Portable Navigation System CN-GP50N Gebruiksaanwijzing Navigatiesoftware Nederlands V1.0 Lees de "Veiligheidsaanwijzingen" in het document "Belangrijke aanwijzingen", voordat u dit product gebruikt.
Copyright De in deze documentatie aanwezige informatie en gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zonder uitdrukkelijke toestemming van Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. mag geen deel van deze documentatie voor enig doel worden vermenigvuldigd of overgebracht, onafhankelijk van het feit op welke manier of met welke middelen, elektronisch of mechanisch, dit geschiedt. Alle technische informatie, tekeningen enz. vallen onder de wet op bescherming van het auteursrecht.
Inhoudsopgave 1 2 3 4 Inleiding .............................................................................................5 1.1 Over dit handboek .................................................................................5 1.2 Juridische aanwijzingen.........................................................................5 Garantie ...................................................................................5 1.2.2 Handelsmerken.........................................................
5.3 6 Routes met etappes........................................................................21 6.1 Routeplanning......................................................................................21 6.1.1 Het startpunt opgeven ...........................................................21 6.1.2 Routepunten opgeven ...........................................................22 6.1.3 Routepunten bewerken..........................................................22 6.2 Route opslaan...............
1 Inleiding 1.1 Over dit handboek Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd: Vet en cursief: Eigennamen, firma- en productnamen. KLEINE HOOFDLETTERS: Venster- en dialoognamen. Vet: Benadrukken van belangrijke tekstpassages. Onderstreept: Namen van knoppen, invoervelden en andere elementen van het gebruikersoppervlak. 1.2 Juridische aanwijzingen 1.2.
1.4 Veiligheidsaanwijzingen Lees de "Veiligheidsaanwijzingen" in het document "Belangrijke aanwijzingen", voordat u dit product gebruikt. 2 Eerste start van het navigatiesysteem Zodra u het navigatiesysteem op de stroomvoorziening heeft aangesloten, kunt u het voor de eerste keer in gebruik nemen. 1. Schakel het apparaat in. Het venster TAAL wordt geopend. 2. Druk op de taal waarin u het systeem wilt bedienen. De kaart gaat open in de modus Standaard. Deze laat de Arc de Triomphe in Parijs zien.
De kaart gaat open in de modus Standaard. Deze geeft uw huidige locatie weer. Wanneer de GPS-ontvangst onvoldoende is voor de positiebepaling, wordt de laatste bekende locatie weergegeven. Opmerking: Als u net bezig bent met een navigatie, wordt de kaart in de modus Navigatie geopend. 3.3 Het venster Menu openen In elk venster dat de kaart laat zien, treft u de knop Menu aan. ► Druk op de knop Menu. Het venster MENU wordt geopend. Van daaruit heeft u toegang tot alle functies van het navigatie-apparaat.
Informatie: Meer informatie over de GPS-status vindt u in het hoofdstuk "GPS-status, actuele locatie opslaan" op pagina 34. Energie Het pictogram Energie kan de volgende toestanden van de ingebouwde accu weergeven: Het apparaat wordt gevoed door een externe stroombron. De batterij wordt net geladen. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is voldoende. Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is zwak.
Opmerking: Onder Instellingen > Basisinstellingen > Toetsenbordlayout kunt u kiezen uit meerdere toetsenbordlayouts. Meer informatie over de configuratie vindt u in het hoofdstuk "De instellingen van het navigatiesysteem wijzigen" op pagina 37. Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens en accenten in te voeren. Het navigatiesysteem vult deze tekens automatisch voor u aan. Voorbeeld: U zoekt naar de plaats "Würzburg", dan voert u "WURZBURG" in.
3.8 Opties In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. Informatie: Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk "Opties" op pagina 26. 4 Navigatie Gestoorde GPS-ontvangst Wanneer de GPS-ontvangst gestoord is, wordt de navigatie onderbroken. De navigatiesoftware blijft geopend. Zodra weer GPS-signalen worden ontvangen, herkent het navigatiesysteem of uw positie zich in de tussentijd heeft veranderd. U kunt de navigatie dan gewoon voortzetten.
Op het pictogram wordt de landcode van het land van bestemming getoond. Opmerking: U kunt alleen landen selecteren waarvan ten minste een deel door de momenteel geladen kaart wordt bestreken. 4.1.2 Adres 1. Druk in het venster MENU op Bestemming > Adres. Het venster ADRES wordt geopend. 2. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in. 3. Voer de naam van de straat van bestemming in. U kunt echter ook de naam van een bekend object invoeren, b.v. "Olympisch stadion" of "Eiffeltoren". 4.
