Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken Digitale Camera Model Nr. DC-GH5 Lees deze instructies zorgvuldig door voordat u dit product gebruikt en bewaar deze handleiding, zodat u deze later kunt raadplegen.
De benodigde informatie vinden In deze “Gebruiksaanwijzing voor geavanceerde kenmerken” kunt u de informatie die u nodig heeft op de volgende pagina’s vinden. Door op een paginanummer te klikken, kunt u naar de aangekoppelde pagina springen en snel de informatie vinden. Zoeken vanuit de “Inhoud” Klik op deze icoon om naar “Inhoud” te springen.
Gebruik van deze handleiding Over de aanduiding van de toepasbare modus Toepasbare modi: De iconen duiden op de modussen die voor de functie beschikbaar zijn. • Zwarte iconen: toepasbare modussen • Grijze iconen: niet beschikbare modussen , en zullen verschillen, afhankelijk van de opnamemodussen die bij de standaardinstellingen geregistreerd zijn. ∫ De symbolen in de tekst : MENU Wi-Fi Geeft aan dat het menu ingesteld kan worden door op de [MENU/SET]-toets te drukken.
Inhoud De benodigde informatie vinden ...............................................................................2 Gebruik van deze handleiding ..................................................................................3 Inhoudsopgave van de functies ..............................................................................10 1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera .............................................................................13 Standaardaccessoires.....................
3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus)......................65 • [Intelligent auto]-menu ....................................................................................68 • Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid .................................................................................................69 Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) ......................
• Handelingen tijdens het selecteren van foto's/Selecteren van foto's op het TV-scherm ...............................................................................125 Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking)..............128 • Opnames maken met de Post Focus-functie ...............................................128 • Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto ....130 • Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) ...........
• Beelden opnemen met opnamedatums erop ([Tijdstempel Opname]).........171 • Weergeven van kleurenbalken/uitgeven van een testtoon...........................172 Opnemen van films in de Creatieve Video-modus................................................173 • Het opnemen met een minimale witverzadiging door comprimeren van overbelichte delen (Knie) .............................................................................175 • Snel of langzaam films opnemen ([Variabele beeldfreq.]) ......................
• De Wi-Fi-verbindingsmethode veranderen...................................................272 • Eindigen van de Wi-Fi-verbinding ................................................................273 Bediening met een smartphone/tablet ..................................................................274 • De camera in-/uitschakelen met een smartphone ........................................274 • Fotograferen via een smartphone (remote opname)....................................
12. Overige Optionele accessoires...........................................................................................319 Display Monitor/Display Zoeker ............................................................................321 Waarschuwingen op het scherm ...........................................................................328 Problemen oplossen .............................................................................................330 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik.............
Inhoudsopgave van de functies Opnemen Opnemen Opnamefunctie ................................ P44 [Voorvertoning] ................................ P76 [Intervalopname]............................ P134 [Stop-motionanimatie] ................... P136 Lensopening Bracket..................... P141 Focus Bracket ............................... P141 [Stille modus] ................................. P216 [Multi-belicht.] ................................ P220 Beeldkwaliteit en kleurtoon [Gevoeligheid]................
Films Films [Opname-indeling] .........................P163 [Opn. kwaliteit] ............................... P163 Films in 4K.....................................P164 Foto’s maken terwijl u een film opneemt ........................................ P168 Audio [Micr. instellen] ...............................P170 [Microfoon begrenzer] ....................P170 [Windreductie]................................P193 [Uitsch. geluid vd wind] ..................P222 [Lens ruisreductie] .........................
Afspelen Afspelen Beelden afspelen...........................P196 Films afspelen ...............................P197 Afspeelzoom.................................. P199 Multi Playback ............................... P200 Wissen........................................... P203 [Auto review].................................. P228 Instellingen afspelen/weergave [Diashow]....................................... P247 [Roteren]........................................ P261 [RAW-verwerking] ..........................
1. Voor Gebruik Zorgdragen voor de fotocamera Niet blootstellen aan sterke trillingen, schokken of druk. • De lens, de monitor of de ombouw kunnen beschadigd worden bij gebruik onder de volgende omstandigheden. Hierdoor kunnen ook storingen ontstaan of kan het zijn dat het beeld niet wordt opgenomen, indien u: – Het toestel laten vallen of er tegen stoten. – Hard op de lens of op de monitor duwt.
1. Voor Gebruik ∫ Over condensatie (wanneer de lens, de zoeker of de monitor beslagen zijn) • Condens treedt op wanneer de omgevingstemperatuur of de vochtigheid veranderen. Wees voorzichtig met condensatie omdat dit vlekken en schimmel op de lens, de zoeker en de monitor veroorzaakt en een slechte werking van de camera. • Als er zich condens voordoet, het toestel uitzetten en deze gedurende 2 uur uit laten staan.
1. Voor Gebruik Standaardaccessoires Controleer of alle accessoires bijgeleverd zijn alvorens het toestel in gebruik te nemen. • De accessoires en de vorm ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of het gebied waar u de camera hebt gekocht. Raadpleeg voor details over de accessoires “Beknopte gebruiksaanwijzing”. • Batterijpak wordt aangegeven als batterijpak of batterij in de tekst. • Batterijlader wordt aangegeven als batterijlader of lader in de tekst.
1. Voor Gebruik Namen en functies van de componenten ∫ Camera 12 3 1314 15 16 17 8 9 10 11 12 18 19 20 21 19 4 5 6 7 22 24 30 29 28 27 1 WIRELESS-verbindingslampje (P265) 16 2 Statuslampje (P39) 3 Toestel AAN/UIT (P39) 23 26 25 Flitsschoen (bescherming flitsschoen) (P153) • De bescherming van de flitsschoen buiten het bereik van kinderen houden om het inslikken ervan te voorkomen.
1.
1. Voor Gebruik ∫ Lens H-ES12060 H-FS12060 2345 1 6 7 8 6 7 8 1 H-HSA12035 1 2 3 4 1 Lensoppervlak 2 Focusring (P101) 3 Zoomring (P147) 4 O.I.S.-schakelaar (P143) 5 [AF/MF]-schakelaar • Als de [AF/MF]-schakelaar van de lens, of de instelling van de camera, op [MF] gezet is, is de manuele focus (MF) vrijgegeven.
1. Voor Gebruik Over de Lens Dit toestel kan de speciale lenzen gebruiken die compatibel zijn met de specificatie van de lensmontage van het Micro Four ThirdsTM Systeem (Micro Four Thirds montage). U kunt ook een lens van een van de volgende standaards gebruiken door een montageadapter te bevestigen.
2. Opstarten/Basisbediening Het bevestigen van de Schouderriem • We raden aan de schouderriem te bevestigen wanneer u het toestel gebruikt om het vallen ervan tegen te gaan. 1 Haal de schouderriem door het lusje van de schouderriem op het toestel. A: Lusje voor schouderriem 2 3 4 Haal het uiteinde van de schouderriem door de ring in de richting van de pijl en haal het vervolgens door de stopper. Haal het uiteinde van de schouderriem door het gat aan de andere kant van de stopper.
2. Opstarten/Basisbediening Opladen van de Batterij ∫ Over batterijen die u voor dit toestel kunt gebruiken Er is geconstateerd dat namaakbatterijpakketten, die sterk op het originele product lijken, in omloop gebracht worden op bepaalde markten. Niet alle batterijpakketten van dit soort zijn op gepaste wijze beschermd met een interne bescherming om te voldoen aan de eisen van de toepasselijke veiligheidstandaards. Er is een mogelijkheid dat deze batterijpakketten tot brand of explosie kunnen leiden.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Over het [CHARGE] lampje Aan: Opladen bezig. Uit: Opladen is voltooid. (Sluit de lader af van het stopcontact en verwijder de batterij als het laden geheel klaar is.) • Als het [CHARGE] lampje knippert – De batterijtemperatuur is te hoog of te laag. Er wordt aanbevolen om de batterij opnieuw te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 oC en 30 oC. – De polen op de lader of op de batterij zijn vuil. Wrijf ze in dit geval schoon met een droge doek.
2. Opstarten/Basisbediening Uitvoertijd en aantal te maken beelden bij benadering Volgens de CIPA (Camera & Imaging Products Association)-standaard Als een SDHC-geheugenkaart van Panasonic en de bijgeleverde batterij gebruikt worden.
2.
2.
2.
2. Opstarten/Basisbediening Plaatsen/Verwijderen van de batterij • Controleer dat dit toestel uitstaat. 1 1: Schuif de vrijgavehendel in de richting van de pijl (naar de kant OPEN). 2: Open het batterijdeurtje. • Gebruik altijd originele Panasonic batterijen. • Als u andere batterijen gebruikt, garanderen wij de kwaliteit van dit product niet. 2 Let op bij de richting van plaatsing van de batterij en plaats hem volledig naar binnen, tot u een blokkeergeluid hoort.
2. Opstarten/Basisbediening Plaatsen/Verwijderen van de kaart (optioneel) • Controleer of het toegangslampje uitgegaan is. 1 2 Schuif het kaartklepje open. Duw er net zolang tegen tot u een “klik” hoort en let op de richting waarin u de kaart plaatst. Om de kaart uit te nemen, op de kaart duwen tot deze “klikt” en de kaart vervolgens rechtop uitnemen. • Er kan in kaartsleuf 1 A en in kaartsleuf 2 B één kaart naar binnen gestoken worden.
2. Opstarten/Basisbediening Controlelampjes toegang kaart MOV 8bit FHD 24p 4:3 L AFS Toegangslampje Toegangsaanduiding Brandt terwijl men zich toegang tot de kaart verschaft (tijdens de opname, het wissen, formatteren, enz.). Gaat rood branden wanneer een afbeelding op de kaart opgenomen wordt. • Tijdens de toegang (d.i.
2. Opstarten/Basisbediening Kaartinformatie De volgende kaarten, die overeenstemmen met de SD-standaard, kunnen gebruikt worden met dit toestel. (Deze kaarten worden aangeduid als kaart in de tekst.) • Dit toestel is compatibel met UHS-I/UHS-II UHS Snelheidsklasse 3 standaard SDHC/ SDXC-geheugenkaarten. • De werking van de links aangeduide kaarten is bevestigd met kaarten van Panasonic.
2. Opstarten/Basisbediening Formatteren van de kaart (initialisatie) Formatteer de kaart alvorens beelden met dit toestel op te nemen. Aangezien de gegevens na het formatteren niet teruggewonnen kunnen worden, dient u van te voren een back-up van de benodigde gegevens te maken. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Formatteren] > [SD slot 1]/[SD slot 2] • Gebruik een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) wanneer u formatteert.
2.
2. Opstarten/Basisbediening • [MP4 (LPCM)], [MOV] [Opn.
2. Opstarten/Basisbediening Bevestigen/Verwijderen van de lens • Controleer dat het toestel uitstaat. • Verwissel de lens in een plaats met weinig vuil of stof. Raadpleeg P340 als vuil of stof op de lens terechtkomen. Bevestigen van de lens 1 Draai de achterste lensdop A en de body-kap B in de richting van de pijl om ze los te maken. 2 Lijn de pasmarkeringen voor de lens C uit en draai de lens vervolgens in de richting van de pijl tot de klik gehoord wordt.
2. Opstarten/Basisbediening De lens losmaken • Bevestig de lensdop. Terwijl u op de ontgrendelknop van de lens A drukt, draait u de lens naar de pijl, tot de lens stopt waarna u deze verwijdert. • Om te voorkomen dat stof en andere deeltjes een opeenhoping vormen op de camera of de lens, of deze binnendringen, bevestigt u de body-kap op de camera en de achterste lensdop nadat u de lens van de camera losgemaakt heeft.
2. Opstarten/Basisbediening De lenskap gebruiken Wanneer u opneemt met sterk achtergrondlicht, zou er zich onregelmatige reflectie kunnen voordoen binnen de lens. De lenskap reduceert dit fenomeen van ongewenst licht op de gemaakte beelden en vermindert de contrastdaling. De lenskap neemt het teveel aan licht weg en verbetert de beeldkwaliteit.
2. Opstarten/Basisbediening Tijdelijk opbergen van de lenskap Voorbeeld: H-ES12060 1 Draai de lenskap in de richting van de pijl terwijl u op de lenskap op knop A drukt. 2 Lijn het merkteken B ( ) op de lenskap uit met het merkteken op de top van de lens. 3 Draai de lenskap in de richting van de pijl tot hij op zijn plaats klikt.
2. Opstarten/Basisbediening Openen van de monitor Op het moment van aankoop van deze camera bevindt de monitor zich in de camera body. Haal de monitor tevoorschijn zoals hieronder getoond wordt. 1 Open de monitor. (Maximum 180o) 2 Deze kan 180o vooruit gedraaid worden. 3 De monitor terugzetten in zijn originele positie. • Let bij het draaien van de monitor op dat u niet te veel kracht uitoefent. Daardoor kan schade berokkend worden.
2. Opstarten/Basisbediening De datum en de tijd instellen (Klokinstelling) • De klok is niet ingesteld wanneer het toestel vervoerd wordt. 1 Zet het toestel aan. • Als de camera ingeschakeld wordt, zal het statuslampje 1 gaan branden. • Als het taalselectiescherm niet wordt afgebeeld, overgaan op stap 4. 2 3 4 5 Op [MENU/SET] drukken. Druk op 3/4 om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET]. Op [MENU/SET] drukken.
2. Opstarten/Basisbediening 7 8 9 Wanneer [De klokinstelling is voltooid.] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Wanneer [Gelieve de thuiszone instellen] weergegeven wordt, druk dan op [MENU/SET]. Druk op 2/1 om de thuiszone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. De klok opnieuw afstellen Selecteer [Klokinst.] in het [Set-up]-menu. (P55) • De klok kan opnieuw ingesteld worden, zoals getoond wordt in de stappen 5 en 6 op P39. • De klokinstelling wordt behouden gedurende 3 maanden m.b.v.
2. Opstarten/Basisbediening Basisbediening Tips om mooie opnamen te maken Het toestel voorzichtig vasthouden met beide handen, armen stil houden en uw benen een beetje spreiden. • Het AF Assist-lampje A of de microfoon B niet afdekken met uw vingers of andere voorwerpen. • Wanneer u foto's maakt, zorg er dan voor dat u stabiel staat en u niet tegen iemand of iets anders in de nabijheid kan botsen.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de zoeker Diopter afstellen Stel het diopter zo in dat u de karakters die in de zoeker getoond worden, duidelijk kunt zien. Schakelen tussen Monitor/Zoeker Druk op [LVF] om tussen de monitor en de zoeker te schakelen. A [LVF]-knop B Oogsensor • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60) ョㄏブ Druk op [LVF]. Automatisch schakelen tussen zoeker/monitor¢ Weergave zoeker¢ Weergave monitor ¢ Als [Oogsensor AF] in het [Voorkeuze] ([Focus / Sluiter Losl.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Opmerkingen over automatisch schakelen tussen zoeker/monitor Het automatisch schakelen tussen zoeker/monitor stelt de oogsensor in staat de weergave automatisch naar de zoeker te schakelen als u uw oog of een voorwerp er vlakbij brengt. • Als u de functie voor het automatisch schakelen tussen de zoeker/monitor inschakelt en het opname-informatiescherm (P50) op de monitor weergeeft, kan [Batt. Besparende LVF-Opn.
2. Opstarten/Basisbediening Filmknop (films opnemen) Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. • Laat de videoknop onmiddellijk na het indrukken los. Stop het opnemen door weer op de bewegend beeldknop te drukken. Modusknop (voor selectie van een opnamemodus) Druk op de vergrendelknop 1 van de modusknop, om de vergrendeling vrij te geven. • De modusknop wordt vergrendeld als de vergrendelknop ervan losgelaten is. Bij iedere druk wordt de modusknop vergrendeld/ ontgrendeld.
2. Opstarten/Basisbediening Modusknop op de voorkant/Modusknop op de achterkant Draaien: De selectie van items of de instelling van waarden wordt uitgevoerd tijdens de diverse instellingen. • Deze gebruiksaanwijzing beschrijft de bediening van de modusknop op de voorkant/achterkant als volgt: bijv. terwijl u de modusknop op de voorkant naar links of rechts draait bijv.
2. Opstarten/Basisbediening Tijdelijk veranderen van de items die aan de modusknoppen op de voor-/ achterkant toegekend zijn ([Dialwerking]) U kunt de items die aan de modusknoppen op de voor-/ achterkant toegekend zijn tijdelijk veranderen met gebruik van de functieknop waaraan [Dialwerking] toegekend is. [Dialwerking] is op het moment van aankoop aan [Fn1] toegekend.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Instellen van de werkmethoden van de modusknop op de voorkant en de modusknop op de achterkant MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Instellingen wieltje] [Wieltje toewijzen (F/SS)] Kent de bediening van de lensopeningwaarde en de sluitertijd toe in de handmatige belichtingsmodus. [ F SS]: Kent de lensopeningwaarde toe aan de modusknop op de voorkant en de sluitertijd aan de modusknop op de achterkant.
2. Opstarten/Basisbediening Cursorknoppen/[MENU/SET] knop Op de cursorknop drukken: Voert de selectie van items of de instelling van waarden, enz., uit. Op [MENU/SET] drukken: De instellingsinhouden, enz., worden bevestigd. • Deze gebruiksaanwijzing geeft de op-, neer-, links- en rechtsbeweging van de cursorknop weer als 3/4/2/1. Joystick De joystick kan op twee manieren gebruikt worden: hij kan omhoog, omlaag, naar links of naar rechts bewogen worden of er kan op gedrukt worden.
2. Opstarten/Basisbediening [DISP.]-knop (omschakelen van de weergegeven informatie) Druk op [DISP.] om de op het scherm weergegeven informatie om te schakelen. ュリヴヱハ In de opnamemodus Omschakelen van de weergavemethode van de zoeker/monitor MENU > [Voorkeuze] > [Scherm / Display] > [LVF/Monitorweerg. Ingest.] > [LVF Weergave Ingesteld]/[Monitorweergave Ingesteld] [ ] (zoekerstijl) Maakt de beelden iets kleiner zodat de compositie van de beelden beter bekeken kan worden.
2.
2. Opstarten/Basisbediening In de afspeelmodus Weergave van gedetailleerde informatie¢1 Met informatie 4:3 L 4:3 200 s RGB L STD. ISO F3.5 Zonder informatie 1/5 AFS 1/98 98 Zonder informatie (weergave highlight)¢2 AWB 0 60 2017.12. 1 10:00 F3.
2. Opstarten/Basisbediening Aanraakpaneel (Aanraakbediening) Het aanraakpaneel van dit toestel is capacitatief. Raak het paneel rechtstreeks aan met uw blote vinger. ∫ Aanraken Aanraken en loslaten van het aanraakscherm. Fn7 Fn8 Fn9 Fn10 OFF Fn11 OFF ∫ Verslepen Een beweging zonder het aanraakscherm los te laten. A ∫ Knijpen (vergroten/verkleinen) Spreid het aanraakpaneel met twee vingers uiteen (vergroten) of knijp het samen (verkleinen). B 2.0X • Raak het paneel aan met een schone, droge vinger.
