Operation Manual

Nl-
41
Installeren en aansluiten
AV-componenten aansluiten
—Vervolg
Verbinding van i.LINK (AUDIO) apparaten
Met de i.LINK-verbinding kunnen er gegevens worden overgedragen, zelfs als de RDC-7.1 is verbonden met andere
apparaten via een ander i.LINK (AUDIO)-apparaat. U kunt maximaal 17 apparaten in daisychain-opstelling (in-line)
via de i.LINK-aansluiting aansluiten.
Opmerking:
Verbind geen apparaten met elkaar die i.LINK (AUDIO) niet ondersteunen, zoals apparaten die zijn voorbereid voor
“MPEG-2 TS” en die worden gebruikt voor uitzendingen in BS digitaal en apparaten die zijn voorbereid voor “DV”
en die worden gebruikt voor digitale video, etc.
Doe de volgende dingen niet als er een i.LINK (AUDIO)-apparaat aan het afspelen is: sluit de i.LINK-kabel niet aan
op apparaten of maak de kabel niet los; zet apparaten ook niet aan of uit. Het geluid kan anders worden onderbroken.
Sommige i.LINK (AUDIO)-apparaten kunnen geen gegevens overbrengen als ze op standby staan of zijn uitgescha-
keld. Zie de specifieke gebruikershandleiding van het i.LINK (AUDIO)-apparaat dat u wilt aansluiten.
i.LINK (AUDIO)-apparaten hebben hun eigen maximum gegevensoverdrachtsnelheid: S100 (100 Mbps*), S200
(200 Mbps*) of S400 (400 Mbps*). Het label met de snelheid bevindt zich vlakbij de i.LINK (AUDIO)-aansluitin-
gen. De RDC-7.1 heeft een maximum gegevensoverdrachtsnelheid van 400 Mbps. De werkelijke gegevensover-
drachtsnelheid kan echter lager zijn; dit hangt af van de specificaties of de maximum gegevensoverdrachtsnelheid
van de apparaten die zijn verbonden met de RDC-7.1. U kunt het beste apparaten met elkaar aansluiten die dezelfde
maximale snelheid van gegevensoverdracht hebben.
*“Mbps” staat voor “megabits per second”; dit geeft de maximum grootte aan van de gegevens die per seconde worden overgedragen.
400 Mbps geeft bijvoorbeeld aan dat er per seconde 400 megabits aan gegevens kan worden overgedragen.
i.LINK garandeert niet dat alle i.LINK (AUDIO)-apparaten met succes op elkaar kunnen worden aangesloten. De
specifieke eigenschappen van ieder apparaat bepalen of gegevens met succes worden overgedragen en of bedie-
ningssignalen met succes worden doorgegeven.
... maximaal 17
apparaten
Voorbeeld:
Voorbeeld:
... maximaal 63
apparaten
U kunt maximaal 63 apparaten in een vertakte opstelling aansluiten indien ze drie of meer i.LINK (AUDIO)-
aansluitingen hebben.
RDC-7.1
voor i.LINK geschikte
DVD-speler
voor i.LINK
geschikte BS-tuner
RDC-7.1
voor i.LINK geschikte
DVD-speler
voor i.LINK
geschikte BS-tuner
voor i.LINK geschikte
MD-recorder
voor i.LINK
(AUDIO) geschikt
apparaat
voor i.LINK (AUDIO)
geschikt apparaat
voor i.LINK (AUDIO)
geschikt apparaat
voor i.LINK (AUDIO)
geschikt apparaat
voor i.LINK (AUDIO)
geschikt apparaat
Zorg ervoor dat de apparaten niet in een lusopstelling aangesloten zijn, zoals in de afbeelding hieronder. Laat de uit-
gaande signalen niet terugkeren naar het apparaat waarvan ze afkomstig zijn; dit kan leiden tot storing in het apparaat.