Operation Manual

8
Namen en functies van onderdelen
Achterkant
1
Analoge audio-uitvoeraansluitingen (LINE OUT)
Deze voeren analoge audiosignalen uit.
Gebruik de bijgeleverde RCA audiokabel om de
uitvoeraansluitingen van dit apparaat te verbinden
met de invoeraansluitingen van een versterker.
Verbind de witte stekker van de audiokabel met de
witte aansluiting (L) en de rode stekker met de rode
aansluiting (R).
2
Connectoren van digitale audio-uitvoer (DIGITAL
OUT)
Deze voeren digitale audio uit. Sluit één van de
digitale audio-uitgangen van dit apparaat (COAXIAL
of OPTICAL) aan op de digitale audio-ingang van een
digitaal opname-apparaat zoals een versterker.
COAXIAL: Coaxiale digitale kabel
OPTICAL: Optische digitale kabel
3
ETHERNET-poort
Gebruik een in de handel verkrijgbare LAN-kabel om
deze poort te verbinden met een bekabeld netwerk of
bekabelde internetverbinding.
Bij het wijzigen van de invoerbron wordt deze poort
geïdentificeerd als „NET”.
4
RI REMOTE CONTROL-aansluiting
Wanneer het apparaat verbonden wordt met de RI-
ingang van een Onkyo versterker of ontvanger met
behulp van de meegeleverde RI-kabel kunt u dit
apparaat besturen met de afstandsbediening van de
versterker of ontvanger.
Zie voor informatie over de regelbare functies de
instructiehandleiding van elk apparaat.
Wanneer er twee RI-aansluitingen zijn, werken
beide aansluitingen op dezelfde manier. U kunt het
apparaat verbinden met één van beide.
Om de bewerking in te schakelen, moet u de RI-
kabel en RCA-audiokabel juist verbinden.
L
R
CD
L
R
Onkyo versterker, enz.
5
USB-poort
Gebruiken om de USB-flashdrive aan te sluiten op het
apparaat.
Bij het wijzigen van de invoerbron wordt deze poort
geïdentificeerd als „USB(R)”.
Een iPod/iPhone kan niet worden verbonden.
6
Netsnoer