2. Opstarten/Basisbediening Foto’s maken met gebruik van de aanraakfunctie Foto’s maken met gebruik van de Touch Shutter functie Toepasbare modi: Door het scherp te stellen onderwerp slechts aan te raken, zal het scherp gesteld worden en wordt de foto automatisch gemaakt. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ × ] aan. • De icoon zal in [ ] veranderen en het wordt mogelijk een foto te maken met de Touch Shutter-functie. 3 Raak het scherp te stellen onderwerp aan en neem de foto.
2. Opstarten/Basisbediening Eenvoudig optimaliseren van de helderheid van een bepaalde zone (Touch AE) Toepasbare modi: U kunt de helderheid van een aangeraakte positie gemakkelijk optimaliseren. Als het gezicht van het onderwerp donker lijkt, kunt u het scherm helderder maken overeenkomstig de helderheid van het gezicht. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak [ AE ] aan. × • Het instellingenscherm voor de optimaliseringspositie van de helderheid wordt weergegeven.
2. Opstarten/Basisbediening Menuonderdelen instellen U kunt of de knoppen bedienen of de monitor aanraken om menu-items in te stellen. 1 Op [MENU/SET] drukken. / [Intelligent auto] (P68) [Creatieve film] (P182) [Voorkeuzemode] (P85) [Creatieve opties] (P78) Deze menu's stellen u in staat de functies in te stellen die alleen beschikbaar zijn voor de overeenkomstige opnamemodussen. Deze menu's worden alleen weergegeven voor de overeenkomstige opnamemodussen.
2. Opstarten/Basisbediening 2 Druk op 3/4 van de cursorknop om het menu-item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • U kunt het menu-item ook selecteren door aan de bedieningsknop te draaien. • U kunt ook naar het volgende scherm gaan door aan de modusknop op de achterkant te draaien. Aanraakbediening Raak het menu-onderdeel aan. • U kunt de weer te geven pagina omschakelen door de balk (A) op de rechterkant van het scherm aan te raken. Weergeven van de uitleg van menu-items. Als u op [DISP.
2. Opstarten/Basisbediening ∫ Schakelen naar andere menu’s 1 2 3 Druk op 2. Druk op 3/4 om een menuselectie-icoon te selecteren, zoals [ ]. • U kunt de iconen voor het omschakelen van het menu ook selecteren door aan de modusknop op de voorkant te draaien. Op [MENU/SET] drukken. Aanraakbediening Raak een menuselectie-icoon aan, zoals [ ]. ∫ Sluit het menu Druk op [ ] aan of druk de sluiterknop tot halverwege in. Aanraakbediening Raak [ ] aan.
2. Opstarten/Basisbediening Snel oproepen van veelgebruikte menu's (Quick Menu) M.b.v. het snelle menu, kunnen sommige menu-instellingen gemakkelijk gevonden worden. • De kenmerken die afgesteld kunnen worden m.b.v. het Snelle Menu worden bepaald door de functie of een weergavestijl waar het toestel zich in bevindt. 1 Druk op [Q.MENU] om het Snelmenu weer te geven. • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60) 2 ョㄏビ Draai aan de modusknop op de voorkant om het menu-item te selecteren.
2. Opstarten/Basisbediening Aanpassen van de instellingen van het Snelmenu Als [Q.MENU] (P227) in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu op [CUSTOM] gezet is, kan het Quick Menu naar wens veranderd worden. Er kunnen tot 15 items in het Quick Menu ingesteld worden. 1 Druk op 4 om [ ] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. 4:3 L 2 3 AFS Druk op 3/4/2/1 om het menu-item in de bovenste rij te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
2. Opstarten/Basisbediening Toekennen van veelgebruikte functies aan de knoppen (functieknoppen) U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen. • Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop. 1 Selecteer het menu.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het opnemen U kunt de toegekende functies gebruiken door tijdens de opname op een functieknop te drukken. ∫ Gebruik van de functieknoppen met aanraakhandelingen Fn7 1 2 Fn8 Raak [ ] aan. Fn9 Raak [Fn7], [Fn8], [Fn9], [Fn10] of [Fn11] aan. Fn10 OFF Fn11 OFF ∫ Functies die toegekend kunnen worden in [Instelling in opnamemodus] – [Wi-Fi] (P265): [Fn7]¢ – [Q.MENU] (P58): [Fn2]¢ – [LVF/Scherm] (P42): [Fn5]¢ – [LVF/Scherm disp.
2. Opstarten/Basisbediening – [Peaking] (P228) – [Histogram] (P229): [Fn8]¢ – [Richtlijnen] (P229) – [Zebrapatroon] (P230) – [Zwart-wit Live View] (P228) Menu [Voorkeuze] – [Opn.gebied] (P231) – [Video prioriteit menu] (P231) – [Stapsg. zoom] (P151) – [Zoom snelheid] (P151) Opnamefuncties – [Opn. / Terugsp. Sch.
2. Opstarten/Basisbediening Gebruik van de functieknoppen tijdens het afspelen U kunt een toegekende functie rechtstreeks op een geselecteerd beeld instellen door tijdens het afspelen op de functieknop te drukken. Voorbeeld: Wanneer [Fn2] op [Rating¿3] gezet is 1 2 Op 2/1 drukken om het beeld te kiezen. Druk op [Fn2] en stel het beeld vervolgens in als [Rating¿3].
2. Opstarten/Basisbediening Tekst Invoeren 1 Druk op 3/4/2/1 om tekst te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om deze te registreren. • Beweeg de cursor naar [ ] en druk vervolgens op [MENU/SET] om de tekst om te schakelen tussen [A] (hoofdletters), [a] (kleine letters), [1] (nummers) en [&] (speciale lettertekens). • Om hetzelfde letterteken opnieuw in te voeren, draait u de bedieningsknop naar rechts om de cursor te bewegen.
3. Opnamemodussen Foto's maken met de automatische functie (Intelligent Auto modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt de camera de optimale instellingen voor het onderwerp en de scène. 1 Zet de modusknop op [¦]. • De camera zal schakelen naar de meest recentelijk gebruikte van de Intelligent Auto Plus modus of de Intelligent Auto modus. Op het moment van aankoop is de modus op de Intelligent Auto Plus modus gezet. 2 Lijn het scherm uit met het onderwerp.
3. Opnamemodussen De camera detecteert scènes automatisch (scènedetectie) ( : Tijdens het maken van foto's, : Tijdens het maken van films) [i-Portret] [i-Landschap] [i-Macro] [i-Nachtportret]¢1 [i-Nachtl.schap] [iHandh. nachtop.]¢2 [i-Voedsel] [i-Baby]¢3 [i-Zonsonderg.] [i-Zacht licht] ¢1 Weergegeven als een externe flitser gebruikt wordt. ¢2 Alleen weergegeven als [iHandh. nachtop.] op [ON] staat. (P68) ¢3 Als [Gezicht herk.
3. Opnamemodussen De Intelligent Auto Plus modus stelt u in staat bepaalde instellingen aan te passen, zoals de helderheid, de kleurtoon en de regeling van het onscherpe gedeelte, terwijl de Intelligent Auto modus ook voor andere instellingen gebruikt wordt.
3. Opnamemodussen [Intelligent auto]-menu Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Intelligent Auto Plus modus en de Intelligent Auto modus. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Intelligent auto] Handheld opnames van nachtelijke scènes maken ([iHandh. nachtop.]) Als [ ] gedetecteerd wordt terwijl nachtelijke handheld-opnames gemaakt worden, zullen de beelden van de nachtelijke opname met een hoge burst-snelheid gemaakt worden en uit een enkel beeld bestaan.
3. Opnamemodussen Fotograferen met de instellingen voor aangepaste kleur, defocus en helderheid Opnamefunctie: ∫ Instelling helderheid 1 Druk op [ ]. 2 Draai aan de modusknop op de achterkant om de helderheid in te stellen. • U kunt de instelling van de belichtingsbracket aanpassen door op 3/4 te drukken terwijl het instellingenscherm van de helderheid weergegeven wordt. (P140) • Druk op [ ] om terug te keren naar het opnamescherm. OFF +1 -5 -4 -3 -2 -1 0 +1 +2 +3 +4 +5 ∫ Kleurinstelling 1 Druk op [ ].
3. Opnamemodussen Foto's maken met automatisch ingestelde lensopening en sluitertijd (Programma AE-modus) Opnamefunctie: Het toestel stelt automatisch de sluitertijd en de lensopening in volgens de helderheid van het object. U kunt beelden maken in grote vrijheid door verschillende instellingen in [Opname] menu te veranderen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Druk de sluiterknop tot halverwege in om de diafragmawaarde en de waarde van de sluitersnelheid op het beeldscherm weer te geven. 2.
3. Opnamemodussen Programmaschakeling In programma AE-functie kunt u de ingestelde openingswaarde en de sluitertijd wijzigen zonder de belichting te wijzigen. Dit heet programmaschakeling. U kunt de achtergrond waziger maken door de openingswaarde kleiner te maken of een bewegend voorwerp met meer beweging opnemen door de sluitertijd langzamer in te stellen als u een opname maakt in de AE-programmafunctie.
3. Opnamemodussen Opnamen maken door het specificeren van lensopening/sluitertijd Opnamefunctie: (voorbeeld: in de handmatige belichtingsmodus) Lensopeningwaarde SS F 8 2.8 15 4.0 5.6 30 30 5.6 0 60 8.0 125 11 +3 Klein Het wordt gemakkelijker om de achtergrond onscherp te maken. Groot Het wordt gemakkelijk om de scherpstelling te handhaven tot aan de achtergrond. Langzaam Het wordt gemakkelijker om beweging uit te drukken. Snel Het wordt gemakkelijker om de beweging te bevriezen.
3. Opnamemodussen Lensopening-Prioriteit AE-modus Als u de lensopeningwaarde instelt, zal de camera de sluitertijd voor de helderheid van het onderwerp automatisch optimaliseren. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Stel de lensopeningwaarde in door aan de modusknop op de voorkant of op de achterkant te draaien. SS F A Lensopeningwaarde B Belichtingsmeter 60 4.0 30 5.6 15 8.0 8 11 4 16 8.
3. Opnamemodussen Handmatige Belichtingsmodus Bepaalde belichting door handmatig de opening en de sluitertijd in te stellen. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant om de sluitertijd in te stellen en draai aan de modusknop op de voorkant om de lensopeningwaarde in te stellen. A B C D Belichtingsmeter Lensopeningwaarde Sluitertijd Hulp bij handmatige belichting SS F 8 2.8 15 4.0 5.6 30 30 5.6 0 60 8.0 125 11 +3 Sluitertijd (Sec.
3. Opnamemodussen ∫ Over [B] (Bol) Als u de sluitersnelheid op [B] zet, zal de sluiter openblijven terwijl de sluiterknop volledig ingedrukt wordt (tot ongeveer 30 minuten). De sluiter sluit als u de ontspanknop loslaat. Gebruik deze functie als u de sluiter open wilt laten voor een lange tijd om opnamen van vuurwerk, nachtscènes enz. te maken. • Het kan alleen gebruikt worden in de Manuele Belichtingsfunctie.
3. Opnamemodussen Controleer de effecten van diafragma en sluitertijd (Preview-functie) Toepasbare modi: De effecten van de lensopening en de sluitersnelheid kunnen met gebruik van de preview-modus gecontroleerd worden. • Bevestig de effecten van de lensopening: U kunt de velddiepte (daadwerkelijk focusbereik) controleren voordat u een foto neemt door de diafragma-lamellen te sluiten op de waarde van de lensopening die u instelt.
3. Opnamemodussen Gemakkelijk de sluitertijd/sluitertijd voor geschikte belichting (OnPush AE) instellen Toepasbare modi: Wanneer de belichtingsinstelling te helder of te donker is, kunt u één druk-AE gebruiken om een geschikte belichtingsinstelling te verkrijgen. Hoe te weten als de belichting niet geschikt is • Als de lensopeningwaarden en de sluitertijd rood knipperen wanneer de sluiterknop tot de helft ingedrukt wordt.
3. Opnamemodussen Foto's maken met verschillende beeldeffecten (Creative Control modus) Opnamefunctie: In deze modus maakt u opnames met extra beeldeffecten. U kunt de effecten die u wilt toevoegen instellen door de voorbeeldbeelden te selecteren en deze op het scherm na te kijken. 1 2 Stel de functieknop in op [ ]. Druk op 3/4 om de beeldeffecten (filters) te selecteren. 1/8 A Weergave voorvertoning • U kunt de beeldeffecten (filters) ook selecteren door de voorbeeldbeelden aan te raken.
3. Opnamemodussen Soorten beeldeffecten Weergave van de beschrijving van ieder beeldeffect Druk op [DISP.] terwijl het scherm voor de selectie van het beeldeffect weergegeven wordt. • Wanneer het op weergave van de gids ingesteld is, wordt een uitleg van ieder beeldeffect weergegeven.
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van het type defocus ([Miniatuureffect]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 3 4 Druk op 3/4 of 2/1 om het in-focus gedeelte te verplaatsen. • U kunt het in-focus gedeelte ook bewegen door het scherm van het opnamescherm aan te raken. • Raak [ ] aan om de richting van de opname in te stellen (defocus richting).
3. Opnamemodussen ∫ Instelling van de positie en de grootte van de lichtbron ([Zonneschijn]) 1 Druk op 3 om het instellingenscherm weer te geven. • Het instellingenscherm kan ook weergegeven worden door het in volgorde aanraken van [ ] en van [ ]. 2 Druk op 3/4/2/1 om de middelste positie van de lichtbron te bewegen. • De positie van de lichtbron kan ook bewogen worden door het scherm aan te raken.
3. Opnamemodussen Beeldeffect [Zwart-wit] Items die ingesteld kunnen worden Kleur [Dynamisch zwart/ Contrast wit] Geelachtige tint Blauwachtige tint Laag contrast Hoog contrast [Ruw zwart-wit] Zanderigheid Minder zanderig Zanderiger [Zacht zwart-wit] Mate van defocus Zwakke defocus Sterke defocus [Expressieve indruk] Frisheid Zwart-wit Popkleuren [Hoge dynamiek] Frisheid Zwart-wit Popkleuren [Kruisproces] Kleur [Speelgoedcam.
3. Opnamemodussen Foto's maken met een wazige achtergrond (Defocus Control) 1 Druk op [Fn4] om het instellingenscherm weer te geven. Draai aan de modusknop op de achterkant om in te stellen. 2 • Als u op [MENU/SET] drukt, kunt u terugkeren naar het opnamescherm. • Door op het scherm voor de instelling van de wazigheid op [Fn4] te drukken zal de instelling gewist worden. SS F 500 250 2.8 125 4.0 60 5.6 30 8.
3. Opnamemodussen Registreren van uw favoriete instellingen (Voorkeuzemode) Opnamefunctie: Registratie van eigen menu-instellingen (registratie van klantinstellingen) Er kunnen 5 reeksen huidige camera-instellingen geregistreerd worden met gebruik van [Geh voorkeursinst.]. ( , , , , ) • Begininstelling van de AE-programmafunctie is aan het begin geregistreerd als de standaard instellingen.
3. Opnamemodussen Opnemen m.b.v. geregistreerde gebruikelijke instelling U kunt gemakkelijk de instellingen die u geregistreerd heeft met [Geh voorkeursinst.] oproepen. Stel de modusknop in op [ ], [ ] of [ ]. • De overeenkomstige voorkeurinstelling zal opgeroepen worden. Als u de modusknop op [ zet, zal de voorkeurinstelling die u de laatste keer gebruikt heeft opgeroepen worden. ∫ Om een klantinstelling te veranderen in het[ 1 2 Stel de functieknop in op [ Selecteer het menu.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Automatisch instellen van het brandpunt Door de Focusmodus of de Auto Focusmodus voor het onderwerp of de opnamesituatie optimaal in te stellen, kunt u de camera verschillende scènes automatisch scherp laten stellen. 1 Zet de hendel van de focusmodus op [AFS/ AFF] of [AFC]. • De Focusmodus zal ingesteld worden. (P88) 2 3 Druk op [ ]. Druk op 2/1 om de AF-modus te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • Als u na het scherpstellen op een onderwerp in-/uitzoomt, kan de nauwkeurigheid van het brandpunt verloren gaan. Stel het brandpunt in dat geval opnieuw in. Onderwerpen en opname-omstandigheden waarbij het scherpstellen moeilijk is • Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast. • Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de Focusmodus (AFS/AFF/AFC) Toepasbare modi: De methode wordt ingesteld om scherp te stellen als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. Stel de hendel van de focusmodus in. Onderdeel [AFS] (Auto Focus Single) [AFS/ AFF] Scène (aanbevolen) Onderwerp staat stil (Landschaps-, verjaardagsfoto, enz.) “AFS” is een afkorting van “Auto Focus Single”.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u opneemt met gebruik van [AFF], [AFC] • Wanneer het onderwerp beweegt, wordt het scherpstellen uitgevoerd door de positie van het onderwerp te voorspellen op het moment van opname. (Bewegingsvoorspelling) • Het kan enige tijd duren om scherp te stellen als u het zoomhendeltje van Wide naar Tele zet of plotseling van een onderwerp dat ver weg is op een onderwerp dichtbij scherpstelt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ∫ Aanpassen van de Persoonlijke AF-instellingen 1 Druk op 2/1 om de persoonlijke AF-instelling te selecteren. 2 Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. • Druk op [DISP.] om terug te keren naar de fabrieksinstelling. Stelt de gevoeligheid in die toegepast wordt wanneer het brandpunt aangepast wordt al naargelang de beweging van het onderwerp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instelling van de Auto Focusmodus Toepasbare modi: Op deze manier kunt u de focusmethode gebruiken die bij de posities en het aantal te selecteren onderwerpen past. Druk op [ ョㄏピ ]. • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60) ([Gezicht/ogen detecteren]) De camera detecteert automatisch iemands gezicht en ogen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon ([Tracking]) ([225-zone]) , enz. ([Voorkeur multi]) De camera stelt scherp op het onderwerp dat u specificeert. De belichting zal voor het onderwerp geoptimaliseerd worden. (Wanneer [Meetfunctie] op [ ] gezet is) De scherpstelling en de belichting zullen het onderwerp zelf blijven volgen als dit beweegt. (Dynamische opsporing) Knopbediening Plaatst het kader van de AF Tracking B rond het onderwerp en druk de sluiterknop tot halverwege in.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Instellen van de vorm van de AF-zone ([Voorkeur multi]) 1 2 3 Druk op [ ]. Selecteer een Custom Multi icoon ([ ], enz.) en druk op 3. Druk op 2/1 om een instelling te kiezen en druk vervolgens op 4. A De huidige vorm van de AF-zone ([Horizontaal patroon]) ([Verticaal patroon]) ([Cent. patroon]) / ヤビ / ヤピ ([Klant1]/ [Klant2]/ [Klant3]) Horizontale lijn Deze vorm is handig voor het maken van panoramafoto's of gelijkaardige opnames.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ヤヒ ]/[ ヤビ ]/[ ヤピ ] selecteert Aanraakbediening Sleep uw vinger over de delen die u als AF-zones wilt instellen. • Als u een van de geselecteerde AF-zones aanraakt, zal de selectie van de zone gewist worden. Knopbediening Druk op 3/4/2/1 om de AF-zone te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] om hem in te stellen (te herhalen). • De instelling wordt gewist als opnieuw op [MENU/SET] gedrukt wordt. • Als u op [DISP.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone specificeren De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren P96 De positie van de AF-zone met de joystick specificeren P98 De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren P99 De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren P100 ∫ Afzonderlijke AF-zones creëren voor horizontale en verticale oriëntatie MENU > [Voorkeuze] > Hor.] [Focus / Sluiter Losl.] > [Focusoversch.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone op het instellingenscherm specificeren Toepasbare modi: Als [š], [ ], [Ø] of [ ] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en het formaat van de AF-zone veranderen. Wanneer u [š], [ ], [Ø] selecteert 1 2 Druk op [ ]. Selecteer [š], [ 3 Veranderen van de positie en het formaat van de AF-zone. ] of [Ø] en druk op 4. Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen / [DISP.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Wanneer u [ ] selecteert U kunt de scherpstelpositie op precieze wijze instellen door het scherm te vergroten. 1 2 3 Druk op [ ]. Selecteer [ ] en druk op 4. Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. 4 Beweeg [+] naar de positie die scherp gesteld moet worden. Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen s Beschrijving van de bediening Beweegt [+].
