Operating Instructions

NEDERLANDS
49
PROBLEMEN OPLOSSEN
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
SYMPTOOM
SYMPTOOM
OORZAAK
OORZAAK
Er komt damp uit de binnenunit. • Condensatie door koelproces.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water. Stromend koelmiddel in het apparaat.
De ruimte heeft een vreemde geur. Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is
van de muur, het tapijt, meubels of kleding.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.
De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf reeds
gestopt is.
Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit
(hoogstens 30 seconden).
Het apparaat begint pas na enkele minuten vertraging
nadat het opnieuw is opgestart.
De vertraging dient ter bescherming van de compressor
van de unit.
Er komt water/stoom uit de buitenunit. In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
Timerindicator is altijd aan. Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen
dagelijks uitgevoerd.
Aan/Uit-indicator knippert in de stand VERWARMEN zonder
toevoer van warme lucht (en jalouzie is gesloten).
De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING
(Luchzwenking) is ingesteld op AUTO).
De binnenventilator stopt af en toe tijdens verwarmen. • Onbedoeld koelen voorkomen.
De AAN/UIT-indicator knippert voordat de unit wordt
ingeschakeld.
Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor
werking wanneer de ON timer is ingeschakeld.
Krakend geluid tijdens bedrijf. Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of
contractie van het apparaat.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
SYMPTOOM
SYMPTOOM
CONTROLEER
CONTROLEER
Verwarmings-/Koelingswerking werkt niet ef cient. Stel de temperatuur correct in.
Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de lters schoon of vervang ze.
Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
Luidruchtig tijdens werking. Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
Sluit het voorpaneel correct.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het transmissiesignaal is zwak.)
Plaats de batterijen correct.
Vervang zwakke batterijen.
Het apparaat werkt niet. Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
Controleer of de timers zijn ingesteld.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
Het een en ander uorescerend licht kan eventueel de
signaalzender storen. Vraag advies aan een of ciële
dealer.
De unit stopt en de timer indicator ikkert.
Laat de foutcode verschijnen met behulp van de afstandsbediening.
1
Houd de knop
5 seconden
ingedrukt.
3
Druk op de knop
om de controle te
stoppen.
TIMER
SET
CANCEL
ON
OFF
1
2
3
SET CHECK CLOCK RESET
AC
RC
2
Houd de knop
ingedrukt totdat u een
pieptoon hoort en
noteer de foutcode.
Opmerking:
• Bij bepaalde fouten kunt u
de unit opnieuw opstarten
met beperkte functies, er
klinken dan 4 piepgeluiden
bij het opstarten.
4
Schakel het apparaat uit en geef de storingscode door aan een bevoegde
installateur.