► Druk in het venster MENU op Instellingen > POI's, om in te stellen welke categorieën op de kaart worden weergegeven. Bijzondere bestemming in de buurt Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. U kunt zo b.v. altijd gemakkelijk het volgende tankstation vinden, waar u zich ook bevindt. Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de positiebepaling.
1. Druk in het venster MENU op Bestemming > POI > in het hele land. Het venster POI VAN NATIONALE BETEKENIS wordt geopend. 2. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt zoeken. De lijst Naam van bestemming wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch gesorteerd, bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie. 3. Druk op de naam van de bestemming. 4. Druk op de knop Navigatie starten. De kaart gaat open in de modus Preview.
ADRES, POI IN DE OMGEVING, POI VAN NATIONALE BETEKENIS of POI IN EEN STAD invoert. Bij vele restaurants is b.v. een telefoonnummer opgeslagen. U kunt dan meteen daar bellen en b.v. een tafel reserveren. Een van de hierboven beschreven vensters voor invoer van een bestemming is geopend. ► Druk op de knop (Informatie over bestemming). Het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING wordt geopend. Het bevat alle informatie die in de database van het navigatiesysteem aanwezig is over de opgegeven bestemming.
De lijst Naam van bestemming wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen. 3. Druk op de naam van de bestemming. De kaart gaat open in de modus Preview. Informatie: Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie starten" op pagina 17. 4.1.
Wanneer u voor de eerste keer op de knop Naar huis drukt, wordt u gevraagd uw adres in te voeren. Informatie: Meer informatie over het invoeren van het thuisadres vindt u in het hoofdstuk "Als thuisadres vastleggen" op pagina 19. ► Druk in het venster MENU op Bestemming > Naar huis. Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een dialoogvenster daarop gewezen. De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie is van toepassing. 4.
2. Druk op de knop (Bestemming zoeken) De kaart gaat open in de modus Bestemming zoeken. 3. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren. Opmerking: Hoe u het weergegeven kaartfragment zo verandert dat uw bestemming daarop goed zichtbaar is, kunt u nalezen in het hoofdstuk "Kaart in de modus Bestemming zoeken" op pagina 32. Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder het dradenkruis.
Navigatie starten ► Druk op de knop Navigatie starten of begin gewoon te rijden. Geen GPS-ontvangst Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de volgende melding: "Momenteel staat geen GPS-signaal ter beschikking. De navigatie wordt automatisch gestart, zodra de GPS-ontvangst voldoende is." U heeft de volgende mogelijkheden: ► ► 5 Wacht. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, wordt de route berekend en kunt u de navigatie starten. Druk op de knop Annuleren.
5. Wanneer u voor deze bestemming een spraakcommando wilt opslaan, druk dan op het veld Spraakcommando opslaan en volg de instructies op het beeldscherm. U kunt dan de navigatie naar deze bestemming altijd zeer snel starten door in het venster MENU op Bestemming > Spraakinvoer te drukken en het opgeslagen commando in het navigatie-apparaat te spreken. 6. Wanneer u het pictogram wilt wijzigen dat voor de naam van de bestemming te zien is, druk dan op het veld Pictogram wijzigen.
Deze favoriete bestemming is nu als uw thuisadres opgeslagen. Het pictogram ervan is standaard een huisje. De naam ervan luidt nu "Mijn adres". 5.2.3 Spraakcommando aanmaken Voor elke bestemming uit de lijst FAVORIETEN kunt u een spraakcommando opslaan. U kunt dan de navigatie naar deze bestemming dan altijd zeer snel starten door in het venster MENU op Bestemming > Spraakinvoer te drukken en het opgeslagen commando in het navigatie-apparaat te spreken. 3. Druk op het veld Spraakcommando opslaan.
Een dialoogvenster vraagt u om het wissen van de bestemming te bevestigen. 3. Druk op de knop Ja. De lijst FAVORIETEN wordt weer geopend. De gewiste bestemming wordt niet meer vermeld. 6 Routes met etappes U kunt de routeplanning ook uitvoeren, wanneer u geen GPS-ontvangst heeft, bijvoorbeeld comfortabel thuis. Aangemaakte routes kunt u opslaan om ze opnieuw te gebruiken en zo een willekeurig aantal routes plannen, bijvoorbeeld voor uw vakantie. 6.