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met de joystick specificeren Toepasbare modi: Als [š], [ ], [ ], [Ø] of [ ] of de Auto Focusmodus gebruikt worden, kunt u de positie van de AF-zone met de joystick op het opnamescherm specificeren. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU 2 > [Voorkeuze] > [Bediening] > [Instelling Joystick] > [D.FOCUS Movement] Beweeg de joystick3/4/2/1 om de FA-zone te bewegen.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met het Touch Pad specificeren Toepasbare modi: U kunt de AF-zone die op de zoeker weergegeven wordt verplaatsen door de monitor aan te raken. MENU > [EXACT] [OFFSET] [Voorkeuze] > [Bediening] > [Touch inst.] > [Touchpad AF] Verplaatst de AF-zone van de zoeker door aanraking van de gewenste positie op de touchpad. Verplaatst de AF-zone van de zoeker met de afstand waarover u de touchpad versleept.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De positie van de AF-zone met de Touch-functie specificeren Toepasbare modi: MENU > [Voorkeuze] > [AF] [Bediening] > [Touch inst.] > [Touch AF] Optimaliseert het brandpunt van het aangeraakte onderwerp. Optimaliseert het brandpunt en de helderheid van het aangeraakte onderwerp. [AF+AE] [OFF] — ∫ Optimaliseren van het brandpunt van de aangeraakte positie ([AF]) 1 Raak het onderwerp aan.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Handmatig instellen van het brandpunt Toepasbare modi: Gebruik deze functie als u een vaste scherpstelling wenstof als de afstand tussen de lens en het object vast is en u de automatische scherpstelling niet wenst te gebruiken. 1 Zet de hendel van de focusmodus op [MF]. 2 Druk op [ ]. • U kunt de knop ook als een functieknop gebruiken. (P60) • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door de joystick 3/4/2/1 te bewegen (als [D.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Gebruik van een onderling verwisselbare lens zonder focusring Druk op 1: Stelt scherp op een onderwerp + dichtbij Druk op 2: Stelt scherp op onderwerpen ver weg A Schuifbalk AF • Door op 2/1 te drukken en te blijven drukken, zal de focussnelheid vergroot worden. • Het scherpstellen kan ook uitgevoerd worden door de schuifbalk te verslepen. A MF Assist (vergroot scherm) B Peaking C MF-gids • De in-focus gedeeltes zullen geaccentueerd worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon 5 Druk de sluiterknop tot halverwege in. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [MENU/SET] te drukken. • Als u het beeld vergroot heeft door aan de focusring te draaien, of door de focushendel te bewegen, zal het hulpscherm ongeveer 10 seconden na die handeling dicht gaan. • MF Assist of de MF-gids worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van de gebruikte lens.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Vastzetten van het brandpunt en de belichting (AF/AE-vergrendeling) Toepasbare modi: Dit is handig wanneer u een opname wilt maken van een onderwerp dat zich buiten de AF-zone bevindt of wanneer het contrast te sterk is en u niet de juiste belichting vindt. 1 2 Lijn het scherm uit met het onderwerp. Houd [AF/AE LOCK] ingedrukt om de focus of de belichting vast te zetten. • Als u [AF/AE LOCK] loslaat, zal AF/AE-vergrendeling gewist worden.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon Belichtingscompensatie Toepasbare modi: Gebruik deze functie wanneer u de geschikte belichting niet kunt verkrijgen wegens het verschil in helderheid tussen het object en de achtergrond. 1 2 Druk op [ ]. Draai de functieknop om de belichting te compenseren. A Belichting Bracket B Belichtingscompensatie C [Flitser instel.] • U kunt onderstaande handelingen uitvoeren terwijl het beeldscherm van de belichtingscompensatie weergegeven wordt.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon • In de handmatige belichtingsmodus kunt u de belichting alleen compenseren als de ISO-gevoeligheid op [AUTO] gezet is. • U kunt de waarde van de belichtingscompensatie instellen binnen het bereik tussen j5 EV en i5 EV. U kunt een waarde instellen tussen j3 EV en i3 EV terwijl u een film opneemt of een opname maakt met de 6K/4K Photo- of de Post Focus-functie. • Als [Auto. belichtingscomp.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De lichtgevoeligheid instellen Toepasbare modi: Hiermee kan de gevoeligheid voor het licht (ISO-gevoeligheid) worden ingesteld. Als u deze hoger zet, kunnen ook op donkere plaatsen opnamen worden gemaakt zonder dat de opnamen donker worden. 1 2 Druk op [ ]. Selecteer de ISO-gevoeligheid door aan de modusknop op de achterkant te draaien.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon AUTO De ISO-gevoeligheid wordt automatisch aangepast op basis van de helderheid. • Maximum [ISO3200] (Met de flitser op [ISO1600])¢1 Het toestel spoort de beweging van het onderwerp op en stelt de optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd vervolgens automatisch in zodat deze zo goed mogelijk bij de beweging van het onderwerp en de helderheid van de scène passen, om het schommelen van het onderwerp te minimaliseren. (Intelligent) L.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans instellen Toepasbare modi: In zonlicht, onder gloeilampen of in andere soortgelijke toestanden waar de kleur van wit naar roodachtig of blauwachtig gaat, past dit item zich aan de kleur van wit aan die het dichtst in de buurt zit van wat gezien wordt door het oog in overeenkomst met de lichtbron. 1 2 Druk op [ ]. Draai aan de modusknop op de achterkant of de voorkant om de witbalans te selecteren.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon [ [ [ [ [ [ [ [ 3 ]/ ]/ ]/ ] 1 2 3 4 1 2 3 4 ]/ ]/ ]/ ] Druk op [ Stel de witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de omstandigheid waarin u foto’s maakt. 1 Druk op 3. 2 Plaats een voorwerp zoals een wit stuk papier binnen het frame op het midden van het scherm en druk op [MENU/SET]. • Deze handeling zal de witbalans instellen en brengt u terug naar het opnamescherm.
4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon De witbalans fijn afstellen U kunt de witbalans fijn instellen als u de gewenste tint niet krijgt met de gewone witbalans. 1 2 3 Selecteer de witbalans en druk vervolgens op 4. Druk op 3/4/2/1 om de witbalans fijn in te stellen. G 2 : A (AMBER: ORANJE) 1 : B (BLAUW: BLAUWACHTIG) A 3 : G (GROEN: GROENACHTIG) 4 : M (MAGENTA: ROODACHTIG) M • U kunt ook een fijnere afstelling maken door de grafiek van de witbalans aan te raken.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Selecteer een drive-modus Toepasbare modi: U kunt veranderen wat de camera zal doen wanneer u op de sluiterknop drukt. Draai aan de drive-modusknop. [Enkel] Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt slechts één beeld opgenomen. [Burstfunctie] (P113) Er worden achtereenvolgende opnames gemaakt terwijl de sluiterknop ingedrukt is. [6K/4K-FOTO] (P116) Als op de sluiterknop gedrukt wordt, wordt een 6K/4K-foto gemaakt.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Opnamen maken met de burstfunctie Toepasbare modi: Beelden worden continu gemaakt terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt. 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 ]. Stel scherp op het onderwerp en maak een beeld. t p 4:3 L AFS H • De ontspanknop helemaal ingedrukt houden om de burstfunctie te activeren. ∫ De burst-snelheid instellen Selecteer het menu. (P55) > MENU [Opname] > [Burstsnelh.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive ∫ Het maximum aantal beelden dat continu opgenomen kan worden Als u de sluiterknop tot halverwege indrukt, zal het maximum aantal beelden dat u continu kunt opnemen verschijnen. U kunt 0 200 controleren hoeveel beelden bij benadering opgenomen kunnen worden voordat de burst-snelheid afneemt. r20 20 Voorbeeld: als 20 beelden opgenomen kunnen worden: [r20] • Is de opname eenmaal van start gegaan, dan zal het maximum aantal beelden dat opgenomen kan worden afnemen.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive • We raden aan de afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel) te gebruiken als u de sluiterknop volledig ingedrukt wilt houden wanneer u foto's maakt in de burst-modus. Raadpleeg P320 voor informatie over de afstandsbediening van de sluiter. • Als de burst-snelheid op [H] gezet is (terwijl de focusmodus op [AFS] of [MF] staat), geldt de belichting, die vast staat op de instellingen die voor het eerste beeld gebruikt werden, ook voor de volgende beelden.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 6K/4K-foto's maken Toepasbare modi: Met 6K-Foto kunt u met hoge snelheid een burst van foto's opnemen met 30 frames/ seconde en de gewenste foto's opslaan; elke foto bestaat uit (ongev.) 18 miljoen pixels en wordt uit het betreffende burst-bestand geëxtraheerd. Met 4K-Foto kunt u met hoge snelheid een burst van foto's opnemen met 60 frames/ seconde en de gewenste foto's opslaan; elke foto bestaat uit (ongev.) 8 miljoen pixels.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive [ ]/[ ]/[ ] [6K/4K-burst]¢1 Voor het vastleggen van de beste opname van een snel bewegend onderwerp (bijv. sport, vliegtuigen, treinen) De burst-opname wordt uitgevoerd terwijl op de sluiterknop gedrukt wordt en deze ingedrukt gehouden blijft. Het sluitergeluid zal herhaaldelijk hoorbaar zijn. A Op drukken in ingedrukt houden B Het opnemen wordt uitgevoerd Audio-opname: niet beschikbaar Voor het vastleggen van onvoorspelbare fotomomenten (bijv.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 5 Maak een 6K/4K-foto. • Als u Auto Focus gebruikt, zal [Continu AF] werken tijdens de opname. Het brandpunt zal continu bijgesteld worden. 1 Druk de sluiterknop tot halverwege in. 2 Druk de sluiterknop volledig in en houd hem ingedrukt zo lang als u wilt dat de opname uitgevoerd wordt. [ ]/[ ]/[ ] [6K/4K-burst] ]/[ ]/[ ] [6K/4K-burst (S/S)] 5m04s A Beschikbare opnametijd • Druk de knop kort van te voren volledig in.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive ∫ Instellen van de Voor-burst-opname ([6K/4K-burst]/[6K/4K-burst (S/S)]) De camera begint de opname ongeveer 1 seconde voordat de sluiterknop volledig ingedrukt wordt, u zult dus geen fotomoment missen. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Opname] > [6K/4K-FOTO] > [Pre-Burst Opname] Instellingen: [ON]/[OFF] • Als deze functie ingeschakeld is, wordt [ ] op het opnamescherm afgespeeld.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Opmerkingen over de 6K/4K Photo-functie ∫ Veranderen van de beeldverhouding Door [Aspectratio] in het [Opname]-menu te selecteren, kunt u de beeldverhouding van 6K/4K-foto's veranderen. ∫ Het onderwerp opnemen met minder waas U kunt de wazigheid van het onderwerp verlagen door een snellere sluitertijd in te stellen. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Stel de sluitertijd in door aan de modusknop op de achterkant of de voorkant te draaien.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive ∫ Instelling voor de 6K/4K Photo-functie van de camera De instelling van de camera wordt automatisch geoptimaliseerd voor de 6K/4K Photo-opname.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive • Als [6K 18M] ingesteld is, kan [Aspectratio] niet op [16:9] of [1:1] gezet worden. • De volgende veranderingen treden op als 6K/4K-foto's gemaakt worden: – [Locatie] in [Reisdatum] kan niet opgenomen worden. – [Gelijktijdig zond. filter] in [Filterinstellingen] is niet beschikbaar. – Het is tijdens de opname niet mogelijk de HDMI-uitgang te gebruiken.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Beelden in een 6K/4K-burst-bestand selecteren en bewaren. Dit deel beschrijft hoe beelden in het 6K/4K-burst-bestand geselecteerd en bewaard worden. Raadpleeg P116 voor informatie over hoe 6K/4K-burst-bestanden opgenomen moeten worden. 1 Selecteer een beeld met de [ ]- of [ ]-icoon op het afspeelscherm en druk op 3. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ] of [ ].
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 6K/4K-foto's na de opname corrigeren (Verfijning na de opname) ∫ Vervorming in foto's corrigeren ([Vermind. Roll. Shutter]) De camera corrigeert de vervorming in foto's die veroorzaakt werd door de elektronische sluiter (rollende sluiter effect) wanneer u de foto's opslaat. 1 2 Raak op het bevestigingsscherm voor het opslaan in stap 4 op P123, [Vermind. Roll. Shutter] aan.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Handelingen tijdens het selecteren van foto's/Selecteren van foto's op het TV-scherm ∫ Navigeren in het diascherm Positie van het weergegeven frame Fn1 Fn2 Knopbediening Aanraakbediening Slepen/ / 2/1/ 2/1 Op drukken in ingedrukt houden / Aanraken en aangeraakt houden s Aanraken/ Verslepen Open-/ dichtknijpen s 3/4/2/1 Slepen Beschrijving van de bediening Selecteert een frame.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive ∫ Navigeren in het 6K/4K-burst-afspeelscherm Fn1 Fn2 Fn2 Tijdens pauze Knopbediening Aanraakbediening Tijdens continu afspelen Beschrijving van de bediening 3 / 4 / Continu afspelen/Pauze (tijdens continu afspelen). Continu achteruit/Pauze (tijdens continu terugspoelen). 1/ / Snel vooruit/Frame-by-frame vooruit (tijdens pauze). 2/ / Snel achteruit/Frame-by-frame achteruit (tijdens pauze). Selecteert de weer te geven frames (tijdens pauze).
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive ∫ Selecteren en bewaren van beelden op het TV-scherm • 6K-burst-bestanden die opgenomen zijn met [6K 18M] worden naar een TV gezonden die via HDMI verbonden is, met een resolutie van [4K]. • Zet [HDMI-functie (afspelen)] op [AUTO] of op een instelling met een resolutie van [4K]. Als verbinding gemaakt wordt met een TV die geen 4K-films ondersteunt, selecteer dan [AUTO]. • Zet [VIERA link] in [TV-verbinding] op [OFF].
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Het brandpunt na de opname controleren (Post Focus/Focus Stacking) Toepasbare modi: De camera kan de burst-opname met dezelfde beeldkwaliteit opnemen als de 6K/ 4K-foto-opname, terwijl het brandpunt automatisch naar verschillende zones verplaatst wordt. Met Post Focus, en nadat de opname klaar is, kunt u de gewenste punten op het scherm selecteren en de foto's opslaan waarin de geselecteerde punten scherp gesteld zijn.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 4 Bepaal de compositie en druk de sluiterknop tot halverwege in. 4:3 5 6K • Auto-focus zal de scherpstelgebieden op het scherm detecteren (met buitensluiting van de randen van het scherm). • Als er op het scherm geen gebieden zijn die scherp gesteld kunnen worden, zal de focusweergave (A) knipperen. In dit geval is het niet mogelijk de opname te maken. Druk de sluiterknop volledig in om de opname te starten.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto 1 2 Selecteer een beeld met de [ druk op 3. ]-icoon op het afspeelscherm en • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door aanraking van de icoon [ ]. Raak het gewenste focusgebied aan. • Als een scherp gesteld beeld niet beschikbaar is voor het geselecteerde gebied zal een rood kader weergegeven worden. In dit geval kunt u het beeld niet bewaren.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Meer beelden samenvoegen om het focusbereik te verbreden (Focus Stacking) Voeg meerdere foto's, die geëxtraheerd zijn uit beelden die met de Post Focus-functie opgenomen zijn, samen in een enkele foto met een bredere focusbereik. A Focus: dichterbij B Focus: verder weg 1 2 Raak [ ] in stap 2 van “Selecteren van het gewenste scherpstelgebied en bewaren van de foto” aan. • U kunt dezelfde handeling ook uitvoeren door op [Fn1] te drukken.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 3 (Wanneer [Bereik samenvoegen] geselecteerd is) Raak het gewenste focusgebied aan. • Specificeer minstens twee gebieden. • De in-focus-gebieden tussen de twee gebieden zullen ook geselecteerd worden en het gecombineerde in-focus-gebied zal aangeduid worden. • De grijze gebieden duiden op gebieden die, indien geselecteerd, tot gevolg kunnen hebben dat het samengevoegde beeld er onnatuurlijk uitziet, en op gebieden die niet geselecteerd kunnen worden.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Opnamen maken met de zelfontspanner Toepasbare modi: 1 Zet de modusknop van de drive op [ 2 ]. Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen en druk de knop helemaal in om de opname te maken. • De focus en de belichting zullen ingesteld worden als de sluiterknop tot halverwege ingedrukt wordt. • Na het knipperen van het controlelampje van de zelfontspanner gaat de opname van start. ∫ Instellen van de zelfontspanner Selecteer het menu.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Foto's maken met Time Lapse Shot/Stop Motion Animatie Toepasbare modi: U kunt foto's maken met Time Lapse Shot of met Stop-motion-animatie. Bovendien kunnen de gemaakte foto's in een film samengevoegd worden. • Voer van tevoren de datum- en tijdinstellingen uit. (P39) • De opgenomen beelden worden weergegeven als een reeks groepsbeelden.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive [Starttijd] [Opname-interval]/ [Aantal beelden] 3 4 [Nu] Start de opname door de sluiterknop volledig in te drukken. [Begintijd instellen] U kunt ongeacht welke tijd tot 23 uur en 59 minuten later instellen. 2/1: Selecteer het item (uur /minuut) 3/4: Instelling [MENU/SET]: Ingesteld Het opname-interval en het aantal beelden kan ingesteld worden.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive • Deze functie dient niet voor gebruik met een veiligheidscamera. • [Intervalopname] wordt in de volgende gevallen op pauze gezet. – Als de batterij leeg raakt – De camera uitzetten Tijdens [Intervalopname] kunt u de batterij en de kaart vervangen en vervolgens opnieuw van start gaan door dit toestel in te schakelen. (Houd er rekening mee dat foto's die na de herstart genomen worden als een afzonderlijke reeks groepsbeelden opgeslagen zullen worden).
