Operation Manual
24
Nederlands
Bedieningselementen gebruiker
Afstandsbediening
De afstandsbediening gebruiken
Inschakelen
Zet de projector aan.
Uitschakelen
Schakel de projector uit.
Gebruiker 1/
Gebruiker 2/
Gebruiker 3
Door de gebruiker gedenieerde toetsen. Zie
pagina 52 voor de instelling.
Helderheid
Past de helderheid van het beeld aan.
Contrast
Beheert het verschil tussen de helderste en
donkerste gedeelten van het beeld.
Modus
Selecteer een weergavemodus voor
geoptimaliseerde instellingen voor
verschillende toepassingen. (zie pagina 34)
Keystone
Past de beeldvervorming aan die door het
kantelen van de projector wordt veroorzaakt.
Aspect ratio
Indrukken om de beeldverhouding van een
weergegeven beeld te wijzigen.
Drie dimensies
Handmatig een 3D-modus selecteren die
aansluit op uw 3D-materiaal.
Dempen
Schakelt de audio tijdelijk uit/aan.
DB
(DynamicBlack)
Past automatisch de helderheid van het
beeld aan voor een optimaal contrast.
Slaaptimer
Stelt het interval in voor de afteltimer.
Volume +/-
Het volume verhogen/verlagen.
Bron
Druk op “Bron” om een invoersignaal te
selecteren.
Re-sync
Synchroniseert de projector automatisch met
de invoerbron.