Operation Manual

9
BEDIENING
Schakel het systeem UIT, draai het volume van de ontvanger naar een minimum en schakel het systeem weer in en de CPU
initialiseert, het LCD scherm licht op en het systeem komt terug in de status waarin het is afgesloten!
Als het systeem is ingeschakeld controleer dan de frequenties van de zender en de ontvanger, als ze niet op dezelfde
frequenties werken is de zender niet aangepast aan de ontvanger. De display op de ontvanger laat de waarde van het RF
signaal zien, de antenne-status zal antenne A of B weergeven. Zet het volume op de gewenste sterkte.
Volume regeling:
Zet het volume van de ontvanger in de 12-uurs positie (middenstand), zet dan het volume van de versterker of de mixer op het
gewenste niveau.
Als het volume van de ontvanger te hoog staat zal de versterker een vervormd signaal laten horen hetgeen een defecte
versterker en/of luidspreker(s) tot gevolg kan hebben!
Beste akoestiek:
1. U dient altijd de antenne van de ontvanger te kunnen zien vanaf uw zenderpositie.
2. De afstand tussen zender en ontvanger dient zo kort mogelijk te zijn.
3. Als de ontvanger twee antennes heeft, dienen ze onder 45° te worden gezet.
4. Houd de antennes verwijderd van metalen objecten.
5. De antennes mogen elkaar niet raken of elkaar kruisen.
6. Voordat u het systeem in het openbaar gebruikt doe dan eerst een test om uit te zoeken waar zich de “dead spots”
(plaatsen waar een slechte verbinding met de ontvanger plaats vindt) bevinden. Vermijd deze plaatsen tijdens uw
optreden.
PROBLEEM OPLOSSEN
PROBLEEM
INDICATOR
OPLOSSING
Geen geluid
Rode zender indicator knippert niet
Schuif de POWER ON / OFF-schakelaar
naar ON van de zender. Zorg ervoor dat de
batterij correct is geplaatst, controleer de
polariteit van de batterij (+ / -). Als batterij
goed is geplaatst, deze vervangen door
nieuwe batterij.
Geen geluid
Rode zender indicator knippert
Schuif de MUTE/ON naar de ON positie
van de zender.
Geen geluid
Rode indicator op de ontvanger receiver
POWER is uit.
Wees ervan overtuigt dat de AC adapter
goed is gemonteerd op de ontvanger.
Controleer of de adapter is aangesloten
op een wandcontactdoos.
Controleer of de wandcontactdoos is
voorzien van de juiste spanning.
Geen geluid
Ontvanger signaalindicators A/B lichten
op.
Draai de volumeregelaar op de ontvanger
omhoog.
Controleer de bekabeling tussen de
ontvanger en externe geluidsapparatuur.
Geluidsniveau verschilt van een
bekabeld instrument.
Ontvanger signaalindicators A/B lichten
op.
Stel de volumeregelaar opnieuw in.
Vervorming geluidsniveau stijgt
geleidelijk
Ontvanger signaalindicators A/B-
verlichting en de zender LOW BATTERY
lichten op.
Vervang de batterijen van de zender.
Ruis en/of andere hoorbare
radiosignalen aanwezig.
Ontvanger signaalindicators A/B lichten
op.
Identificeren van potentiële bronnen van
storingen (andere RF-bronnen) en deze
uitschakelen of maak gebruik van een
andere frequentie.
Tijdelijk verlies van het geluid als de
zender door gebied verplaatst.
Ontvanger signaalindicators A/B gaan uit
bij geen geluid.
Herpositioneren de ontvanger en het
opnieuw uitvoeren van een looptest.
Markeer de “dode” plekken en vermijd
deze gebieden tijdens de uitvoering.