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive 4 5 Druk de ontspanknop geheel in. • Er kunnen tot 9999 frames opgenomen worden. Beweeg het onderwerp om de compositie te bepalen. • Herhaal de opname op dezelfde manier. • Als dit toestel tijdens het opnemen uitgeschakeld wordt, zal een bericht voor het hervatten van de opname weergegeven worden wanneer het toestel ingeschakeld word. Door [Ja] te selecteren, kunt u de opname voorzetten vanaf het punt van onderbreking.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Creëren van films uit opgenomen foto's Om films te creëren nadat foto's genomen zijn, volg dan onderstaande stappen. 1 Selecteer de methode voor de creatie van een film. • Het opnameformaat is op [MP4] gezet. [Opn. kwaliteit] [Beeldfrequentie] [Serie] 2 Stelt de kwaliteit van de film in. • Als [Systeemfrequentie] op [24.00Hz (CINEMA)] gezet is, staat de instelling vast op [FHD/24M/24p]. Stelt het aantal frames per seconde in.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt (Bracket opname) Toepasbare modi: U kunt meerdere foto's maken terwijl een instelling automatisch aangepast wordt door op de sluiterknop te drukken. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Opname] > [Bracket]> [Type Bracket] Belichting Bracket Druk op de sluiterknop om de opname uit te voeren terwijl de belichting aangepast wordt.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive In deze gevallen niet beschikbaar: • De bracket-opname wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld. – [Ruw zwart-wit]/[Zacht zwart-wit]/[Miniatuureffect]/[Zachte focus]/[Sterfilter]/[Zonneschijn] (Creative Control modus) – Wanneer u bewegende beelden opneemt – Bij 6K/4K-foto-opnames – Als opnames gemaakt worden met de Post Focus-functie – Wanneer u [Multi-belicht.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive Lensopening Bracket Opnamefunctie: ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P139) [3], [5]: Neemt een gespecificeerd aantal foto's met verschillende lensopeningwaarden binnen het bereik dat op de beginwaarde van de lensopening gebaseerd is. [ALL]: Neemt foto's met gebruik van alle lensopeningwaarden.
5. Instellingen voor 6K/4K Photo en Drive • De beelden die met Focusbracket opgenomen zijn, worden weergegeven als een reeks groepsbeelden. (P201) • Als u [Dubbele SD-kaart slot functie] op [Relay-Opname] zet en foto's op meer dan een kaart opneemt, zullen de resulterende foto's als afzonderlijke groepen weergegeven worden. Witbalans Bracket ∫ Over [Meer instellen] (stap 2 in P139) Draai aan de bedieningsknop om het correctiebereik aan te passen en druk op [MENU/SET].
6. Stabilisator, zoom en flitser Beeldstabilisator De camera kan of de beeldstabilisator in de lens of de beeldstabilisator in de body activeren, of het kan beide activeren en de jitter zelfs beter doen afnemen. (Dual I.S.-modus) Dual I.S.2 ( , , ), die een nog doeltreffender correctie verstrekt, wordt ook ondersteund.
6. Stabilisator, zoom en flitser Golfstoring (camerabeweging) Als de waarschuwing voor het bibberen van het beeld [ ] verschijnt, gebruik dan [Stabilisatie], een statief, de zelfontspanner (P133) of de afstandsbediening van de sluiter (DMW-RSL1: optioneel). (P320) • De sluitertijd zal vooral in de volgende gevallen langzamer zijn. Houdt het toestel stil vanaf het moment dat u de ontspanknop indrukt totdat het beeld op het scherm verschijnt. We raden in dit geval het gebruik van een statief aan.
6. Stabilisator, zoom en flitser Instellen van de brandpuntlengte van een lens 1 Selecteer het menu. (P55) MENU 2 3 > [Opname] > [Stabilisatie] > [Brandp.afst. instellen] Voer een brandpuntafstand in. 2/1: Selecteer het item (cijfer); 3/4: Instelling • Er kan een brandpuntlengte met een bereik van 0,1 mm tot 1000 mm ingesteld worden. Op [MENU/SET] drukken. ∫ Registreren van een brandpuntlengte 1 Voer stap 2 in “Instellen van de brandpuntlengte van een lens” uit.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Het kan zijn dat de beeldstabilisator een werkgeluid maakt of tijdens de werking trillingen produceert. Dit duidt niet op een slechte werking. • Er wordt aanbevolen de beeldstabilisator uit te schakelen als een statief gebruikt wordt. • De stabilisatorfunctie kan niet voldoende werken in de volgende gevallen. Houd de camera stilbeweging wanneer u de ontspanknop indrukt.
6. Stabilisator, zoom en flitser Beelden maken met de zoom Optische zoom Toepasbare modi: U kunt inzoomen om personen en voorwerpen dichter bij te doen lijken of uitzoomen om landschappen, enz., op te nemen. T-zijde: Vergroot de onderwerpsafstand W-zijde: Verbreedt de gezichtshoek Onderling verwisselbare lens met een zoomring (H-ES12060/ H-FS12060/ H-HSA12035) Draai aan de zoomring. T W Beweeg de zoomhendel. (De zoomsnelheid varieert afhankelijk van hoe ver u de hendel verplaatst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Vergroten van het telescopische effect [Ex. tele conv.] Toepasbare modi: De Extra teleconversielens stelt u in staat om beelden op te nemen die verder uitvergroot zijn zonder dat dit afbreuk aan de beeldkwaliteit doet. Fotograferen [Ex. tele conv.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Verhoging van de zoomvergroting in stappen • Dit kan alleen gebruikt worden als beelden opgenomen worden. 1 Selecteer het menu. (P55) > MENU 2 3 4 [Opname] > [Ex. tele conv.] > [ZOOM] Stel een functieknop in op [Zoombediening]. (P60) Druk op de functieknop. Druk op 2/1 of 3/4.
6. Stabilisator, zoom en flitser • Als u [Ex. Tele Conv.] op [Fn knopinstelling] (P60) zet, in het [Voorkeuze] ([Bediening])-menu, kunt u het instellingenscherm van de extra teleconversie voor zowel foto's als films weergeven door op de toegekende functieknop te drukken. Terwijl dit scherm weergegeven wordt, kunt u de instelling van [Fotoresolutie] veranderen door op [DISP.] te drukken. In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – [Speelgoedcam.
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de instellingen voor een power-zoomlens Toepasbare modi: Stelt de schermweergave en lenshandelingen in wanneer er een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die compatibel is met de stroomzoom (elektrisch gehanteerde zoom). • Dit kan alleen geselecteerd worden wanneer een lens gebruikt wordt die compatibel is met power zoom (elektrisch werkende zoom). MENU > [Voorkeuze] > [Lens / Andere] > [Powerzoomlens] [Brandp.afst.
6. Stabilisator, zoom en flitser Zoomen met gebruik van aanraakbediening (Touch zoom) (De optische zoom en de extra teleconversie voor het maken van foto's zijn werkzaam) • Als een onderling verwisselbare lens gebruikt wordt die geen power zoom ondersteunt (H-ES12060/H-FS12060/H-HSA12035), kunt u de Extra teleconversie van beelden alleen bedienen door [Ex. tele conv.] (P148) op [ZOOM] te zetten. 1 2 Raak [ ] aan. Raak [ ] aan. × • De schuifbalk wordt afgebeeld.
6. Stabilisator, zoom en flitser Fotograferen met de externe flitser (optioneel) Toepasbare modi: U kunt een flitser (DMW-FL580L/DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel) bevestigen en daarmee fotograferen. • Lees de gebruiksaanwijzing van de externe flitser voor het bevestigen van de externe flitser. ∫ De bescherming van de flitsschoen verwijderen Het toestel wordt geleverd met een bescherming voor de flitsschoen die op de flitsschoen bevestigd is.
6. Stabilisator, zoom en flitser Als andere in de handel verkrijgbare externe flitsers zonder communicatiefuncties op de camera gebruikt worden • In dit geval moet u de belichting instellen op de externe flitslamp. Als u de flitslamp toch wilt gebruiken in de automatische functie, moet u er een gebruiken waarvoor u het diafragma en de ISO-gevoeligheid kunt instellen en kunt aanpassen aan die van de camera.
6. Stabilisator, zoom en flitser Instelling van de flitserfuncties • [Flitser] in het [Opname]-menu is alleen beschikbaar als een externe flitser bevestigd is. Veranderen van de afvuurmodus Toepasbare modi: Selecteer of u wilt dat het afvuren van de flitser automatisch of handmatig plaatsvindt. • De afvuurmodus kan niet ingesteld worden als een flitser gebruikt wordt (DMW-FL580L/ DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel).
6. Stabilisator, zoom en flitser Veranderen van de flitsermodus Toepasbare modi: De flits instellen voor opnamen. Selecteer het menu. (P55) MENU ‰ > [Opname] > [Flitser] > [Flitserfunctie] De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de ([Flitser altijd aan]) opnamecondities. • Gebruik deze functie wanneer uw ([Gdw. aan/ object achtergrondbelichting heeft of rode-og])¢ onder fluorescent licht staat.
6. Stabilisator, zoom en flitser ∫ Sluitertijd voor elke flitsfunctie Flitsinstelling Sluitertijd (Sec.) ‰ Flitsinstelling 1/60e¢ tot 1/250e Sluitertijd (Sec.) 1 tot 1/8000e ¢ Dit wordt 60 seconden in de sluiter-prioriteit-AE-modus en B (Bulb) in de Handmatige Belichtingsfunctie. • Als de flitser geactiveerd is, is de snelste sluitertijd die geselecteerd kan worden 1/250 van een seconde. • In de Intelligent Auto modus ( of ) verandert de sluitertijd, afhankelijk van de geïdentificeerde scène.
6. Stabilisator, zoom en flitser De flitsoutput aanpassen Toepasbare modi: Regel de helderheid van de flitser als de beelden die met de flitser gemaakt zijn over- of onderbelicht zijn. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU 2 > [Opname] > [Flitser] > [Flitser instel.] Druk op 2/1 om de flitsoutput in te stellen en druk vervolgens op [MENU/SET]. • U kunt van [j3 EV] tot [i3 EV] in stappen van 1/3 EV instellen. • Selecteer [n0] om terug te keren naar de oorspronkelijke flitser-output.
6. Stabilisator, zoom en flitser Fotograferen met draadloze flitsers Toepasbare modi: Door flitsers te gebruiken die draadloos opnemen ondersteunen (DMW-FL580L/ DMW-FL360L/DMW-FL200L: optioneel), kunt u het afvuren van de drie flitsgroepen en de flitser die op de flitsschoen van de camera bevestigd is, afzonderlijk controleren. ∫ Plaatsen van draadloze flitsers Breng de draadloze flitser in positie met de draadloze sensor in de richting van de camera gekeerd.
6. Stabilisator, zoom en flitser 3 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Opname] > [Flitser] [Draadloos] [Draadloos kanaal] [Draadloze setup] 4 Selecteer [ON]. Selecteer het kanaal dat u in stap flitsers ingesteld heeft. Ga verder naar stap 4. 2 voor de draadloze Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. • Druk op [DISP.] om een testflits af te vuren. A Afvuurmodus B Flitser-output C Lichtsterkteratio [Flitser functie] [TTL]: De camera stelt de output automatisch in.
6. Stabilisator, zoom en flitser Gebruik van andere instellingen voor opnames met draadloze flitsers Inschakelen van FP flitsen voor de draadloze flitsers Tijdens de draadloze opname vuurt een externe flitser een FP-flits af (herhaaldelijk flitsen bij hoge snelheid). Deze wijze van afvuren maakt fotograferen met de flitser bij een hoge sluitertijd mogelijk. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Opname] > [Flitser] > [Draadl.
7. Films opnemen Opname Bewegend Beeld Toepasbare modi: De camera kan 4K-films in MP4 of MOV-formaat opnemen of full high definition films die aan de AVCHD-standaard voldoen. De audio wordt stereo opgenomen. 1 Start het opnemen door op de bewegend beeldknop te drukken. A Verstreken opnametijd B Beschikbare opnametijd • Het is mogelijk om geschikte video’s voor iedere functie op te nemen. • De indicator van de opnamestaat (rood) C zal flitsen tijdens het opnemen van bewegende beelden.
7. Films opnemen • Als u last heeft van het werkgeluid dat het indrukken van de filmknop maakt, probeer dan het volgende: – Neem de film ongeveer drie seconden langer op en splits het laatste deel van de film met gebruik van [Splits video] (P261) in het [Afspelen]-menu. – Zet de camera op de Creatieve Video-modus en gebruik een sluiter met afstandsbediening (optioneel) om een film op te nemen.
7.
7.
7. Films opnemen • Hoe hoger de waarde van de “Bitsnelheid” is, hoe hoger de beeldkwaliteit wordt. Omdat de camera gebruik maakt van de “VBR”-opnamemethode, wordt de bitsnelheid automatisch veranderd afhankelijk van het op te nemen onderwerp. Als resultaat wordt de opnametijd korter wanneer een snel bewegend onderwerp opgenomen wordt. • Als [Miniatuureffect] voor de Creative Control modus geselecteerd is, kunt u niet de items selecteren die gebruikt worden voor 4K-films of 4:2:2/10 bit-films.
7. Films opnemen Scherpstellen tijdens het opnemen van een video ([Continu AF]) Toepasbare modi: Het scherpstellen verandert, afhankelijk van de instelling van de focusmodus (P88) en de instelling van [Continu AF] in het [Bewegend beeld]-menu. Focusmodus [Continu AF] [AFS]/[AFF]/ [AFC] [MF] Beschrijving van instellingen [ON] De camera zal tijdens het opnemen automatisch op onderwerpen blijven scherpstellen. [OFF] De camera handhaaft de brandpuntpositie bij de start van de opname.
7. Films opnemen Foto’s maken terwijl u een film maakt Toepasbare modi: Er kunnen foto’s gemaakt worden terwijl u een film opneemt (simultaan opnemen). Druk de sluiterknop tijdens de opname van de video volledig in om een foto te maken. • De simultane opname-indicator wordt weergegeven tijdens het maken van de foto’s. • Opnemen terwijl ook de Touch Shutter-functie (P53) beschikbaar is. 13 ∫ Instelling van de filmprioriteit- of fotoprioriteitmodus Toepasbare modi: Selecteer het menu.
7. Films opnemen Instelling van de opnamemethode van de tijdcode Toepasbare modi: Dit toestel neemt tijdens een filmopname automatisch de tijdcode op. • De tijdcodes worden niet opgenomen op films die opgenomen zijn terwijl [Opname-indeling] op [MP4] staat. MENU > [Bewegend beeld] > [Tijdcode] [Tijdcodeweergave] [Optellen] TC 00:01:30:00 Stelt in of de tijdcode al dan niet op het opnamescherm/afspeelscherm weergegeven wordt. Stelt de telmethode van de tijdcode in.
7. Films opnemen ∫ Voorwaarden voor het versturen van een tijdcode naar de HDMI-uitgang Er zal alleen een tijdcode uit de HDMI-uitgang naar de video verstuurd worden als aan alle volgende voorwaarden voldaan is. In Opname In Terugspelen • Wanneer [HDMI-tijdcode-uitvoer] op [ON] gezet is. • In de Creatieve Video-modus. • Wanneer [Opname-indeling] op [AVCHD], [MP4 (LPCM)] of [MOV] gezet is. • Wanneer [HDMI-tijdcode-uitvoer] op [ON] gezet is.
7. Films opnemen Beelden opnemen met opnamedatums erop ([Tijdstempel Opname]) Toepasbare modi: Neem films en foto's op met opnamedatums erop. • U kunt de opnamedatums niet wissen nadat deze eenmaal opgenomen zijn op het beeld. MENU > [Bewegend beeld] > [Tijdstempel Opname] Instellingen: [ON]/[OFF] 2017. 12. 01 10:00:00:00 • De opnamedatums die gebaseerd zijn op de instelling van [Klokinst.] worden opgenomen. • De opnamedatum wordt linksonder op het scherm opgenomen.
7. Films opnemen Weergeven van kleurenbalken/uitgeven van een testtoon Toepasbare modi: Weergeven van kleurenbalken en uitzenden van een testtoon 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Bewegend beeld] > [Kleurenbalken] [SMPTE] Kleurenbalken overeenkomstig SMPTE 2 [EBU] Kleurenbalken overeenkomstig EBU [ARIB] Kleurenbalken overeenkomstig ARIB • De kleurenbalken zullen weergegeven worden en er zal een testtoon klinken.
7. Films opnemen Opnemen van films in de Creatieve Video-modus Opnamefunctie: Het is mogelijk om de openingswaarde van de lens, de sluitertijd en de ISO-gevoeligheid manueel te veranderen en films op te nemen. U kunt een film met extra effecten opnemen zoals de volgende: Snel of langzaam films opnemen ([Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen 3 Druk op de filmknop (of op de sluiterknop) om de opname te starten. • Het bedrijfsgeluid van de zoom of knopwerking zou opgenomen kunnen worden wanneer deze gehanteerd worden tijdens de opname van een bewegend beeld. Het gebruik van de aanraakiconen maakt de stille werking tijdens het opnemen van films mogelijk. 1 Raak [ ] aan. 2 Raak de icoon aan.
7. Films opnemen Het opnemen met een minimale witverzadiging door comprimeren van overbelichte delen (Knie) In de Creatieve Video-modus kunt u [Als709] in [Fotostijl] gebruiken, dat overbelichte delen samendrukt om een opname met minimale verzadiging mogelijk te maken. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer het menu. (P55) MENU 3 4 > [Bewegend beeld] > [Fotostijl] Druk op 2/1 om [Als709] te selecteren en druk vervolgens op [Fn2].
7. Films opnemen Snel of langzaam films opnemen ([Variabele beeldfreq.]) U kunt de frame-snelheid voor de opname instellen. Langzaam bewegende films (overcrank opname) Stelt een framesnelheid in die meer frames verstrekt dan de framesnelheid in [Opn. kwaliteit]. Voorbeeld: Als u [FHD/8bit/100M/24p] op [48] zet en een film opneemt, kan een slow motion-effect van 1/2 verkregen worden. Snel bewegende films (overcrank opname) Stelt een framesnelheid in die minder frames verstrekt dan de framesnelheid in [Opn.
7. Films opnemen 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer een item dat [Variabele beeldfreq.] ondersteunt. (P176) MENU > [Bewegend beeld] > [Opname-indeling] • [MP4] ondersteunt geen [Variabele beeldfreq.]. MENU 3 5 [Bewegend beeld] > [Opn. kwaliteit] • De items die beschikbaar zijn voor opnames met een [Variabele beeldfreq.] worden op het scherm aangeduid als [VBF beschikbaar]. Selecteer het menu. (P55) MENU 4 > > [Creatieve film] > [Variabele beeldfreq.
