Operation Manual

24
Instellingen
Enable: Dergelijke nummers worden niet
weergegeven.
Als een MP3/WAV-CD op een computer wordt
gemaakt, wordt de normale afspeelvolgorde niet
bepaald. Door nummers als 01,02 en 03 toe te
voegen aan het begin van MP3/WAV-bestandsnamen
kunnen de bestanden in numerieke volgorde worden
afgespeeld.
STOP KEY
De functie van de stoptoets ( ) op de hoofdeenheid kan
worden ingesteld.
Navigation (standaardinstelling): Indrukken van de
stoptoets (
) activeert de navigatiemodus.
Disable: Indrukken van de stoptoets (
) activeert niet
de navigatie of de alle mappen-modus.
All Folder: Indrukken van de stoptoets (
) activeert
de modus „all folder”.
M.OPT (Music Optimizer)
MP3’s en andere bestanden die onomkeerbare
compressie-indelingen gebruiken hebben de
audiokwaliteit verminderd, in vergelijking met de originele
geluidsbronnen, als gevolg van compressie.
Gebruik M.OPT om gecomprimeerde audio te
optimaliseren.
OFF (standaardinstelling): M.OPT wordt niet
gebruikt.
ON: M.OPT wordt gebruikt.
ASb (Auto Standby)
Als de functie Auto Standby is ingeschakeld, gaat het
apparaat automatisch in stand-by-modus als er 20
minuten verstrijken onder de volgende voorwaarden.
Afspeelbron Conditie
CD Geen disc geladen of disc gestopt
NET
USB
Ingangsbron speelt niet af
Als deze functie is ingeschakeld, verschijnt „ASb” in het
beeldscherm. Gebruik de instelling „Net Standby” om in
te stellen hoe netwerkbesturing stand-by beïnvloed.
OFF: Auto Standby is uitgeschakeld.
ON (standaardinstelling): Auto Standby is
ingeschakeld.
NET Setting
Om netwerkdiensten te kunnen gebruiken moeten vooraf
netwerkinstellingen op deze eenheid worden gemaakt.
Maak de instellingen volgens de eigenschappen van het
netwerk waarmee verbinding wordt gemaakt.
Voor het luisteren naar internetradio is een
internetverbinding vereist.
De instelling „Net Standby” is niet noodzakelijk om
deze eenheid met een netwerk te verbinden.
Als DHCP is ingeschakeld (standaard), verschijnen
instellingen voor „IP Address”, „Subnet Mask”,
„Gateway” en „DNS Server”, maar deze kunnen niet
worden gewijzigd.
Als DHCP is uitgeschakeld, verschijnen „IP Address”,
„Subnet Mask”, „Gateway” en „DNS Server” en
moeten deze worden ingesteld.
Als u op de toets RETURN drukt tijdens het bekijken
van het submenu „NET setting”, verschijnt „Network
Save?”. Druk na het wijzigen van een instelling op de
toets ENTER om de wijziging op te slaan. Als u op de
toets RETURN drukt, sluit het menuscherm zonder
dat de gewijzigde instelling wordt toegepast.
De submenu’s verschijnen als volgt.
IP Address: Het IP-adres weergeven/instellen.
MAC Address: Het MAC-adres van deze eenheid
weergeven.
DHCP:
Enable (standaardinstelling): DHCP is ingeschakeld.
Disable: DHCP is uitgeschakeld.
Subnet Mask: Het subnetmasker weergeven/instellen.
Gateway: De standaardgateway weergeven/instellen.
DNS Server: Het DNS-serveradres weergeven/
instellen.
Proxy URL: Het proxyserveradres weergeven/
instellen.
Proxy Port: Het proxypoortnummer instellen.
Dit verschijnt alleen als er een proxy-URL is
ingesteld.
Net Standby: Hiermee wordt ingesteld of de eenheid
kan worden bestuurd via een netwerk of niet als de
eenheid op stand-by staat.
Disable (standaardinstelling): Als de eenheid op
stand-by staat, kan er niet via een netwerk worden
bestuurd.
Enable: Als de eenheid op stand-by staat, kan er
via een netwerk worden bestuurd.
Als dit is ingesteld op „Enable” wordt er meer
stroom verbruikt als de eenheid op stand-by staat.
Update
De firmware van deze eenheid kan worden geüpdatet.
Zet de eenheid niet op stand-by tijdens een update.
Zie „De firmware updaten” voor updateprocedures.
Version: Dit geeft de huidige firmwareversie weer.
CN via NET/CN via USB: De firmware kan met een
USB-flashstation worden geüpdatet.