ONIS ON
2
Selecteer [ON] met HI en druk op Q.
# Let op
• De beeldstabilisator kan te grote camerabewegingen of camerabewegingen die optreden
wanneer de sluitertijd op de langste tijd is ingesteld, niet corrigeren. In dergelijke gevallen
dient u een statief te gebruiken.
• Als u een statief gebruikt, dient u [Image Stabilizer] in te stellen op [Off].
Verwerkingsopties (Beeldeffecten)
Een beeldeffect selecteren.
1
Geef live control weer en selecteer de optie
Picture Mode met FG.
L
F
4:3
jj
P
WB
AUTO
WBWBWB
AUTOAUTOAUTO
IS OFFIS OFF
h i
jj
Z
J
j k
HD
Muted
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
h
Vivid Voor levendige kleuren.
i
Natural Voor natuurlijke kleuren.
j
Muted Voor afgevlakte tinten.
Z
Portrait Voor mooie huidtinten.
J
Monotone Voor zwart/wit-tinten.
j
Pop Art
Kies een kunstfilter en selecteer het gewenste effect.
k
Soft Focus
l
Pale&Light Color
m
Light Tone
n
Grainy Film
o
Pin Hole
s
Diorama
t
Cross Process
u
Gentle Sepia
v
Dramatic Tone
Y
Key Line