7. Films opnemen Soepel bewegen van de brandpuntpositie naar een geregistreerde positie ([Focus Overgang]) De camera verplaatst het brandpunt van de huidige positie naar een van tevoren geregistreerde positie. 1 2 Zet de modusknop op [ ]. Selecteer het menu. (P55) MENU 3 4 5 6 > [Creatieve film] > [Focus Overgang] > [Instelling Focus Pull] > [POS 1]/[POS 2]/[POS 3] Druk op [ ]. Druk op 3/4/2/1 om de focuspositie te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Stel de brandpuntpositie in.
7. Films opnemen • Elk van onderstaande handelingen zal de instellingen van de brandpuntpositie wissen. Om die opnieuw te gebruiken, moet u de brandpuntposities opnieuw registreren. – Bedienen van de aan-/uit-schakelaar van de – Schakelen naar de opnamemodus camera – Vervangen van de lens – Werking van de zoom – Schakelen van de focusmodus • Handhaaf dezelfde afstand tot het onderwerp nadat de brandpuntpositie ingesteld is.
7. Films opnemen Knopbediening Aanraakbediening 3/4/2/1 Aanraken Open-/ dichtknijpen 4 [DISP.] [Reset] [MENU/SET] [Inst.] Beschrijving van de bediening Beweegt het frame. Vergroot/verkleint het frame. (Het toegestane instellingenbereik is van 1920k1080 tot 3840k2160.) Brengt de positie van het frame terug naar het midden en zet het formaat weer op de standaardinstelling. Bepaalt de positie en het formaat van het frame. Herhaal stap 3 en stel vervolgens het eindframe voor het bijsnijden in.
7. Films opnemen ∫ [Opname-indeling] en de instellingen van [Opn. kwaliteit] zijn beschikbaar voor de opname [Opname-indeling] [Systeemfrequentie] [AVCHD] [MP4] [MP4 (LPCM)] [MOV] [Opn. kwaliteit] s [59.94Hz (NTSC)] [FHD/28M/60p] [FHD/20M/30p] [50.00Hz (PAL)] [FHD/28M/50p] [FHD/20M/25p] [24.00Hz (CINEMA)] s [59.94Hz (NTSC)] [FHD/8bit/100M/60p] [FHD/8bit/100M/30p] [FHD/8bit/100M/24p] [50.00Hz (PAL)] [FHD/8bit/100M/50p] [FHD/8bit/100M/25p] [24.
7. Films opnemen [Creatieve film]-menu Stelt de functies in die alleen beschikbaar zijn voor de Creatieve Video-modus. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Creatieve film] [Anaformisch (4:3)] U kunt opnames maken die geschikt zijn voor een anamorfische lens. Films met een 4K-resolutie zullen met een beeldverhouding van 4:3 opgenomen worden. 1 Selecteert het opnameformaat dat [Anaformisch (4:3)] ondersteunt.
7. Films opnemen [Loop-recording (video)] Wanneer de opname de vrije ruimte op de kaart opgebruikt, gaat de camera door met opnemen door het oudste segment van de opgenomen gegevens te wissen. • Alleen beschikbaar als [Opname-indeling] op [MP4 (LPCM)] of [MOV] in de Creatieve video-modus gezet is. Instellingen: [ON]/[OFF] • Terwijl de opname bezig is, wordt de verstreken opnametijd aangeduid met [ ] (A) en neemt de beschikbare opnametijd (B) af.
7. Films opnemen [Synchro scan] De sluitertijd fijn afstellen om flikkeren en horizontale strepen te reduceren. • Deze functie is alleen beschikbaar als [Belicht.stand] in de Creatieve Video-modus op [S] of [M] gezet is. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU 2 > [Creatieve film] > [Synchro scan] > [ON] Selecteer de sluitertijd met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. A Sluitertijd • Stel de sluitertijd in terwijl u naar het beeldscherm kijkt zodat het flikkeren en de horizontale strepen tot het 246.
7. Films opnemen In deze gevallen niet beschikbaar: • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Wanneer [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is [SS/gain bediening] U kunt de waarde-eenheden van de sluitertijd en de gain (gevoeligheid) omschakelen. [SEC/ISO] Geeft de sluitertijd weer in seconden en de gain in ISO. Geeft de sluitertijd weer in graden en de gain in ISO.
7. Films opnemen [V-LogL View Assist] Pas LUT (Look-Up Table)-gegevens toe op het beeld op het opnamescherm als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is. • Deze functie wordt pas beschikbaar na geactiveerd te zijn in [Activeren] (P241) met een softwarecode voor upgraden (DMW-SFU1: optioneel). • Alleen beschikbaar wanneer [Fotostijl] ingesteld is op [V-Log L]. ∫ LUT-bestanden importeren • Ondersteund LUT-gegevensformaat: – Het “.vlt”-formaat.
7. Films opnemen Opnemen van films met gebruik van een verbonden extern apparaat Externe monitor/recorder (HDMI-uitgang tijdens de opname) U kunt de [HDMI]-aansluiting van de camera en een externe monitor of recorder met elkaar verbinden met een HDMI-kabel. De HDMI-uitgang wordt voor opnemen en afspelen afzonderlijk bediend. Dit deel beschrijft de bediening van de HDMI-uitgang voor opnames.
7. Films opnemen 5 Verbind de HDMI-kabel met de [HDMI]-aansluiting (8). B Laat een beetje speling over zodat dit gedeelte een lengte van minstens 10 cm heeft. • U kunt de HDMI-kabel en de USB-aansluitingskabel ook gelijktijdig verbinden, als de kabelhouder bevestigd is. Verwijderen van de kabelhouder Om de kabelhouder te verwijderen, voert u de stappen voor de bevestiging ervan in omgekeerde volgorde uit. • Wij raden aan een HDMI-kabel te gebruiken waarvan de maximum dikte van de diameter 6 mm is.
7. Films opnemen ∫ Instellen van de uitvoerbitwaarde voor 4K/60p (4K/50p) [Bewegend beeld] > [HDMI-opname-output] > [4K/60p Bitmodus] ([4K/50p Bitmodus]) Instellingen: [4:2:2 10bit]/[4:2:0 8bit] MENU > • Er kunnen geen films op de kaart opgenomen worden met [4:2:2 10bit] tijdens de HDMI-uitvoer. • Dit item werkt alleen als [Opn. kwaliteit] op [4K/8bit/150M/60p] of [4K/8bit/150M/50p] gezet is in de Creatieve Video-modus.
7. Films opnemen • Wanneer [Systeemfrequentie] op [50.00Hz (PAL)] gezet is: [Omlaag Converteren] Grootte/frame-snelheid in [Opn. kwaliteit] 4K/50,00p [AUTO] 4K/25,00p 1080/50,00p 1080/25,00p 1080/50,00i De uitvoerinstelling wordt bepaald door het verbonden apparaat.
7. Films opnemen ∫ Toepassing van LUT-gegevens op beelden die naar een HDMI-apparaat uitgevoerd worden Pas LUT (Look-Up Table)-gegevens toe op beelden die naar een HDMI-apparaat uitgevoerd worden als [Fotostijl] op [V-Log L] gezet is. • Deze functie wordt pas beschikbaar na geactiveerd te zijn in [Activeren] (P241) met een softwarecode voor upgraden (DMW-SFU1: optioneel).
7. Films opnemen Externe Microfoon (optioneel) Als u een stereo shotgun-microfoon (DMW-MS2: optioneel) of een stereo microfoon (VW-VMS10: optioneel) gebruikt, kunt u geluid opnemen met een kwaliteit die hoger is dan die opgenomen wordt met de ingebouwde microfoon. Door de stereo shotgun-microfoon (DMW-MS2: optioneel) te gebruiken, kunt u schakelen tussen opname door de (eenrichtings) gun en stereo-opname met groot bereik. • Bepaalde optionele accessoires kunnen niet beschikbaar zijn in bepaalde landen.
7. Films opnemen ∫ De windruis verlagen als een externe microfoon gebruikt wordt De camera zal de windruis daadwerkelijk verlagen als geluid met een externe microfoon opgenomen wordt. > [Bewegend beeld] > [Windreductie] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[LOW]/[OFF] MENU • Dit item is alleen beschikbaar als een externe microfoon gebruikt wordt. • Door [Windreductie] in te stellen kan de gebruikelijke geluidskwaliteit veranderen.
7. Films opnemen XLR Microfoonadapter (optioneel) Door een XLR-microfoonadapter (DMW-XLR1: optioneel) op de camera te bevestigen, kunt u een in de handel verkrijgbare XLR-microfoon gebruiken om de opname van hoge resolutie/stereogeluid van superieure kwaliteit mogelijk te maken. A Flitsschoen B XLR-microfoonadapter (DMW-XLR1: optioneel) C In de handel verkrijgbare XLR-microfoon Voorbereiding: • Schakel dit toestel uit. • Verwijder de bescherming van de flitsschoen die aan de camera bevestigd is.
7. Films opnemen Hoofdtelefoon U kunt films opnemen terwijl u de geluiden die opgenomen worden hoort door een in de handel verkrijgbare koptelefoon op dit toestel aan te sluiten. A Aansluiting koptelefoon B In de handel verkrijgbare hoofdtelefoon • Gebruik geen koptelefoonkabels die 3 m of langer zijn. • Als hoofdtelefoons aangesloten zijn, worden elektronische geluiden en elektronische sluitergeluiden uitgezet.
8. Afspelen en bewerken van beelden Opnamen terugspelen 1 Druk op [(]. 2 Druk op 2/1. 1/98 2: De vorige opname terugspelen 1: De volgende opname terugspelen A Kaartsleuf • Als u 2/1 ingedrukt houdt, kunt u de beelden achter elkaar afspelen. • De beelden kunnen ook voor- of achteruit langs gelopen worden door aan de bedieningsknop te draaien of door het scherm horizontaal te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Bewegende beelden terugspelen Dit toestel is ontworpen voor het afspelen van films met gebruik van AVCHD, MP4 en MOV formaten. • Bewegende beelden worden weergegeven met de filmicoon ([ ]). Druk op 3 om af te spelen. 12s A Opnametijd film • Nadat het afspelen gestart is, wordt de verstreken afspeeltijd op het scherm weergegeven. 8 minuten en 30 seconden wordt bijvoorbeeld weergegeven als [8m30s]. • Sommige informatie (opname-informatie, enz.
8. Afspelen en bewerken van beelden Creëren van foto’s uit een video U kunt een scène van een film als een foto bewaren. 1 Op 3 drukken om het terugspelen van bewegend beeld op pauze te zetten. • U kunt het punt van splitsing precies instellen door op 2/1 te drukken terwijl de film gepauzeerd is. 2 Op [MENU/SET] drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ ] aan te raken. • Foto's zullen bewaard worden met de [Aspectratio] op [16:9] en de [Kwaliteit] op [A].
8. Afspelen en bewerken van beelden Omschakelen van de afspeelwijze De terugspeelzoom gebruiken Draai de modusknop op de achterkant naar rechts. 1k 2k 4k 8k 16k • Als de modusknop op de achterkant naar links gedraaid wordt nadat het beeld vergroot is, zal de uitvergroting kleiner zijn. • U kunt het beeld ook vergroten/verkleinen door het deel dat u wilt vergroten (P52) samen te knijpen/te spreiden. • U kunt het vergrote deel bewegen door op 3/4/2/1 te drukken of door het scherm te verslepen.
8. Afspelen en bewerken van beelden Weergeven van meerdere schermen (Multi Playback) Draai de functieknop achterop naar links. 1 scherm 12 schermen schermweergave 30 schermen Kalender 1/98 A Kaartsleuf • Het afspelen wordt afzonderlijk door de kaartsleuf uitgevoerd. U kunt naar de voor het afspelen geselecteerde kaart schakelen door op [Fn3] te drukken. • Als de modusknop op de achterkant naar rechts gedraaid wordt, zal het vorige afspeelscherm weergegeven worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Afspelen van groepsbeelden Een beeldengroep bestaat uit meerdere beelden. U kunt beelden in een groep continu dan wel een voor een afspelen. • U kunt alle beelden in een groep in een keer bewerken of wissen. (als u bijvoorbeeld een beeldengroep wist, worden alle beelden in de groep gewist.) [ ]: Een beeldengroep die in één keer bewaard is met [6K/ 4K-FOTO In Bulk Opslaan]. (P123) [ ]: Een beeldengroep bestaande uit beelden die met Focusbracket gemaakt zijn.
8. Afspelen en bewerken van beelden Een voor een afspelen van groepsbeelden 1 Op 4 drukken. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ [ ], [ ], of [ ] aan te raken. 2 ], 1/98 IRWR Druk op 2/1 om de beelden langs te lopen. • Door opnieuw op 4 te drukken of door [ afspeelscherm. ] aan te raken, keert u terug naar het gewone • Ieder beeld van de groep kan op dezelfde manier als normale beelden behandeld worden wanneer ze afgespeeld worden.
8. Afspelen en bewerken van beelden Beelden wissen Is het beeld eenmaal gewist dan kan hij niet meer teruggehaald worden. Om een enkele opname uit te wissen 1 Selecteer het te wissen beeld in de afspeelmodus en druk vervolgens op [ ]. • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. 2 ] ョㄏフ Druk op 3 om [Apart wissen] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Wissen van meer beelden (tot 100) of van alle beelden • De beeldengroepen worden als een enkel beeld beschouwd.
9.
9. De menufuncties gebruiken : [Creatieve opties]-menu • [Filtereffect] (P78) • [Gelijktijdig zond. filter] (P78) [Opname]-menu : • [Aspectratio] (P205) • [Fotoresolutie] (P206) • [Kwaliteit] (P207) • [AFS/AFF] (P88) • [AF Aang. Inst.(Foto)] (P89) • [Fotostijl] (P208) • [Filterinstellingen] (P210) • [Kleurruimte] (P211) • [Meetfunctie] (P212) • [Schaduw markeren] (P212) • [Int.dynamiek] (P213) • [I.
9. De menufuncties gebruiken [Fotoresolutie] Toepasbare modi: Stel het aantal pixels in. Hoe hoger het aantal pixels, hoe fijner het detail van de beelden zal blijken zelfs wanneer ze afgedrukt worden op grote vellen. MENU > [Opname] > [Fotoresolutie] Wanneer de aspectratio [4:3] is. Wanneer de aspectratio [3:2] is. Instellingen Beeldformaat Instellingen Beeldformaat [L] (20M) 5184k3888 [L] (17M) 5184k3456 [ [ M] (10M) 3712k2784 S] (5M) 2624k1968 Wanneer de aspectratio [16:9] is.
9. De menufuncties gebruiken [Kwaliteit] Toepasbare modi: De compressiesnelheid instellen waarop de beelden opgeslagen moeten worden. > MENU [Opname] > [Kwaliteit] Instellingen Bestandsformaat Een JPEG-beeld waarin prioriteit aan de beeldkwaliteit gegeven werd. [A] JPEG [›] [ ] [ ] [ Beschrijving van instellingen ] RAWiJPEG RAW Een JPEG-beeld met standaard beeldkwaliteit. Dit is nuttig voor het veranderen van het aantal opnames zonder het aantal pixels te verhogen.
9. De menufuncties gebruiken [Fotostijl] Toepasbare modi: U kunt effecten selecteren om af te stemmen op het soort beeld dat u wenst te maken. Het is mogelijk de items zoals kleur of beeldkwaliteit van het effect naar uw wens af te stellen. MENU > [Opname] > [Fotostijl] [Standaard] Dit is de standaard instelling. [Levendig] Prachteffect met hoge verzadiging en contrast. [Natuurlijk] Zacht effect met laag contrast. [Zwart-wit] Monochroom effect zonder kleurschaduwen.
9. De menufuncties gebruiken ∫ Bijstellen van de beeldkwaliteit 1 Druk op 2/1 om het type Photo Style te selecteren. 2 Druk op 3/4 om de items te selecteren en druk vervolgens op 2/1 om deze bij te stellen. 6WDQGDDUG -5 0 +5 ±0 S ±0 ±0 ±0 ±0 DISP.カスタム登録 Verhoogt het verschil tussen de heldere en donkere vlakken op het beeld. [Contrast] Vermindert het verschil tussen de heldere en donkere [s] vlakken op het beeld. [r] Het beeld is zeer scherp. S [Scherpte] [s] Het beeld is onscherp.
9. De menufuncties gebruiken • U kunt de instelling van de kniemodus selecteren als [Als709] ingesteld is. Raadpleeg P175 voor details. ∫ Instellingen op [Klant1] tot [Klant4] registreren 1 Regel de beeldkwaliteit door stap 2 van “Bijstellen van de beeldkwaliteit” te volgen en druk vervolgens op [DISP.]. 2 Druk op 3/4 om een bestemming te selecteren waarin de instelling geregistreerd zal worden en druk op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken ∫ Gelijktijdig met en zonder beeldeffect foto's maken ([Gelijktijdig zond. filter]) U kunt één keer op de sluiterknop drukken en gelijktijdig twee foto's nemen, een met een beeldeffect en een zonder. MENU > [Opname] > [Filterinstellingen] > [Gelijktijdig zond. filter] Instellingen: [ON]/[OFF] • Eerst zal een foto met een beeldeffect opgenomen worden, gevolgd door een foto zonder beeldeffect. • Alleen een beeld met een beeldeffect wordt voor Auto Review weergegeven.
9. De menufuncties gebruiken [Meetfunctie] Toepasbare modi: Type optische meting om helderheid te meten kan veranderd worden. MENU > [Opname] > [Meetfunctie] [ ] (Meervoudig) Dit is de methode waarbij de camera de beste belichting meet door de helderheid op het hele beeld automatisch te berekenen. Wij raden aan om zoveel mogelijk deze methode te gebruiken.
9. De menufuncties gebruiken • De beeldschermweergave kan omgeschakeld worden door op het scherm voor de instelling van de helderheid op [DISP.] te drukken. • Als dit toestel uitgeschakeld wordt, zal de instelling die bijgesteld is met / opnieuw op de fabrieksinstelling gezet worden. • Als [Fotostijl] op [Als709] of [V-Log L] gezet is, is de instelling vastgezet op [ / / ] (Standaard). [Int.
9. De menufuncties gebruiken [Rode-ogencorr] Toepasbare modi: Wanneer de rode-ogenreductie ([ ], [ ]) geselecteerd is, wordt de digitale rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld. MENU > [Opname] > [Rode-ogencorr] Instellingen: [ON]/[OFF] • [ ] wordt op de icoon weergegeven als [ON] ingesteld is. • Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
9. De menufuncties gebruiken [Lang sl.n.red] Toepasbare modi: De camera verwijdert automatisch ruis die ontstaat bij een tragere sluitertijd, wanneer u nachtscènes enz. wilt opnemen, zodat u toch mooie opnamen kunt maken. MENU > [Opname] > [Lang sl.n.red] Instellingen: [ON]/[OFF] • [Lange sluitertijd ruisreductie lopend] wordt weergegeven gedurende dezelfde tijd als de sluitertijd voor de signaalverwerking.