Het gekozen startpunt wordt nu naast de knop 0 (Startpunt) weergegeven. Startpunt wijzigen ► Druk op het veld Startpunt vastleggen. Het menu STARTPUNT wordt geopend. U kunt nu een ander startpunt opgeven. Ga te werk zoals hierboven beschreven. 6.1.2 Routepunten opgeven De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt navigeren. Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar. 1. Druk op het veld Routepunt toevoegen. Het menu ROUTEPUNT wordt geopend. 2.
Wissen: Wist het geselecteerde routepunt. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen. ► Druk op het nummer van het routepunt, om het contextmenu weer te sluiten. Informatie: Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk "Navigatie" op pagina 24. 6.2 Route opslaan Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan. Opmerking: Alleen het startpunt en de routepunten worden opgeslagen, maar niet de berekende route.
5. Druk op de knop Opslaan. De lijst ROUTE LADEN wordt weer geopend. De nieuwe naam is genoteerd. 6.3.3 Route wissen 2. Druk op de route die u wilt wissen. 3. Druk op Opties > Wissen. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen van de route te bevestigen. 4. Druk op de knop Ja. De lijst ROUTE LADEN wordt weer geopend. De gewiste route wordt niet meer vermeld. 6.4 Navigatie De route moet eerst worden berekend. Daarna kunt u een navigatie starten of ook alleen simuleren. 6.4.
De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend. De simulatie wordt na de berekening gestart. Simulatie beëindigen De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd. ► Druk op de knop Menu. Het venster MENU wordt geopend. 6.4.3 Navigatie starten U heeft een route laten berekenen en weergeven. Routeprofiel Aan de berekening van de route ligt een zogenoemd routeprofiel ten grondslag. Wanneer u dit routeprofiel nu wilt bekijken of wijzigen, druk dan op de knop Routeprofiel.
7 Opties In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. ► Druk op de knop Opties, om de lijst met opties te openen. ► Druk op de optie die u wilt uitvoeren. ► Wanneer u de lijst met opties wilt sluiten zonder een optie uit te voeren, dan drukt u weer op de knop Opties. Alles wissen: Wist alle bestemmingen in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. De lijst is daarna leeg. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
Route laden: Opent een venster waarin u een opgeslagen route kunt laden. Route opslaan: Opent een venster waarin u de geplande route onder een bepaalde naam kunt opslaan. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Route opslaan" op pagina 23. Simulatie: Simuleert een navigatie op de weergegeven route. Deze simulatie kunt u ook zonder GPS-ontvangst uitvoeren. Er kunnen echter alleen routes tot een lengte van maximaal 100 km (60 mi) worden gesimuleerd.
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen: In het midden van het onderste derde deel wordt uw actuele positie weergegeven door een oranje driehoek. Wanneer u zich beweegt, verandert de positie van het driehoekje op het beeldscherm niet. In plaats daarvan wordt het weergegeven kaartfragment overeenkomstig uw bewegingsrichting bijgeschoven. De schaal van de kaart verandert afhankelijk van uw snelheid. ► Druk op de knop (Bestemming zoeken), om de kaart in de modus Bestemming zoeken te openen.
De kaart gaat open in de modus Preview. U ziet de hele route. 1 2 De route is oranje gemarkeerd. Een oranje driehoek geeft de actuele positie weer. Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven en het opgegeven startpunt is niet uw actuele positie, dan wordt de actuele positie op de preview mogelijkerwijs niet weergegeven. 3 De bestemming is gemarkeerd door een klein vlaggetje.
8.4 Kaart in de modus Navigatie Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de navigatie gestart. De kaart gaat open in de modus Navigatie. 1 Hier wordt aangegeven welke bewegwijzering u moet volgen. 2 Hier worden evt. geldende maximumsnelheden weergegeven. 3 De route is in de kleur oranje gemarkeerd. 4 De rijbanen die naar uw bestemming lopen, zijn in de kleur oranje weergegeven.
7 Een oranje driehoek geeft uw actuele positie op de kaart weer. Daarbij zorgt een continu veranderend kaartfragment ervoor, dat de actuele positie altijd zoveel mogelijk in het midden op de kaart wordt weergegeven. 8 Hier worden de hoogte boven het normaal nulpunt en de actuele snelheid weergegeven. 9 In het veld Totaal ziet u de resterende afstand tot de bestemming, de vermoedelijke rijduur en de vermoedelijke aankomsttijd.
