Operation Manual

Stoelen, veiligheidssystemen 35
Met schouders zo ver mogelijk te‐
gen de rugleuning zitten. De hoek
van de rugleuning dusdanig instel‐
len dat u het stuurwiel met licht ge‐
bogen armen kunt vastpakken. Bij
het verdraaien van het stuurwiel,
contact blijven houden tussen
schouders en rugleuning. De rug‐
leuning niet te ver laten achterover‐
hellen. De aanbevolen maximale
hellingshoek bedraagt ca. 25°.
Stuurwiel instellen 3 67.
De zithoogte zo instellen, dat
u rondom een goed zicht hebt en
alle instrumenten goed kunt afle‐
zen. Tussen hoofd en dakframe
moet minstens een handbreed tus‐
senruimte zitten. De dijen moeten
licht op de zitting rusten, zonder
druk uit te oefenen.
Hoofdsteun instellen 3 33.
Hoogte veiligheidsgordel instellen
3 39.
Stoelverstelling
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden ver‐
stellen, omdat ze ongecontroleerd
kunnen bewegen.
Zitpositie
Aan handgreep trekken, stoel ver‐
schuiven, handgreep loslaten.
Rugleuning voorstoelen
Aan handwiel draaien. Bij het verstel‐
len de rugleuning niet belasten.