9. De menufuncties gebruiken [Diffractiecompensatie] Toepasbare modi: De camera verhoogt de resolutie door de wazigheid te corrigeren die door diffractie veroorzaakt wordt wanneer de lensopening dichtgaat. MENU > [Opname] > [Diffractiecompensatie] Instellingen: [AUTO]/[OFF] • Het compensatie-effect wordt mogelijk niet verkregen afhankelijk van de opname-omstandigheden. • Beeldruis kan sterker worden met een hogere ISO-gevoeligheid.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitertype] Toepasbare modi: Selecteer de sluiter die voor het maken van de foto' s gebruikt moet worden. MENU > [AUTO] [MSHTR] [EFC] [ESHTR] [Opname] > [Sluitertype] Schakelt het type sluiter automatisch om, afhankelijk van de opname-omstandigheden en de sluitersnelheid. Maakt foto's in de Mechanische Sluitermodus Maakt foto's in de Elektronische Voorste Gordijnsluiter-modus.
9. De menufuncties gebruiken [Sluitervertraging] Toepasbare modi: Om het effect van trillende handen of de trilling van de sluiter te reduceren, wordt de sluiter los gelaten nadat de gespecificeerde tijd verstreken is.
9. De menufuncties gebruiken [HDR] Toepasbare modi: U kunt 3 beelden met verschillende niveaus van belichting in een enkel beeld combineren met rijke schakeringen. U kunt het verlies aan gradatie minimaliseren in heldere en donkere zones, wanneer het contrast tussen de achtergrond en het onderwerp bijvoorbeeld groot is. Een door HDR gecombineerd beeld wordt in JPEG opgenomen.
9. De menufuncties gebruiken [Multi-belicht.] Toepasbare modi: Heeft een effect als multi-belichting tot gevolg. (equivalent aan tot 4 keer voor een afzonderlijk beeld) > [Opname] > [Multi-belicht.] Druk op 3/4 om [Start] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Bepaal de samenstelling en maak het eerste beeld. MENU 1 2 • Na het maken van de foto de sluiterknop tot halverwege indrukken om de volgende foto te maken.
9. De menufuncties gebruiken [Bewegend beeld]-menu : • [Opname-indeling] (P163) • [Opn. kwaliteit] (P163) • [Tijdcode] (P169) • [AFS/AFF] (P88) • [Continu AF] (P167) • [AF Aang. Inst.(Video)] (P167) • [Fotostijl] (P208) • [Filterinstellingen] (P210) • [Helderheidsniveau] (P221) • [Meetfunctie] (P212) • [Schaduw markeren] (P212) • [Int.dynamiek] (P213) • [I.resolutie] (P213) • [ISO-gevoeligh. (video)] (P174) • [Schaduwcomp.
9. De menufuncties gebruiken [Uitsch. geluid vd wind] Toepasbare modi: Dit zal de windruis verlagen die van de interne microfoon afkomstig is terwijl de geluidskwaliteit gehandhaafd blijft. MENU > [Bewegend beeld] > [Uitsch. geluid vd wind] Instellingen: [HIGH]/[STANDARD]/[OFF] • [HIGH] verlaagt daadwerkelijk de windruis door het lage geluid te minimaliseren als sterke wind gedetecteerd wordt. • [STANDARD] extraheert en verlaagt de windruis, zonder de geluidskwaliteit te verslechteren.
9. De menufuncties gebruiken : [Voorkeuze]-menu [Belichting] • [ISO-verhoging] (P224) • [Uitgebreide ISO] (P224) • [Belichtingscomp. reset] (P224) [Focus / Sluiter Losl.] • [AF/AE vergrend.] (P104) • [AE-vergr.-vast] (P224) • [Sluiter-focus] (P224) • [Ontsp. knop half indr.] (P224) • [Quick AF] (P225) • [Oogsensor AF] (P225) • [Spot AF-Instelling] (P225) • [AF ass. lamp] (P225) • [Prio. focus/ontspan] (P226) • [Focusoversch. vr Ver./ Hor.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Belichting] [ISO-verhoging] U kunt voor iedere 1/3 EV de instellingen van de ISO-gevoeligheid bijstellen. Instellingen: [1/3 EV]/[1 EV] [Uitgebreide ISO] De ISO-gevoeligheid kan ingesteld worden tot een minimum van [ISO100]. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – Wanneer [Fotostijl] op [Als709] of [V-Log L] gezet is. [Belichtingscomp.
9. De menufuncties gebruiken [Quick AF] Zolang de camera stevig vastgehouden wordt, zal de camera het brandpunt automatisch aanpassen en zal de brandpuntregeling sneller zijn als op de sluiterknop gedrukt wordt. • De batterij raakt sneller op dan normaal. • Deze functie is in de volgende gevallen niet beschikbaar: – In de preview-modus – In situaties met weinig licht [Oogsensor AF] De camera stelt het brandpunt automatisch in als de oogsensor actief is.
9. De menufuncties gebruiken [Prio. focus/ontspan] Stelt in of de opname zelfs ingeschakeld wanneer met Auto Focus geen scherpstelling verkregen wordt. • Er kunnen verschillende instellingen op verschillende instellingen van de Focusmodus ([AFS/ AFF], [AFC]) toegepast worden. [FOCUS] Schakelt de opname uit als geen scherpstelling verkregen wordt. [BALANCE] Voert de opname uit terwijl het evenwicht tussen de scherpstelling en de timing voor het loslaten van de sluiterknop geregeld wordt.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Bediening] [Q.MENU] Als u [CUSTOM] selecteert, kunt u de instellingen van het Snelmenu zelf aanpassen. (P59) [Instelling Vergrendeling] Stelt de bedieningsfuncties in die uitgeschakeld moeten worden met de functieknop [Vergrend. Bediening]. Als een van de volgende items op [ON] gezet wordt, zullen de overeenkomstige bedieningsfuncties uitgeschakeld worden als de functie voor het vergrendelen van de handeling gebruikt wordt.
9. De menufuncties gebruiken MENU > [Voorkeuze] > [Scherm / Display] [Auto review] Toont een beeld onmiddellijk nadat dit opgenomen is. • [Tijdsduur (6K/4K-FOTO)] werkt alleen voor 6K/4K-foto-opnames terwijl [Tijdsduur (Post Focus)] allen voor Post Focus opnames werkt. • Als u [Prior. afspeelbewerking] op [ON] zet, kunt u tijdens Auto Review bepaalde afspeelhandelingen uitvoeren. U kunt bijvoorbeeld tussen de verschillende soorten afspeelschermen schakelen of beelden wissen.
9. De menufuncties gebruiken [Histogram] Het histogram weergeven. U kunt de positie instellen door op 3/4/2/1 te drukken. • Bediening door rechtstreekse aanraking is ook mogelijk vanuit het opnamescherm. • Een Histogram is een grafiek die helderheid langs de horizontale as (zwart of wit) en het aantal pixels bij elk helderheidniveau op de verticale as afbeeld. Hiermee controleert u snel de belichting van een beeld.
9. De menufuncties gebruiken [Zebrapatroon] Geeft aan welke delen door overbelichting in een zebrapatroon wit verzadigd kunnen worden. [ZEBRA1] [ZEBRA2] Selecteer [SET] om de helderheid in te stellen die als zebra patroon verwerkt moet worden. • U kunt een helderheidswaarde tussen [50%] en [105%] selecteren. In [Zebra 2] kunt u [OFF] selecteren. Als u [100%] of [105%] selecteert zullen alleen de zones die al met wit verzadigd zijn in een zebrapatroon weergegeven worden.
9. De menufuncties gebruiken [Scherm info stijl] Toont het scherm van de opname-informatie. (P50) [Opn.gebied] Dit verandert de zichthoek tijdens de bewegende beeldopname en stilstaande beeldopname. • De aangeduide opnamezone is een benadering. • [Opn.gebied] is niet beschikbaar als de opname uitgevoerd wordt met de 6K/4K Photo- of Post Focus-functie.
9. De menufuncties gebruiken [Gezicht herk.] Gezichtsdetectie is een functie waarmee een gezicht gevonden wordt dat op een geregistreerd gezicht lijkt en het scherpstellen en de belichting daarvan automatisch prioriteit geeft. Zelfs als de persoon zich enigszins op de achtergrond bevindt of aan het uiteinde van een rij op een groepsfoto staat, kan de camera toch een duidelijk beeld maken. [ON] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie in. [OFF] Schakelt de gezichtsdetectiefunctie uit.
9. De menufuncties gebruiken Opnamepunt wanneer u de gezichtsbeelden registreert • Gezichtvoorkant met open ogen en mond gesloten, ervoor zorgend dat de uitlijn van het gezicht, de ogen of de wenkbrauwen niet bedekt worden door het haar wanneer u registreert. • Zorg ervoor dat er niet veel schaduw op het gezicht valt wanneer u registreert. (De flits zal niet afgaan tijdens de registratie.
9. De menufuncties gebruiken [Profiel instellen] Als u de naam en verjaardag van uw kind of huisdier van tevoren instelt, dan kunt u hun naam en leeftijd in maanden en jaren op de foto's opnemen. U kunt deze bij het afspelen weergeven of op de opgenomen beelden stempelen met gebruik van [Tekst afdr.] (P257). Instellingen: [ ] ([Baby1])/[ ] ([Baby2])/[ ] ([Huisdier])/[OFF]/[SET] ∫ Instellen van [Leeftijd] of [Naam] 1 Druk op 3/4 om [SET] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken : [Set-up]-menu • [Online handleiding] (P235) • [Geh voorkeursinst.] (P84) • [Klokinst.
9. De menufuncties gebruiken • Druk op 3 als u de zomertijd gebruikt [ ]. (De tijd zal 1 uur vooruit gezet worden.) Druk opnieuw op 3 om terug te keren naar de gewone tijd. • Als uw reisbestemming niet in de lijst van gebieden op het scherm staat, stelt u het tijdverschil tussen uw eigen zone en uw reisbestemming in. [Reisdatum] [Reissetup] Als u [Reissetup] instelt, zal het aantal verstreken dagen van uw reis (d.i.
9. De menufuncties gebruiken [Toon] Dit biedt u de mogelijkheid het elektronische geluid en het elektronische sluitergeluid in te stellen. Instellingen: [Beep volume]/[E-shutter vol]/[E-Shuttertoon] • Als [Stille modus] op [ON] gezet is, zijn [Beep volume] en [E-shutter vol] op [OFF] gezet. [Besparing] [Slaapsmodus] De camera wordt automatisch uitgeschakeld als hij camera niet gebruikt wordt gedurende de in de instelling geselecteerd tijd.
9. De menufuncties gebruiken [Live View Modus] Stel de frame-snelheid van het opnamescherm in (Live View- scherm). [30fps] Verlaagt het energieverbruik en verlengt de werktijd. [60fps] Toont vloeiender bewegingen. • Wanneer [Live View Modus] ingesteld is op [30fps] zou de beeldkwaliteit op het opnamescherm slechter kunnen zijn dan wanneer deze ingesteld is op [60fps], maar dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld. • De zoeker is vastgezet op [60fps].
9. De menufuncties gebruiken [Oogsensor] [Gevoeligheid] Dit zal de gevoeligheid van de oogsensor instellen. [LVF/Scherm] Dit zal de methode van schakelen tussen de monitor en de zoeker instellen. [LVF/MON AUTO] (automatisch schakelen tussen de monitor en de zoeker)/ [LVF] (zoeker)/[MON] (monitor) • Als u op [LVF] drukt om de weergave om te schakelen, zal ook de instelling van [LVF/Scherm] omgeschakeld worden. [USB mode] Stelt de communicatiemethode in wanneer er aangesloten wordt m.b.v.
9. De menufuncties gebruiken [Systeemfrequentie] U kunt de systeemfrequentie van de films die u opneemt en afspeelt veranderen. [59.94Hz (NTSC)] [50.00Hz (PAL)] [24.00Hz (CINEMA)] Voor regio's waar het TV-zendsysteem NTSC is Voor regio's waar het TV-zendsysteem PAL is Deze systeemfrequentie dient voor de creatie van films • Na de instelling gecontroleerd te hebben, schakelt u de camera uit en weer in. • De fabrieksinstelling van de systeemfrequentie is die van de regio van aankoop.
9. De menufuncties gebruiken [Activeren] Gebruik een (DMW-SFU1: optionele) software-upgrade-code om de uitgebreide functies van de camera in te schakelen. Instellingen: [Serienr exporteren]/[Act. code importeren]/[Activatielijst] • Voer [Serienr exporteren] of [Act. code importeren] uit met gebruik van de kaart in kaartsleuf 1. [Map- / Bestandsinstell.] Stel de patronen van de map- en bestandsnaam in waarin de foto's opgeslagen moeten worden. Mapnaam Bestandsnaam PABC0001.
9. De menufuncties gebruiken • Iedere map kan tot 999 bestanden opslaan. Als het aantal de 999 bestanden overschrijdt, zal automatisch een nieuwe map met een verhoogd mapnummer gecreëerd worden. • Er kunnen geen nieuwe mappen gecreëerd worden als er mappen zijn die van 100 tot 999 genummerd zijn. In dat geval raden we aan de gegevens ervan in een computer of een gelijkaardig apparaat te bewaren en de kaart te formatteren.
9. De menufuncties gebruiken [Camera-inst. Opsl./Herstel.] Bewaard de set-up informatie van de camera op de kaart. Aangezien de set-up informatie naar de camera geïmporteerd kan worden, kunt u dezelfde set-up op meer dan een camera toepassen. • Opslaan/laden van set-up informatie met gebruik van de in kaartsleuf 1 geplaatste kaart. Bewaart de set-up informatie van de camera op de kaart.
9. De menufuncties gebruiken [Resetten] De volgende instellingen worden weer op de fabriekswaarden gezet: – Opname-instellingen – Setup-instellingen ([Wi-Fi setup] en [Bluetooth]instellingen) – Standaard instellingen ([Gezicht herk.] en [Profiel instellen] instellingen) – Setup/standaard instellingen (behalve [Wi-Fi setup], [Bluetooth], [Gezicht herk.] en [Profiel instellen]) • Als de instellingen van instellingen/custom gereset worden, worden de volgende instellingen ook gereset.
9. De menufuncties gebruiken [Niveaumeting Aanp.] Houd de camera horizontaal en druk op [MENU/SET]. De niveaumeter zal aangepast worden. [Corr.] [Waarde Niveaum. Resetten] Stelt opnieuw de fabrieksinstelling van de niveau meter in. [Mijn Menu]-menu : • [Mijn Menu Instell.] (P245) [Mijn Menu Instell.] Registreer vaak gebruikte menu's en geef ze weer in [Mijn Menu]. U kunt tot 23 menu's registreren. MENU > [Mijn Menu] > [Mijn Menu Instell.
9. De menufuncties gebruiken : [Afspelen]-menu • [Diashow] (P247) • [Afspeelfunctie] (P248) • [Beveiligen] (P249) • [Rating] (P249) • [Titel bew.] (P250) • [Gez.herk. bew.] (P250) • [Print inst.] (P251) • [RAW-verwerking] (P252) • [6K/4K-FOTO In Bulk Opslaan] (P123) • [6K/4K-FOTO ruisreductie] (P124) • [Lichtcompositie] (P255) • [Retouche wissen] (P256) • [Tekst afdr.] (P257) • [Kopie] (P258) • [Nw. rs.
9. De menufuncties gebruiken [Diashow] U kunt de beelden afspelen die u gemaakt heeft in synchronisatie met muziek en u kunt dit doen in opeenvolging terwijl u een vastgestelde pauze laat tussen elk van de beelden. U kunt tevens een diavoorstelling samenstellen die bestaat uit alleen foto’s, alleen films, enz. We raden deze functie aan wanneer u uw beelden bekijkt d.m.v. het aansluiten van het toestel aan een TV.
9. De menufuncties gebruiken ∫ De diavoorstellinginstellingen veranderen U kunt de instellingen veranderen voor afspelen van diavoorstelling door [Effect] of [Set-up] te selecteren op het diavoorstellingmenuscherm. Dit biedt u de mogelijkheid de schermeffecten te selecteren wanneer u van het ene naar het andere beeld schakelt. [Effect] [Duur] • [Duur] kan alleen ingesteld worden wanneer [OFF] geselecteerd is als de [Effect] instelling.
9. De menufuncties gebruiken [Beveiligen] U kunt een beveiliging instellen voor opnames waarvan u niet wilt dat ze per ongeluk gewist kunnen worden. MENU > [Afspelen] > [Beveiligen] Selecteer de opname. (P246) • [999+] wordt op het scherm weergegeven als het totale aantal beschermde foto's dat u voor een groep beelden instelt groter is dan 1000. ∫ Alle [Beveiligen] instellingen annuleren Druk op 3/4 om [Annul] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Titel bew.] U kunt tekst (commentaar) toevoegen aan beelden. Nadat er tekst geregistreerd is, kan het afgedrukt worden bij het printen m.b.v. [Tekst afdr.] (P257). MENU 1 2 > [Afspelen] > [Titel bew.] Selecteer de opname. (P246) • [’] wordt afgebeeld voor beelden met al geregistreerde titels. De tekst invoeren. (P64) • Om de titel te wissen, alle tekst in het scherm van tekstinvoer weghalen.
9. De menufuncties gebruiken [Print inst.] DPOF “Digital Print Order Format” is een systeem waarmee de gebruiker kan kiezen welke opnamen hij afdrukt, hoeveel exemplaren van elk beeld hij afdrukt en of de opnamedatum wel of niet afgedrukt moet worden met een DPOF-compatibele fotoprinter of fotograaf. Voor details raadpleegt u uw fotograaf. • Als u [Print inst.] voor een groep beelden instelt, zal de afdrukinstelling voor het aantal afdrukken op ieder beeld van de groep toegepast worden.
9. De menufuncties gebruiken [RAW-verwerking] U kunt de beelden die in het RAW-formaat opgenomen zijn verwerken. De verwerkte beelden zullen in JPEG-formaat bewaard worden. MENU 1 2 > [Afspelen] > [RAW-verwerking] Selecteer RAW-beelden met 2/1 en druk vervolgens op [MENU/SET]. Druk op 3/4 om een item te selecteren. • U kunt de volgende items instellen. De instellingen die u voor de opname gebruikte worden geselecteerd als u deze items begint in te stellen.
9. De menufuncties gebruiken 3 4 5 Druk op [MENU/SET] en stel in. • Raadpleeg “Instellen van de items” op P253. Op [MENU/SET] drukken. • Deze handeling brengt u terug naar het scherm van stap herhaalt u de stappen 2 tot 4. 2. Om andere items in te stellen, Selecteer [Start verwerking] met 3/4 en druk vervolgens op [MENU/SET]. ∫ Instellen van de items Knopbediening 2/1 / 3 Aanraakbediening Beschrijving van de bediening Slepen [WB K inst.] Selecteert een instelling.
