Operation Manual

28
Bedieningselementen gebruiker
Nederlands
Beeldinstelling 2
(Computermodus/
Videomodus)
Frequentie
“Frequentie“ wijzigt de frequentie van de weergavegegevens in
overeenstemmingmetdefrequentievandegraschekaartvanuw
computer. Als u een verticale knipperende balk ziet, kunt u deze
functie gebruiken om een aanpassing te doen.
Beeld fase
“Beeld fase“ synchroniseert de signaaltiming van het beeldscherm
metdezevandegraschekaart.Alsueenonstabielofikkerend
beeld hebt, kunt u deze functie gebruiken om dit te corrigeren.
Hor. Positie (Horizontale positie)
Druk op om het beeld naar links te verplaatsen.
Druk op om het beeld naar rechts te verplaatsen.
Ver. Positie (Verticale positie)
Druk op om het beeld omlaag te verplaatsen.
Druk op om het beeld omhoog te verplaatsen.
Degamma
Hiermeekuntueendegamma-tabelkiezendiejnwerdafgestemd
om de beste beeldkwaliteit voor de invoer te leveren.
Management
Gebruik deze functie om de gewenste hoogte-breedteverhouding te
kiezen.
4:3 : De invoerbron wordt geschaald om te passen op het
projectiescherm.
16:9 : De invoerbron zal worden geschaald om te passen in de
breedte van het scherm.
Letterbox: Dit formaat is voor een letterbox-bron die geen 16x9 is
en voor gebruikers die een externe 16x9 lens gebruiken om een
hoogte-breedteverhouding van 2,35:1 weer te geven op volledige
resolutie.
Venster: Wanneer een 4:3 beeld groter is dan een 16:9 beeld,
selecteert u de modus “Venster“ om het beeld aan te passen aan
het scherm zonder de projectieafstand te wijzigen.
De functies
“Frequentie”, “Beeld
fase”, “Hor. Positie” en
“Ver. Positie” worden
alleen ondersteund in
de computermodus.