Operation Manual
17
1
46
8
2 3 5 7
FG9 H I
Achterpaneel
1
RI REMOTE CONTROL-aansluiting: Een Onkyo-
product met RI-aansluiting kan worden verbonden en
gesynchroniseerd met deze unit.
2
(/#06'00#CCPUNWKVKPIŝGP#/#06'00#
terminal: De meegeleverde antennes zijn aangesloten.
3
COMPONENT VIDEO IN- en OUT-aansluitingen:
Component video ingang/uitgang-aansluitingen
4
ETHERNET-poort: Gebruikt voor LAN-verbinding
5
HDMI IN/OUT-aansluitingen: Digitale videosignalen en
audiosignalen worden verzonden tussen de unit en de
verbonden apparaten.
6
SPEAKERS-terminals: Luidsprekers zijn aangesloten.
Om de Zone-functie te gebruiken, sluit de
luidsprekers aan in de aparte ruimte op de ZONE2-
luidsprekerterminals.
7
Netsnoer
8
DIGITAL IN COAXIAL/OPTICAL-aansluitingen:
Digitale audiosignalen worden ingevoerd.
9
GND-terminal: De aarddraad van de platenspeler is
aangesloten.
F
Samengestelde video en analoge audio-
aansluitingen: Analoge videosignalen en audiosignalen
worden uitgevoerd.
G
MONITOR OUT V-aansluiting: Videosignalen worden
uitgevoerd naar de aangesloten monitor of TV.
H
<10'|.+0'176CCPUNWKVKPIGP: Analoge
audiosignalen worden uitgevoerd naar de aangesloten
XGTUVGTMGTFKGIGDTWKMVFKGPVVGYQTFGPKP<10'|
I
SUBWOOFER PRE OUT-aansluitingen: Een
subwoofer met ingebouwde versterker is aangesloten.
14 623 75
98
Display
1
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
d<q<10'|WKVICPIKUCCPd*&/+q*&/+UKIPCNGP
worden ingevoerd en HDMI-ingangsselector is
geselecteerd. / „ARC”: Audiosignalen worden ingevoerd
vanaf ARC compatibele TV en TV/CD-ingangsselector
is geselecteerd. / „3D”: Ingangssignalen zijn 3D. /
„USB” (
¼
): „USB”-ingang is geselecteerd en USB-
opslagapparaat is aangesloten. / „NET” (
¼
): „NET”-
ingang is geselecteerd en de unit is verbonden met het
netwerk. / „DIGITAL”: Digitale signalen worden ingevoerd
en de digitale ingangsselector is geselecteerd. /
Cursorindicatoren: NET of USB wordt bediend.
¼
„USB” en „NET” zal knipperen als de verbinding niet juist is.
2
Gaat branden wanneer een hoofdtelefoon is
aangesloten.
3
Gaat branden wanneer NET of USB wordt bediend.
4
Gaat branden afhankelijk van het type ingevoerde
digitale signalen en de beluisterstand.
5
Gaat branden wanner Music Optimizer is ingeschakeld.
6
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„AUTO”: Tuningstand is auto. / „
f
TUNED
e
”: AM/FM-
radio ontvangen.
fe
knippert terwijl tuning automatisch
YQTFVWKVIGXQGTF|d(/56'4'1q(/UVGTGQ
ontvangen. / „RDS”: RDS-uitzending ontvangen.
7
„MUTING”: Knippert als dempen is ingeschakeld.
8
Gaat branden onder de volgende omstandigheden.
„SLEEP”: Slaaptimer is ingesteld. / „ASb” (Auto Stand-by):
Auto Stand-by is aan. / „ch”: Kanaal wordt ingesteld. /
„Hz”: Crossover-frequenties worden ingesteld. /
„m/ft”: Luidsprekerafstanden worden ingesteld. / „dB”:
Luidsprekervolume wordt ingesteld.
9
Geeft verschillende informatie van de ingangssignalen
weer. Drukken op DISPLAY geeft de types digitale
ingangssignalen en de luisterstand weer.