9. De menufuncties gebruiken Instelling [Set-up] Als u een item selecteert, zal het scherm weergegeven worden waarin u gevraagd wordt [Aanpassingen herstellen], [Kleurruimte] of [Fotoresolutie] weer te geven. 1 Druk op 3/4 om een item te selecteren en druk op [MENU/SET]. • Als u [Aanpassingen herstellen] selecteert, zal een bevestigingsscherm weergegeven worden. Door [Ja] te selecteren zal de handeling uitgevoerd worden en keert u terug naar het scherm voor de selectie van het item.
9. De menufuncties gebruiken [Lichtcompositie] Selecteer meervoudige frames uit de 6K/4K-burst-bestanden die u wenst te combineren. Delen van het beeld die helderder zijn dan het vorige frame zullen over het vorige frame heen geplaatst worden om de frames tot één foto te combineren. > [Afspelen] > [Lichtcompositie] Druk op 2/1 om de 6K/4K-foto-burst-bestanden te selecteren en druk op [MENU/SET]. Kies de samenvoegmethode en druk vervolgens op [MENU/SET]. MENU 1 2 [Samengesteld samenv.
9. De menufuncties gebruiken [Retouche wissen] • Het wissen kan alleen uitgevoerd worden door aanraking. [Retouche wissen] schakelt automatisch de aanraakbediening in. [Afspelen] > MENU > [Retouche wissen] 1 2 Druk op 2/1 om een beeld te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Sleep uw vinger over het deel dat u wilt wissen. • De te wissen delen zijn gekleurd. • Door [Onged. maken] aan te raken, worden de gekleurde delen opnieuw op de vorige status gezet.
9. De menufuncties gebruiken [Tekst afdr.] U kunt opname-informatie op de opgenomen beelden stempelen. LISA MENU 1 2 3 4 > [Afspelen] > [Tekst afdr.] Selecteer de opname. (P246) • [‘] verschijnt op het scherm als het beeld afgedrukt wordt met tekst. Druk op 3/4 om [Inst.] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. [Opnamedatum] Drukt de opnamedatum af. [Naam] [ ] ([Gezichtsherkenning]): De in [Gezicht herk.] geregistreerde naam zal gestempeld worden.
9. De menufuncties gebruiken [Kopie] Foto's op de kaart naar een andere kaart kopiëren. MENU 1 > [Afspelen] > [Kopie] Druk op 3/4 om [Richting Kopiëren] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]. Kopieert beelden van kaartsleuf 1 naar kaartsleuf 2. Kopieert beelden van kaartsleuf 2 naar kaartsleuf 1. 2 Druk op 3/4 om de kopieermethode te selecteren en kopieer de beelden. Kopieert geselecteerde beelden [Selecteer Kopiëren] 1 Selecteer de map die de te kopiëren beelden bevat.
9. De menufuncties gebruiken [Nw. rs.] Om gemakkelijk posten naar webpagina's, bijlagen naar email enz. toe te laten, wordt de beeldresolutie (aantal pixels) gereduceerd. MENU > [Afspelen] > [Nw. rs.] Selecteer het beeld en het formaat. Instelling [Enkel] 1 Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. 2 Druk op 3/4 om de grootte te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
9. De menufuncties gebruiken [Bijsnijden] U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Bijsnijden] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Gebruik de functieknop op de achterkant en druk op 3/4/2/1 om de door te knippen delen te selecteren.
9. De menufuncties gebruiken [Roteren] (Het beeld wordt handmatig gedraaid.) Draai beelden handmatig in stappen van 90o. • De [Roteren]-functie wordt uitgeschakeld als [Scherm roteren] op [OFF] gezet is. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Roteren] Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] drukken. Selecteer de draairichting. [ ]: Het beeld draait steeds 90o met de wijzers van de klok mee. [ ]: Het beeld draait steeds 90o tegen de wijzers van de klok in.
9. De menufuncties gebruiken [Intervalvideo] Deze functie stelt u in staat om een film te creëren uit een beeldengroep die opgenomen is met [Intervalopname]. De gecreëerde film wordt opgeslagen in het [MP4]-opnameformaat. MENU 1 2 > [Afspelen] > [Intervalvideo] Selecteer de [Intervalopname] beeldgroep met 2/1, en druk vervolgens op [MENU/SET]. Creëer een film door de creatiemethode te selecteren. • Raadpleeg P138 voor details. Raadpleeg ook de opmerkingen op P138 voor de gecreëerde films.
9. De menufuncties gebruiken [Scherm roteren] (Het beeld wordt automatisch gedraaid en afgebeeld.) Deze modus biedt u de mogelijkheid beelden verticaal weer te geven als deze gemaakt zijn met het verticaal gehouden toestel. MENU > [Afspelen] > [Scherm roteren] > [ON] In deze gevallen niet beschikbaar: • Wanneer u opnamen terugspeelt op een PC, zouden deze niet afgebeeld kunnen worden in de gedraaide richting tenzij het OS of de software compatibel is met Exif.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wat u kunt doen met de Wi-Fi®/Bluetooth®-functie Bediening met een smartphone/tablet (P274) • Opnames maken met een smartphone (P275) • Afspelen of bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, ze uploaden naar websites van sociale media (P277) Verken meer leuke mogelijkheden met Bluetooth® U kunt op ieder gewenst moment verbinding maken met een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-functie/Bluetooth-functie ∫ Voor Gebruik • Stel de klok in voordat de Wi-Fi/Bluetooth-functie gebruikt wordt. (P39) • Om de Wi-Fi-functie op dit toestel te gebruiken, wordt een draadloos toegangspunt vereist, dan wel een bestemmingstoestel dat uitgerust is met de draadloze LAN-functie.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Na verbinding gemaakt te hebben met een Wi-Fi-netwerk, kunt u de volgende handelingen uitvoeren door op [Wi-Fi] te drukken: [Verbinding beëindigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding. [Doelapparaat wijzigen] Eindigt de Wi-Fi-verbinding en stelt u in staat om een andere Wi-Fi-verbinding te kiezen. [Instellingen wijzigen voor versturen] Raadpleeg P286 voor details.
10.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt Volg een eenvoudige set-up procedure voor de verbinding (pairing), om verbinding te maken met een smartphone die Bluetooth low energy ondersteunt. Als het pairen ingesteld is, maakt de camera ook automatisch verbinding met de smartphone via Wi-Fi. • Ondersteunde smartphones Android: iOS: Android 5.0of hoger uitgerust met Bluetooth 4.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie • De gepairde smartphone zal als een gepaird apparaat geregistreerd worden nadat verbinding gemaakt is via Wi-Fi. • Het pairen moet alleen voor de eerste verbinding ingesteld worden. Voor de tweede en daarop volgende verbindingen: (P269) Als de verbinding via Bluetooth plaatsgevonden heeft, zal de camera automatisch een Wi-Fi-verbinding maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie •[ ] wordt op het opnamescherm weergegeven tijdens de Bluetooth-verbinding. Als de Bluetooth-functie ingeschakeld is maar er geen verbinding is, knippert [ ]. • Er kunnen tot 16 smartphones geregistreerd worden. Als u probeert meer dan 16 apparaten te registreren, zal de smartphone met de oudste registratiegeschiedenis vervangen worden. • Het uitvoeren van [Netwerkinst. Resetten] zal de geregistreerde apparaatinformatie wissen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik van een password om een verbinding tot stand te brengen Verbinding maken met een password zorgt voor meer veiligheid. U kunt een QR-code scannen of een password handmatig invoeren om een verbinding tot stand te brengen. Voorbereiding: (Op de camera) Zet het [Wi-Fi-wachtwoord] op [ON]. (P305) ∫ Gebruik van de QR-code voor het tot stand brengen van een verbinding Op de camera Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Handmatig invoeren van een password om een verbinding tot stand te brengen Op de camera Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Op afstand opnemen en weergeven] A SSID en password B QR-code • Als de camera gereed is om met de smartphone verbonden te worden, worden de QR-code, SSID en het password weergegeven. • U kunt de informatie ook weergeven door op de camera op [Wi-Fi] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Als verbinding gemaakt wordt via een draadloos toegangspunt ([Via netwerk]): Op de camera 1 Selecteer [Via netwerk]. • Volg de verbindingsprocedure die beschreven wordt op P300 om de camera verbinding met een draadloos toegangspunt te laten maken. Op uw smartphone 2 3 4 Schakel de Wi-Fi-functie in het instellingenmenu van de smartphone in. Verbind de smartphone met het draadloze toegangspunt waarmee de camera verbonden is. Start “Image App”.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Bediening met een smartphone/tablet ∫ Vereiste draadloze verbindingsmodus De vereiste draadloze verbindingsmodus varieert afhankelijk van de functie die gebruikt wordt nadat verbinding met een smartphone gemaakt is. Vereiste draadloze verbinding Ondersteuning voor Bluetooth low energy Bluetooth Geeft aan dat de functie gebruikt kan worden met smartphones die Bluetooth low energy ondersteunen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ De camera uitschakelen met de smartphone 1 Selecteer [ ]. 2 Selecteer [ OFF]. • Als u de camera inschakelt met de smartphone zal het statuslampje knipperen. • Als [Wake-up Op Afstand] op [ON] gezet is, gaat de Bluetooth-functie door met werken, zelfs nadat de camera uitgeschakeld is, en heeft tot gevolg dat de batterij leeg raakt. Fotograferen via een smartphone (remote opname) Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi 1 2 Maak verbinding met een smartphone.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ De instellingen van de functieknop van de camera, enz. veranderen met uw smartphone Stel de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat dat de prioriteit heeft en tijdens de remote opname gebruikt moet worden. Selecteer het menu van de camera.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Afspelen/bewaren van beelden die op de camera opgeslagen zijn, of ze uploaden naar websites van sociale media. Vereiste draadloze verbinding: Wi-Fi 1 2 Maak verbinding met een smartphone. (P267) Bedien de smartphone. • Als de smartphone reeds verbonden is via Wi-Fi, ga dan verder met stap 3. 1 (Indien verbonden via Bluetooth) Selecteer [ 2 (Indien verbonden via Bluetooth) Selecteer [Afstandsbediening]. ]. • Maak automatisch een Wi-Fi-verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Bij het automatisch overzetten van de opgenomen beelden naar een smartphone Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Wi-Fi De camera zet de opgenomen beelden automatisch over naar een Bluetooth-verbonden smartphone via Wi-Fi. 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P268) Selecteer het menu van de camera. (P55) MENU 3 4 5 > [Set-up] > [Bluetooth] > [Autom.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Automatisch een back-up maken van beelden in een cloud-opslag (Automatische cloud back-up) Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Wi-Fi De camera detecteert de verbinding tussen de smartphone en het draadloze toegangspunt en maakt een back-up van de beelden die in de camera opgeslagen zijn op een van tevoren ingestelde cloud-opslag. • Controleer “FAQ / Contact” op de volgende website voor de compatibele cloud-opslag. http://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie • Een draadloos toegangspunt zal automatisch geregistreerd worden nadat de camera verbinding ermee gemaakt heeft via Wi-Fi. • U kunt tot 17 draadloze toegangspunten registreren. Als u meer dan 17 apparaten registreert, zal het draadloze toegangspunt met de oudste registratiegeschiedenis worden vervangen. • Het uitvoeren van [Netwerkinst. Resetten] zal de geregistreerde draadloze toegangspunten wissen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Een back-up maken Voorbereiding: De volgende voorwaarden worden vereist om Auto Cloud Backup te gebruiken: • Zet de camera in een status waarin deze ingeschakeld kan worden met de smartphone (stand-by status). (P274) – Camera: [Bluetooth] en [Wake-up Op Afstand] zijn op [ON] gezet. – Camera: De aan/uit schakelaar van de camera is op [OFF] gezet. • Camera: De schakelaar van de schrijfbeveiliging van de kaart is niet op [LOCK] gezet.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Locatie-informatie op de beelden van de camera opnemen Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth De smartphone verzendt de eigen locatie-informatie naar de camera via Bluetooth en de camera voert de opname uit terwijl het de verworven locatie-informatie schrijft. GPS A De smartphone verwerft locatie-informatie. B De smartphone verstuurt de locatie-informatie. C De camera voert de opname uit terwijl de locatie-informatie geschreven wordt.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De klok van de camera met een smartphone synchroniseren Vereiste draadloze verbinding: Bluetooth Synchroniseer de instelling van de klok en de tijdzone van de camera met die van een smartphone 1 2 Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone. (P268) Selecteer het menu van de camera. (P55) MENU > [Set-up] > [Bluetooth] > [Auto Klokinstelling] > [ON] • De instelling van [Klokinst.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Weergeven van beelden op een TV U kunt beelden op de TV weergeven als deze de Digital Media Renderer (DMR) -functie van de DLNA-standaard ondersteunt. Voorbereiding: Zet de TV op de DLNA-wachtmodus. • Lees de gebruiksaanwijzing van uw TV. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Weergeven op tv] 2 3 4 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verzenden van beelden Als u beelden verstuurt, selecteer dan de verzendmethode na het selecteren van [Nieuwe verbinding] in [Wi-Fi-functie] in [Wi-Fi] in het [Set-up]-menu. ∫ Beelden die verzonden kunnen worden 6K/4K-Burst-bestand¢1 MP4(LPCM), Beelden die met de Post MOV Focus-functie opgenomen zijn¢1 Bestemming JPEG RAW MP4¢1 AVCHD¢1, 2 [Smartphone] (P287) ± — ±¢3 — — [PC] (P290) ± ± ± ± ±¢1 ± [Cloud-synchr.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Afbeeldingen versturen van camera De beelden kunnen na te zijn opgenomen geselecteerd en verstuurd worden. [Enkelvoudig select.] instelling 1 Selecteer de opname. 2 Selecteer [Inst.]. ,QVW [Multi selecteren] instelling 1 Selecteer de opname. (herhalen) 2 • De instelling wordt gewist als het beeld opnieuw geselecteerd wordt. • De beelden worden afzonderlijk door de kaartsleuf weergegeven. U kunt naar de weergegeven kaart schakelen door op [Fn3] te drukken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verzenden van beelden naar een smartphone/ tablet Voorbereiding: • Installeer van tevoren “Image App”. (P267) 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [Smartphone] 2 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P299) Op uw smartphone Wanneer u verbindt met [Via netwerk]: 1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Draadloos afdrukken U kunt foto's afdrukken op printers die PictBridge ondersteunen (draadloos LAN)¢. ¢ In overeenstemming met de DPS over IP standaards. • Neem voor details over de PictBridge printer (compatibel met draadloos LAN) contact op met het bedrijf in kwestie. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een AV-apparaat versturen U kunt foto's en films naar AV-apparatuur in uw huis versturen (AV-thuisapparatuur). A Draadloos toegangspunt B AV-apparaat thuis Voorbereiding: Als u een foto naar AV-apparatuur stuurt, zet uw apparaat dan op de DLNA-wachtmodus. • Lees de instructiehandleiding van het apparaat in kwestie voor details. 1 Selecteer het menu.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Beelden naar een PC versturen Voorbereiding: • De computer inschakelen. • Gereed maken van mappen om beelden op de PC te ontvangen. (P290) • Als de werkgroep van de PC van bestemming veranderd is en niet meer de standaardinstelling heeft, dan dient u ook de instelling van dit toestel te veranderen in [PC-verbinding].
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Versturen van beelden naar een PC 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] > [Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen versturen van camera] > [PC] 2 3 4 5 Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding. (P299) Selecteer de PC waarmee u verbinding wilt maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Gebruik van web-diensten U kunt foto's en films naar websites van sociale media, enz., versturen via “LUMIX CLUB”. Door automatische overzettingen van foto's en films naar de Cloud Sync Service in te stellen, kunt u de overgezette foto's of films op een PC of smartphone ontvangen. LUMIX CLUB A Draadloos toegangspunt B Web-service C Cloud Sync Service Versturen van beelden naar een webservice Voorbereiding: • Registreer u voor “LUMIX CLUB”.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Registreren van web-services • Controleer de “FAQ / Contact” op de volgende site voor compatibele webservices. http://lumixclub.panasonic.net/ned/c/lumix_faqs/ Voorbereiding: Zorg ervoor dat u een account op de webservice gecreëerd heeft dat u wilt gebruiken en dat u de log-in informatie beschikbaar heeft. 1 2 3 4 Maak verbinding met de “LUMIX CLUB”-site met gebruik van een smartphone of computer. http://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie ∫ Met eenvoudige handelingen verzenden van beelden in de camera naar een webdienst 1 2 Laat een beeld weergeven. Op 4 drukken. (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, druk dan op 3 en selecteer [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)].) • Dezelfde handeling kan uitgevoerd worden door [ aan te raken. ] (Als groepsbeelden geselecteerd zijn, selecteer dan [Uploaden (Wi-Fi)] of [Alles Uploaden (Wi-Fi)] na aanraking van [ SUB ] aan.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wanneer u berichten verstuurt naar [Cloud-synchr. service] ∫ Gebruik van [Cloud-synchr. service] (Met ingang van februari 2017) U moet u registreren bij “LUMIX CLUB” (P296) en de instelling voor Cloud Sync. configureren om een foto naar een Cloud-map te sturen. Voor een PC gebruikt u “PHOTOfunSTUDIO” (P311) om de instellingen van Cloud Sync uit te voeren. Voor een smartphone gebruikt u “Image App” om de instellingen te maken.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Over de [LUMIX CLUB] Verkrijg een “LUMIX CLUB” login ID (gratis). • U kunt de verworven login-ID op uw PC of camera gebruiken. (P297) • U kunt de apart verworven login-ID's op de camera en de smartphone samenvoegen tot een gemeenschappelijke login-ID. (P297) Raadpleeg de “LUMIX CLUB”-site voor details. http://lumixclub.panasonic.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Login-ID of password nakijken of veranderen ([Gebruikersnaam instellen]) Voorbereiding: Als de verkregen login-ID gebruikt wordt, controleer dan de ID en het password. Om het “LUMIX CLUB” password op de camera te veranderen, gaat u naar de “LUMIX CLUB” website vanaf uw smartphone of PC en verandert u van tevoren het “LUMIX CLUB”-password. 1 Selecteer het menu. (P55) MENU 2 3 4 > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Account instellen/toev.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Controleer de “LUMIX CLUB”-gebruiksmaatregelen Controleer de details als de gebruiksmaatregelen bijgewerkt zijn. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] > [LUMIX CLUB] > [Voorwaarden] Wis uw login ID en account vanuit de “LUMIX CLUB” Wis de login ID van de camera wanneer u deze overzet naar een derde of deze weggooit. U kunt tevens uw “LUMIX CLUB”-account wissen. • Veranderingen en andere acties m.b.t.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Wi-Fi-verbindingen Als u [Nieuwe verbinding] gebruikt, selecteer dan de verbindingsmethode om een verbinding tot stand te brengen. (Zie hieronder). Als u aan de andere kant [Selecteer doelapparaat uit geschiedenis] of [Selecteer doelapparaat uit favorieten] gebruikt, maakt de camera verbinding met het geselecteerde apparaat met de eerder gebruikte instellingen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Verbinden via een draadloos toegangspunt (via het netwerk) Druk op de WPS-knop op het draadloze toegangspunt om een verbinding tot stand te brengen. [WPS (knop)] b.v.: Druk op de WPS-knop van het draadloze toegangspunt totdat deze naar WPS-modus schakelt. Voer en PIN-code in op het draadloze toegangspunt om een verbinding tot stand te brengen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Als u niet zeker bent over de compatibiliteit met WPS (verbinden met [Uit lijst]) • Bevestig encryptiesleutel van het geselecteerde draadloze toegangspunt als de netwerkauthenticatie gecodeerd is. 1 2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding maakt. • Het drukken op [DISP.] zal het zoeken naar een draadloos toegangspunt opnieuw starten.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie De camera rechtstreeks met een ander apparaat verbinden (rechtsteekse verbinding) [WPS (knop)] 1 2 Selecteer op de camera [WPS (knop)]. Zet het apparaat op WPS-modus. • Het wachten op de verbinding kan langer duren als u op dit toestel op [DISP.] drukt. [WPS-verbinding] [WPS (PIN-code)] 1 2 [Handmatig. verbinden.] Selecteer [WPS (PIN-code)] op de camera. Voer de PIN-code van het apparaat in op deze camera. Voer de SSID en het password in op het apparaat.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Snel verbinding maken met dezelfde instellingen als voorheen ([Selecteer doelapparaat uit geschiedenis]/[Selecteer doelapparaat uit favorieten]) Als de Wi-Fi-functie gebruikt wordt, wordt een record in de historie bewaard. U kunt de records als favorieten registreren. Met gebruik van de geschiedenis of de favorietenlijst kunt u gemakkelijk verbinding maken met dezelfde instellingen die u eerder gebruikte.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie Bewerken van de items zie als Favorieten geregistreerd zijn 1 Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Selecteer doelapparaat uit favorieten] 2 Selecteer de favoriete geschiedenis die u wilt bewerken en druk vervolgens op 1. [Verwijderen uit favorieten] — [Volgorde van favorieten wijzigen] Specificeer de locatie van bestemming van het item waarvan u de weergavevolgorde wilt veranderen.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Wi-Fi setup] Menu Configureer de instellingen die nodig zijn voor de Wi-Fi-functie. De instellingen kunnen niet veranderd worden als er een Wi-Fi-verbinding is. Selecteer het menu. (P55) MENU > [Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi setup] [Prioriteit van apparaat op afstand] Stelt of de camera of de smartphone in als bedieningsapparaat met de prioriteit dat tijdens de remote opname gebruikt moet worden.
