Operation Manual

70 Instrumenten en bedieningsorganen
Sensor vrijhouden van stof, vuil en ijs.
Voorruitsproeiers
Hendel naar u toe trekken. Sproeier‐
vloeistof wordt tegen de voorruit ge‐
spoten en de wisser maakt enkele
slagen.
Wis-/wasinstallatie achterruit
Hendel van u af duwen. De achter‐
ruitwisser wist in de intervalstand. Om
uit te schakelen, de hendel nogmaals
naar voren duwen.
Als u de hendel naar voren blijft du‐
wen, dan wordt er sproeiervloeistof
tegen de achterruit gespoten.
Na het inschakelen van de ruitenwis‐
ser en de achteruitversnelling, wordt
de achterruitwisser automatisch inge‐
schakeld. Deze functie kan worden
geactiveerd of gedeactiveerd. Per‐
soonlijke instellingen 3 92.
Buitentemperatuur
Een dalende temperatuur wordt on‐
middellijk aangeduid, een stijgende
temperatuur met enige vertraging.
Daalt de buitentemperatuur tot 3 °C,
dan verschijnt als waarschuwing voor
ijzel het symbool : op het
Triple-Info-Display of op het