Operation Manual

8
NL
rechts. De richting hangt af van de breedtegraad waarop
de observeerder zich bevindt.
De maandstand van dit apparaat is uitsluitend geschikt
voor het noordelijk halfrond. Voor gebruikers op het
zuidelijk halfrond zal het maanstanddiagram incorrect
(in spiegelbeeld) lijken. Het maanstanddiagram moet
180° gedraaid worden om het juist te interpreteren
vanaf die plek.
Hieronder vindt u een tabel waarin wordt weergegeven
hoe de maanstand die op het apparaat verschijnt
geïnterpreteerd moet worden op het zuidelijk halfrond.
Noordelijk halfrond (zoals op het scherm)
Nieuwe maan Volle maan
Wassende halve
maan
Afnemende halve
maan
Eerste kwartier Derde kwartier
Wassende volle
maan
Afnemende volle
maan
Zuidelijk halfrond
Nieuwe maan Volle maan
Wassende halve
maan
Afnemende halve
maan
Eerste kwartier Derde kwartier
Wassende volle
maan
Afnemende volle
maan
AUTOMATISCHE SCAN FUNCTIE
Om de auto-scanfunctie voor buitentemperatuur en-
vochtigheid te activeren:
1. Druk SELECT om naar het Temperatuur- of
Vochtigheidsvak te gaan. verschijnt naast het vak.
2. Houd MODE ingedrukt om auto-scan te activeren.
Het temperatuur- en vochtigheidsvak zal van binnen
naar ch1 tot ch3 schakelen.
3. Druk op een willekeurige knop om autoscan te
stoppen.
NB Kanaal 1 wordt gebruikt voor de buitentemperatuur
en -vochtigheidssensor. U kunt andere temperatuur- en
vochtigheidssensoren aansluiten op anderen kanalen.
WEERSVOORSPELLING
Dit product voorspelt het weer voor de volgende 12 tot 24
uur in een straal van 30-50 km (19-31 mijl).
Weersverwachtingsvak
ICOON BESCHRIJVING
Zonnig
Half bewolkt
Bewolkt
Regenachtig
Sneeuw
TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID
Het weerstation geeft binnen- en buitengegevens
weer voor:
1. Temperatuur / relatieve vochtigheid (huidig /
maximum / minimum)
2. Trendlijn
3. Gevoelstemperatuur (huidig / minimum) en
dauwpuntniveau (huidig / maximum / minimum)
Het weerstation kan gegevens verzamelen van maximaal
3 sensoren.
NB Kanaal 1 wordt gebruikt voor de temperatuur- en
vochtigheidssensor in de windsensor.
geeft aan van welke sensor u de gegevens bekijkt.
verschijnt wanneer u binnengegevens bekijkt.
Het tijdstempel registreert datum en tijd van in het geheugen
opgeslagen temperatuur- en vochtigheidsgegevens.
Om de meeteenheid van de temperatuur te
selecteren:
Druk op UNIT om °C / °F te selecteren.
NB Dit verandert de eenheid van alle temperatuurgegevens
tegelijkertijd.
Om temperatuurgegevens te bekijken (Huidige / Max
/ Min temperatuur):
1. Druk SELECT om naar het Temperatuurvak te gaan.
verschijnt naast het vak.
2. Druk op UP / DOWN om het kanaal te selecteren.
3. Druk op MAX / MIN om tussen huidig / MAX / MIN
weergave te kiezen.
Om de vochtigheidsgegevens te bekijken
(Vochtigheid, Dauwpunt):
1. Druk SELECT om naar het Vochtigheidsvak te gaan.
verschijnt naast het vak.
2. Druk op UP / DOWN om het kanaal te selecteren.
3. Druk herhaaldelijk op MODE om tussen de
vochtigheid- / dauwpuntschermen te schakelen.
4. Druk op MAX / MIN om tussen huidig / MAX / MIN
weergave te kiezen.
Het bijbehorende tijdstempel wordt in het Klokvak
weergegeven.
Om de geheugengegevens en tijdstempels voor
temperatuur, vochtigheid en dauwpunt te wissen:
In het Temperatuur- of Vochtigheidsvak, houdt u
tegelijkertijd en MAX / MIN ingedrukt, om de gegevens
te wissen.
NB Het dauwpunt geeft aan op welke temperatuur zich
condens zal vormen.