Operation Manual

2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde beelden door de camera
58 Gebruikershandleiding
2.8 Meer ui tleg over het b eheren van ge bufferde be elden door de ca mera
Het interne geheugen van de camera wordt verdeeld onder het aantal triggers die geconfigureerd zijn.
Voorbeeld: als er 5 triggers ingesteld zijn, is er voor elke trigger 1/5 van het interne geheugen van de camera
beschikbaar; als er 3 triggers ingesteld zijn, is er voor elke trigger 1/3 van het interne geheugen van de
camera beschikbaar enz. Zie pagina 162 voor informatie over de capaciteit van het interne geheugen van de
camera.
Het volgende voorbeeld geldt voor het bufferen van JPEG-beelden met een resolutie van 320 × 240 en een
standaardkwaliteit:
Wanneer u de instellingen voor een trigger wijzigt, worden alle gebufferde beelden in het interne geheugen
voor de geselecteerde trigger verwijderd. Bovendien is het mogelijk dat gebufferde beelden van andere
triggers ook worden verwijderd. Wanneer u een trigger geconfigureerd voor het bufferen of overzetten van
beelden, is het belangrijk te weten hoe de camera gebufferde beelden beheert.
Alle beelden van de geselecteerde trigger worden verwijderd wanneer:
u de instellingen voor een trigger wijzigt (frequentie voor het bufferen van beelden, overzetmethode,
overzetinstellingen enz.).
u klikt op [Delete Buffered Images] op de triggerpagina.
Alle beelden van alle triggers worden verwijderd wanneer:
u een trigger in- of uitschakelt (zie pagina 38).
u een nieuwe trigger configureert (zie pagina 30 of pagina 33).
u de camera herstart (zie pagina 136).
u de firmware van de camera updatet (zie pagina 137 en pagina 158).
u de standaardinstellingen van de camera herstelt (zie pagina 140).
u de instelling voor datum en tijd wijzigt (zie pagina 109).
[No Transfer, Memory Overwrite] selecteren voor het bufferen van JPEG-beelden via sensor-
of bewegingsdetectietriggers
Als u de camera wilt configureren om pre-trigger- en post-trigger-beelden te bufferen, is het aan te raden de
volgende instellingen te raadplegen bij het selecteren van [No Transfer, Memory Overwrite] voor het bufferen
van JPEG-beelden via sensor- of bewegingsdetectietriggers.
Bij het bufferen van JPEG-beelden met een resolutie van 320 × 240 en een standaardkwaliteit:
2.8 Meer uitleg over het beheren van gebufferde
beelden door de camera
Aantal triggers 12345
Maximaal aantal JPEG-beelden dat kan worden
gebufferd per trigger (ongeveer)
250 125 80 60 50
Aantal triggers 12345
Maximaal aantal JPEG-beelden dat kan worden
gebufferd per trigger (ongeveer) ("A")
250 125 80 60 50
Aanbevolen maximale aantal pre-trigger-beelden ("B") 80 40 20 20 10
Aanbevolen maximale aantal post-trigger-beelden
(wanneer u het aantal pre-trigger-beelden hebt
ingesteld zoals hierboven aangeraden) ("C")
90 40 40 20 30
Aantal gebufferde beelden (bij benadering) bij het
gebruik van de bovenstaande instellingen ("D")
17085604040