Operation Manual

1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken
Gebruikershandleiding 17
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken
De bedieningsbalk wordt links van het camerabeeld weergegeven bij het bekijken van het beeld van één
camera en biedt u de volgende functies:
Opmerking
De instellingen voor helderheid en witbalans worden niet opgeslagen. Telkens wanneer u de camera
herstart, worden deze instellingen terug ingesteld op de standaardwaarde.
1.2.1 De bedieningsbalk gebruiken
A. Regeling van de helderheid: hiermee kunt u de helderheid van het
weergegeven beeld aanpassen. Klik op [-] om het beeld te verdonkeren, op
[+] om het beeld te verhelderen en op [STD] om de standaardhelderheid
opnieuw in te stellen. Er zijn in totaal 9 helderheidsniveaus beschikbaar.
B. Knoppen voor tegenlichtcorrectie: hiermee kunt u de functie voor het
corrigeren van tegenlicht in- en uitschakelen. Met deze functie wordt
automatisch de helderheid van het camerabeeld gecorrigeerd (zie
pagina 18).
C. Keuzeschakelaar witbalans: hiermee kunt u de witbalans aanpassen aan
de cameraomgeving. Wijzig deze instelling om de kleuren zo natuurlijk
mogelijk te maken (zie pagina 19).
D. Keuzeschakelaar vernieuwingssnelheid: hiermee kunt u instellen hoe
vaak het camerabeeld wordt vernieuwd (zie pagina 20). Selecteer [MPEG-
4] of [MJPEG] voor het bekijken van bewegende beelden of een van de
andere instellingen voor het bekijken van stilstaande beelden (JPEG-
formaat) die slechts periodiek worden vernieuwd. Selecteer bijvoorbeeld [3
s] om het camerabeeld elke 3 seconden te vernieuwen.
E. Keuzeschakelaar beeldresolutie: hiermee kunt u de beeldresolutie (de
grootte van het beeld in pixels) instellen.
F. Keuzeschakelaar beeldkwaliteit: hiermee kunt u de beeldkwaliteit
selecteren. Selecteer [Favor Clarity] voor een optimale beeldhelderheid,
[Favor Motion] voor een optimale bewegingskwaliteit en [Standard] voor een
standaardbeeldkwaliteit. Deze keuzeschakelaar wordt niet weergegeven
wanneer [MPEG-4] geselecteerd is bij [Refresh Rate].
G. Keuzeschakelaar streamingmethode: hiermee kunt u de methode
selecteren die wordt gebruikt voor het streamen van MPEG-4-beelden van
de camera (zie pagina 20). Deze keuzeschakelaar wordt alleen
weergegeven wanneer [MPEG-4] geselecteerd is bij [Refresh Rate]. Om
MPEG-4-beelden te streamen met Multicast, moet u eerst de camera
configureren voor multicasting (zie pagina 113). Wanneer u dit hebt
uitgevoerd, is [Multicast] beschikbaar in het keuzemenu.
A
B
D
E
F
G
C