Operation Manual
38
NL
Vaak gebruikte opties
3
ISO-gevoeligheid (ISO)
Door de ISO-gevoeligheid te verhogen, treedt er meer ruis (korrel) op in het beeld
maar kunt u foto's nemen bij weinig ligt. De instelling die in de meeste situaties wordt
aanbevolen, is [AUTO]. Bij deze instelling wordt de ISO-gevoeligheid aangepast
volgens de opnameomstandigheden.
1
Geef live control weer en selecteer de ISO-gevoeligheid met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk op Q.
AUTO
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld aan de hand van de
opnameomstandigheden.
100 – 6400 De gevoeligheid wordt ingesteld op de geselecteerde waarde.
Gezichtsprioriteit-AF(I Face Priority)
De camera detecteert gezichten en past de scherpstelling en ESP-meting aan.
1
Geef live control weer en selecteer de
gezichtsprioriteit met FG.
2
Selecteer [I] (Gezichtsprioriteit Aan) met HI
en druk op Q.
S-AFS-AF
P
ISO
AUTO
ISOISOISO
AUTOAUTOAUTO
RR
S-AFS-AF
Face Priority On
3
Richt de camera op het onderwerp.
• Als een gezicht wordt herkend, wordt dit aangegeven
met een wit kader.
4
Druk de ontspanknop half in om scherp te
stellen.
• Wanneer de camera scherpstelt op het gezicht in het
witte kader, wordt het kader groen.
L
N
01:02:0301:02:03
10231023
125125 F5.6
P
0.00.0
ISO
200
HD
5
Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken.
# Let op
• Gezichtsprioriteit wordt alleen toegepast op de eerste opname van elke reeks repeterende
opnamen.
• Afhankelijk van het onderwerp is het mogelijk dat de camera het gezicht niet correct
detecteert.
• Bij andere lichtmeetmethodes dan [p] (ESP-meting) meet de camera de belichting voor
de geselecteerde positie.