Operating Instructions

21
Nederlands
Problemen oplossen
Reinigingsinstructies / Problemen oplossen
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U
HULP MOET INROEPEN
SCHAKEL DE STROOMTOEVOER UIT EN
TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
en raadpleeg een bevoegde handelaar, onder
de volgende omstandigheden:
Een abnormaal lawaai tijdens de werking.
Water of vreemde deeltjes zijn in de
afstandsbediening binnengedrongen.
Er lekt water uit de binnenunit.
De zekering springt regelmatig uit.
De stroomdraad wordt onnatuurlijk warm.
De schakelaars of knoppen werken niet
zoals het hoort.
De unit stopt en de TIMER-indicator knippert.
Laat de foutcode verschijnen met behulp van de afstandsbediening.
ON
OFF
SET
TIMER
CANCEL
ON
O
FF
S
ET
TIMER
C
AN
C
E
L
Houd de knop
ingedrukt totdat
u een pieptoon
hoort en noteer de
foutcode
21
Druk op de
knop om de
controle te
stoppen
Schakel de eenheid
uit en deel de
foutcode mee aan
de geautoriseerde
leverancier
4
3
Houd
de knop
5 seconden
ingedrukt
Bij bepaalde fouten kunt u de unit opnieuw opstarten met
beperkte functies, er klinken dan 4 piepgeluiden bij het opstarten.
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Symptoom Oorzaak
Er komt damp uit de binnenunit.
Condensatie door koelproces.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water.
Stromend koelmiddel in het apparaat.
De ruimte heeft een vreemde geur.
Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van de
muur, het tapijt, meubels of kleding.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
Zo verdrijft u de omgevingsgeur.
De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf
reeds gestopt is.
Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit
(hoogstens 30 seconden).
Het apparaat begint pas na enkele minuten vertraging
nadat het opnieuw is opgestart.
De vertraging dient ter bescherming van de compressor van de
unit.
Er komt water/stoom uit de buitenunit.
In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
TIMER-indicator is altijd aan.
Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks
uitgevoerd.
Het POWER-lampje knippert in de stand VERWARMEN
zonder toevoer van warme lucht (en gesloten klep).
De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING (Luchzwenking)
is ingesteld op AUTO).
De binnenventilator stopt af en toe tijdens verwarmen.
Onbedoeld koelen voorkomen.
De POWER-indicator knippert voordat de unit wordt
ingeschakeld.
Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor werking
wanneer de ON timer is ingeschakeld.
Krakend geluid tijdens bedrijf.
Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of contractie
van het apparaat.
Verkleuring van kunststof onderdelen.
Verkleuring is afhankelijk van het materiaaltype van de kunststof
onderdelen en wordt versneld bij blootstelling aan warmte,
zonlicht, UV-straling of omgevingsfactoren.
Koeling/verwarmingscapaciteit is minder bij de
laagste instelling voor de ventilatorsnelheid.
De lage ventilatorsnelheid geeft prioriteit aan geruisarme
werking, dus koeling/verwarmingscapaciteit kan minder zijn
(afhankelijk van de omstandigheden). Laat de Ventilatorsnelheid
toenemen als u de capaciteit wilt laten toenemen.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Symptoom Controleer
De stand VERWARMING/KOELEN werkt niet goed.
Stel de temperatuur correct in.
Sluit alle deuren en ramen.
Maak de lters schoon of vervang ze.
Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
Luidruchtig tijdens werking.
Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
Sluit het voorpaneel correct.
Afstandsbediening werkt niet.
(De display is gedimd of het transmissiesignaal is zwak.)
Plaats de batterijen correct.
Vervang zwakke batterijen.
Het apparaat werkt niet.
Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
Controleer of de timers zijn ingesteld.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
Het een en ander uorescerend licht kan eventueel de
signaalzender storen. Vraag advies aan een of ciële dealer.