Dag/Nacht: Wisselt tussen de display-modi "Dag" en "Nacht". Het pictogram van de actueel ingestelde modus is oranje weergegeven. Tussenbestemming: Opent een menu voor de invoer van een tussenbestemming. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten. Routepunt overslaan: Druk op deze knop, om het volgende routepunt over te slaan. Deze knop is niet actief, wanneer er geen 2 routepunten meer voor u liggen.
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet minder details. Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet meer details. Zoomen: Wanneer deze knop actief is, kunt u met uw vinger een kaartfragment tekenen. Tekent u het kaartfragment van linksboven naar rechtsonder, dan wordt het vervolgens naar beeldschermgrootte gezoomd. Tekent u het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven, dan wordt uit de kaart uitgezoomd.
Tussenbestemming: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten. Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer u zich net in een navigatie bevindt. Als bestemming vastleggen: Voegt het gekozen punt als laatste punt in de routeplanning toe. Wanneer nog geen routeplanning was geopend, wordt het gekozen punt het eerste routepunt in een nieuwe routeplanning.
4. Wanneer u de bestemming als thuisadres wilt vastleggen, druk dan op het veld Thuisadres. De waarde Ja is nu zwart geschreven en onderstreept. U kunt de navigatie naar deze positie altijd zeer snel starten door in het venster MENU op Bestemming > Naar huis te drukken. 5. Wanneer u voor deze bestemming een spraakcommando wilt opslaan, druk dan op het veld Spraakcommando opslaan en volg de instructies op het beeldscherm.
► Druk op de knop (Informatie) naast de melding om de details ervan te zien te krijgen. Belemmering ontwijken / negeren Belemmeringen op de route kan het navigatiesysteem Ontwijken ( of Negeren ( status weer. ► ► 9.2.2 ) ). De knop Ontwijken / Negeren geeft de betreffende Druk op de knop, om de telkens andere instelling te selecteren. Druk op de knop (Terug), om het venster VERKEERSINFORMATIE weer te sluiten. Instellingen TMC ► Druk in het venster VERKEERSINFORMATIE op Instellingen TMC.
10 De instellingen van het navigatiesysteem wijzigen Het venster INSTELLINGEN is het uitgangspunt voor alle aanpassingen waarmee u het navigatiesysteem naar uw persoonlijke voorkeur instelt. ► Druk in het venster MENU op Instellingen. Het venster INSTELLINGEN heeft meerdere knoppen: Actuele kaart, POI's, Basisinstellingen en Routeprofiel. ► Druk op een knop, om het betreffende instellingsvenster te openen. De instellingen van de afzonderlijke vensters zijn over meerdere beeldschermpagina's verdeeld.
Bij elke instelling is er een knop (Help). Wanneer u daarop drukt, vindt u een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling. U kunt instellingsvensters op twee manieren sluiten: ► Druk op de knop Klaar. Wijzigingen die u heeft uitgevoerd, worden overgenomen. ► Druk op de knop Annuleren. Wijzigingen die u heeft uitgevoerd, worden niet overgenomen. Het venster INSTELLINGEN is weer geopend.
11 Trefwoordenregister A F Actuele locatie Opslaan ........................................ 34 Adres Opgeven ....................................... 11 Afbeeldingen ....................................... 7 Favorieten Bestemming.................................. 15 Bewerken...................................... 19 Herbenoemen............................... 19 Mijn adres ..................................... 19 Opgeven ....................................... 15 Pictogram wijzigen........................
K P Kaart Bestemming zoeken ..................... 32 Navigatie....................................... 30 Preview ......................................... 28 Standaard ..................................... 27 Kaart weergeven ................................. 6 Kalibrering ......................................... 27 Pictogram wijzigen ............................ 20 POI in de omgeving ............................. 12 in een plaats ................................. 13 in het hele land ....................
T V Telefoon .............................................. 7 Thuisadres............................. 15, 18, 19 TMC Nieuwe berekening ....................... 36 Symbolen ........................................ 8 Tuningmodus ................................ 36 Weergeven ................................... 35 Toetsenbord ........................................ 8 Tuningmodus..................................... 36 Tussenbestemming ........................... 32 Veiligheidsaanwijzingen....................