10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie [Toestelnaam] U kunt de naam (SSID) van dit toestel veranderen. 1 Druk op [DISP.]. 2 De gewenste inrichtingsnaam invoeren. • Raadpleeg P64 voor informatie over hoe lettertekens ingevoerd moeten worden. • Er kunnen maximaal 32 tekens ingevoerd worden. [Wi-Fi-functievergrend.] Om onjuiste bediening en gebruik van de Wi-Fi-functie door derden te voorkomen en de opgeslagen persoonsinformatie te beschermen, beschermt u de Wi-Fi-functie met een password.
11. Aansluiten op andere apparatuur 4K-films op een TV bekijken/ 4K-films op een PC of recorder bewaren Kijken naar films in 4K ∫ Afspelen op een TV-scherm Voorbereiding: Zet [HDMI-functie (afspelen)] (P239) op [AUTO] of een instelling met een resolutie van [4K] (als de grootte op [4K]) of [C4K] gezet is (als de grootte op [C4K] gezet is). • Als [Systeemfrequentie] op [59.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden terugspelen op een TV-scherm U kunt beelden op een TV-scherm zijn door uw camera met uw TV te verbinden met de HDMI-kabel. Voorbereidingen: schakel dit toestel en de TV uit. 1 Sluit het toestel en de TV op elkaar aan. • Controleer de richting van de aansluitingen en steek de stekker, die u vasthoudt, recht naar binnen/naar buiten.
11. Aansluiten op andere apparatuur De gemaakte foto's kunnen afgespeeld worden op een TV met een SD-geheugenkaartsleuf • Afhankelijk van het TV-model kunnen de opnamen misschien niet afgespeeld worden op het hele scherm. • Het bestandformaat van de films die afgespeeld kunnen worden verschilt, afhankelijk van het model TV. • Voor kaarten die compatibel zijn met afspelen, raadpleegt u de handleiding van de TV.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op uw PC U kunt opnamen op een PC zetten door het toestel en de PC met elkaar te verbinden. • Sommige PC's kunnen direct van de kaart lezen die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw PC. ∫ PC die gebruikt kan worden Het toestel kan op ongeacht welke PC aangesloten worden die in staat is massa-opslagapparatuur te herkennen. • Ondersteuning van Windows: Windows 7/Windows 8/Windows 8.
11. Aansluiten op andere apparatuur Software downloaden Download en installeer de te bewerken software en speel de beelden af met een PC. • Om de software te downloaden, moet u de PC met het internet verbinden. • Het kan enige tijd duren om de software te downloaden, afhankelijk van de verbindingsomgeving. PHOTOfunSTUDIO 10.0 XE Deze software stelt u in staat beelden te beheren. U kunt bijvoorbeeld foto's en films naar een PC sturen en ze sorteren op opnamedatum of modelnaam.
11. Aansluiten op andere apparatuur SILKYPIX Developer Studio SE Dit is software voor het bewerken van beelden in RAW-formaat. Bewerkte beelden kunnen opgeslagen worden in een formaat (JPEG, TIFF, enz.) dat afgebeeld kan worden op een personal computer. Controleer onderstaande site om de software te downloaden en te installeren. http://www.isl.co.jp/SILKYPIX/english/p/ • Besturingsomgeving OS Windows Windows® Windows® Windows® Windows® Mac Mac OS X v10.6 tot v10.12 7, 8, 8.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden naar de PC overbrengen Voorbereiding: Installeer “PHOTOfunSTUDIO” op de PC. (P311) 1 Verbind de computer en de camera met de USB-aansluitingskabel (bijgeleverd). • Schakel dit toestel en uw PC alstublieft in voordat u verbinding maakt. • Houd de stekker vast en steek de kabel recht naar binnen of trek hem recht naar buiten. (er kan een slechte werking veroorzaakt worden, door vervorming van de aansluiting, als de stekker schuin naar binnen gestoken wordt).
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Naar een PC kopiëren zonder gebruik van “PHOTOfunSTUDIO ” (Voor Mac) Zelfs als u een Mac gebruikt, of in iedere situatie waarin “PHOTOfunSTUDIO ” niet geïnstalleerd kan worden, kunt u nog steeds bestanden en mappen kopiëren door de camera met de computer te verbinden en de bestanden en mappen vervolgens te verslepen en te laten vallen. • De inhoud (mapstructuur) op de kaart van dit toestel is als volgt.
11. Aansluiten op andere apparatuur Bewaren van foto's en films op een recorder Als u een kaart, met inhouden die met dit toestel opgenomen zijn, in een Panasonic recorder plaatst, kunt u de inhoud naar een Blu-ray disc of een DVD, enz. dubben. De methoden om foto's en films naar andere apparatuur te exporteren, zullen afhankelijk zijn van het bestandsformaat. (JPEG, RAW, AVCHD, MP4 of MOV). • 6K/4K-burst-bestanden (MP4-formaat) worden niet door Panasonic recorders ondersteund.
11. Aansluiten op andere apparatuur Beelden afdrukken Als u de camera aansluit op een printer die PictBridge ondersteunt, kunt u de af te drukken beelden selecteren en opdracht geven dat het printen van start gaat op de monitor van de camera. • Groepsbeelden zullen niet als groepsbeelden maar als enkele beelden weergegeven worden. • Sommige printers kunnen direct van de kaart afdrukken die uit de camera gehaald is. Voor details, de handleiding raadplegen van uw printer.
11. Aansluiten op andere apparatuur • De USB-aansluitkabel losmaken na het afdrukken. • Een batterij met voldoende batterijstroom of de netadapter (optioneel) gebruikenen. Als de resterende batterijstroom laag wordt terwijl het toestel en de printer aangesloten zijn, knippert het statuslampje en hoort u een alarm. Als dit gebeurt tijdens het afdrukken, het afdrukken onmiddellijk stopzetten. Als u niet aan het afdrukken bent, de USB-aansluitkabel loskoppelen.
11. Aansluiten op andere apparatuur ∫ Afdrukinstellingen Selecteer de items zowel op het scherm in stap 2 van de procedure “Een beeld kiezen en uitprinten” en in stap 3 van de procedure “Meerdere beelden kiezen en uitprinten” en stel ze in. [Print met dat.] Stelt de datumafdruk in. [Aantal prints] Stelt het aantal af te drukken beelden in (tot 999 beelden). [Papierafmeting] Stelt het papierformaat in.
12. Overige Optionele accessoires Batterijhandgreep (optioneel) Het gebruik van een batterijhandgreep (DMW-BGGH5: optioneel) verbetert het gebruiksgemak en de grip bij verticaal vasthouden. Het plaatsen van een reservebatterij zal u in staat stellen langer te kunnen opnemen. ∫ Instellen van een prioriteit voor het gebruik van reservebatterijen U kunt instellen welke batterij gebruikt moet worden als de batterij zowel in dit toestel als in de batterijhandgreep geplaatst is.
12. Overige afstandsbediening sluiter (optioneel) Als u de sluiter met afstandbediening gebruikt (DMW-RSL1: optioneel), kunt u trillingen vermijden (schudden van de camera) als een statief gebruikt wordt en kunt u de sluiter volledig indrukken voor het fotograferen met [B] (bol) of met de burst-modus. De sluiter met afstandsbediening werkt net zo als de sluiterknop op de camera. • Gebruik altijd een originele Panasonic afstandsbediening voor sluiters (DMW-RSL1: optioneel).
12. Overige Display Monitor/Display Zoeker • De volgende afbeeldingen zijn voorbeelden van wanneer het displayscherm in de monitor op [ ] (monitorstijl) gezet is. In Opname MOV 8bit FHD 24p 4:3 BKT L AFS ラュン Fn7 × Fn8 MINI SS Fn9 Fn10 OFF BKT AEL 3.
12.
12.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor 3 F 3.5 1/60 Enkel (P112) 0 ISO AUTO 0 Burst (P113) 0 AFS 4:3 L OFF AWB Fn 98 98 6K/4K-foto (P116) Post Focus (P128) Zelfontspanner (P133) AFS AFF AFC MF 1 C1 š Ø Opnamefunctie (P44) EXPS F3.
12. Overige In Opname Opname-informatie op de monitor ([Video prioriteit menu]) FPS IRIS 48 F 3.5 2 SHUTTER 1/60 C1 MOV M TC NDF 0 LongGOP 420/8 5h04m FHD 100M 5h04m 24p 00:00:00:00 ISO PHOTO STYLE AUTO EXPS MIC Opnamefunctie (P44) LMT ON Waarde belichtingscompensatie (P105) L R 0 WB AWB Helderheid (P69) Handmatige belichtingsassistentie (P74) 1 Weergave filmopname (gestopt) FPS 48 IRIS F 3.
12. Overige In Terugspelen 4:3 1 Batterijhandgreep (P319) L 1/98 3 Kaartsleuf (P28) 1/98 IRWR Beeldnummer/Totaal opnamen Verbonden met Wi-Fi F3.
12. Overige In Terugspelen Weergave van gedetailleerde informatie 1/5 AFS 4:3 ISO 200 F3.5 1 G 5500 0 60 2/5 R s RGB L STD. Weergave histogram ISO 200 F3.5 0 2017.12. 1 10:00 0 60 2017.12. 1 10:00 100-0001 B Y 100-0001 Weergave fotostijl, schaduw markeren Weergave witbalans 3/5 ISO 200 F3.5 4/5 1 5500K 0 ISO 60 200 F3.5 0 G A B 60 M 2017.12. 1 10:00 2017.12. 1 10:00 100-0001 100-0001 Weergave lensinformatie 5/5 ISO 200 F3.5 0 60 2017.12.
12. Overige Waarschuwingen op het scherm Soms verschijnen op het scherm bevestigingen of foutmeldingen. De belangrijkste meldingen worden hieronder beschreven. [Sommige foto's kunnen niet gewist worden]/[Deze foto kan niet gewist worden] • Dit kenmerk kan alleen gebruikt worden voor beelden die aan de DCF-standaard voldoen. Voer het formatteren (P31) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz., bewaar te hebben. [Kan op deze foto niet ingesteld worden] • [Titel bew.], [Tekst afdr.
12. Overige [Kan niet opnemen wegens incompatibele gegevensindeling (NTSC/PAL) op kaart.] • Als u dezelfde kaart blijft gebruiken na [Systeemfrequentie] (P240) veranderd te hebben, worden mogelijk geen bewegende beelden opgenomen. Om met dezelfde kaart op te nemen, zet u de [Systeemfrequentie] opnieuw op de oorspronkelijke instelling. Probeer het volgende om films met de huidige instelling op te nemen: – Voer het formatteren (P31) op dit toestel uit na de benodigde gegevens op een PC, enz.
12. Overige Problemen oplossen Probeer als eerste de volgende procedures (P330 tot P338). Als het probleem niet verholpen is, kan het verbeterd worden door de selectie van [Resetten] (P244) in het [Set-up]-menu. Batterijen en stroom Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de camera komen. • Het geluid wordt veroorzaakt door de Beeldstabilisator in de body. Dit duidt niet op een slechte werking. Het toestel kan niet bediend worden zelfs wanneer het aanstaat.
12. Overige Er worden in één keer meervoudige beelden opgenomen. • Controleer de instelling van de drive-modus. (P112) • Bent u de bracket-functie aan het gebruiken? (P139) Het object is niet goed scherp. • Het onderwerp ligt buiten het brandpuntbereik van de camera. • Is [Sluiter-focus] in het [Voorkeuze]-menu op [OFF] gezet? (P224) • Is [Prio. focus/ontspan] in het [Voorkeuze]-menu op [RELEASE] gezet? (P226) • Is de AF-vergrendeling (P104) onjuist toegepast? Het opgenomen beeld is wazig.
12. Overige Er verschijnen strepen bij hoge ISO-gevoeligheid. • Er kunnen strepen verschijnen bij hoge ISO-gevoeligheid of afhankelijk van de lens die gebruikt wordt. > Verlaag de ISO-gevoeligheid. (P107) De helderheid van de tint van het gemaakte beelden verschilt van de eigenlijke scène. • Wanneer u onder fluorescente of LED-verlichting enz. opneemt, zou het verhogen van de sluitertijd kleine veranderingen m.b.t. de helderheid en de kleur met zich mee kunnen brengen.
12. Overige Bij video’s worden afwijkende klik- en zoemgeluiden opgenomen. Het opgenomen geluid is heel zacht. • Tijdens het maken van opnames in een stille omgeving kan het geluid van de lensopening en de scherpstelling in films opgenomen worden, afhankelijk van de gebruikte lenzen. De werking van de focus kan op [OFF] gezet worden in [Continu AF] (P167).
12. Overige De monitor en de zoeker worden niet ingeschakeld wanneer op [LVF] gedrukt wordt. • Dit wordt alleen op de monitor weergegeven als de camera op een PC of printer aangesloten is. Er verschijnen delen van ongelijke helderheid of ongebruikelijke kleuren in de zoeker. • De zoeker van dit toestel maakt gebruik van OLED: Er kan inbranding optreden op het scherm/ de zoeker wanneer een beeld gedurende lange tijd weergegeven wordt maar dit is niet van invloed op de opgenomen beelden.
12. Overige Functies Wi-Fi Er kan geen Wi-Fi-verbinding tot stand gebracht worden. Radiogolven verliezen hun verbinding. Het draadloze toegangspunt wordt niet weergegeven. ∫ Tips van algemene aard voor het gebruik van een Wi-Fi-verbinding • Gebruik het toestel binnen het communicatiebereik van het apparaat dat aangesloten moet worden. • Bevindt zich er een inrichting, zoals een microwave-oven, een draadloze telefoon, enz.
12. Overige De PC wordt niet herkend als ik een Wi-Fi-verbinding gebruik. De camera kan niet via een Wi-Fi-verbinding met de PC verbonden worden. • De fabrieksinstelling voor de naam van de werkgroep is op “WORKGROUP” gezet. Als u de naam van de werkgroep veranderd heeft, zal de PC niet herkend worden. Verander in [PC-verbinding] van het [Wi-Fi setup]-menu de naam van de werkgroep in die van de PC waarmee u verbinding aan het maken bent.
12. Overige TV, PC en printer Het beeld verschijnt niet op de televisie. • Is het toestel correct op de TV aangesloten? (P308) > De TV-input instellen op extern. VIERA Link werkt niet. • Staat [VIERA link] op dit toestel op [ON]? (P239) > Controleer de instelling van VIERA Link op het aangesloten apparaat. > Schakel dit toestel uit en in. Kan niet met de PC communiceren. • Zet op [PC] in [USB mode]. (P239, 313) • Schakel dit toestel uit en in. De kaart wordt niet door de PC herkend.
12. Overige Overige Als ik de camera schudt, hoor ik een ratelend geluid uit de bevestigde lens komen. • Afhankelijk van de bevestigde lens kan het mogelijk zijn dat deze van binnen beweegt en geluid maakt. Dit is geen storing. De camera maakt geluid wanneer dit toestel in- en uitgeschakeld wordt. • Dit is het geluid van de functie voor het verwijderen van stof (P340); het duidt niet op een slechte werking. De lensgroep maakt geluid.
12. Overige Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik Wat u wel en niet moet doen met dit toestel Houd dit toestel zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals magnetrons, televisie, videospelletjes, enz.). • Indien u dit toestel op of naast een televisie gebruikt, kunnen beeld en/of geluid op dit toestel onderbroken worden door de straling van de elektromagnetische golven. • Gebruik dit toestel niet in de buurt van een mobiele telefoon.
12. Overige Bij gebruik in een koud klimaat of bij lage temperaturen • Er kan huidletsel veroorzaakt worden als u de metalen delen van het toestel rechtstreeks aanraakt op plaatsen waar de temperatuur lange tijd zeer laag is (omgeving onder 0 oC, zoals ski-oorden of plaatsen op grote hoogte). Draag handschoenen wanneer u het toestel lange tijd gebruikt.
12. Overige Verwijder het vuil van de beeldsensor De oogsensor is een zeer precies en kwetsbaar apparaat; neem daarom de onderstaande richtlijnen in acht als u hem zelf moet schoonmaken. • Gebruik een in de handel verkrijgbaar blaaskwastje om stof van de oogsensor te blazen. Blaas niet te hard. • Laat het blaaskwastje niet voorbij de lensvatting komen. • Zorg ervoor dat het blaaskwastje de beeldsensor niet raakt om krassen op de beeldsensor te voorkomen.
12. Overige Over de Lens • Niet hard op de lens drukken. • Laat het toestel nooit in de zon liggen met de lens naar de zonnestralen gericht. Zonlicht kan problemen veroorzaken. Dit geldt zowel binnen als buiten en in de buurt van een raam. • Als er vuil (water, olie of vingerafdrukken enz.) op de lens zit, beïnvloedt dit ook de opname. Maak de lens voorzichtig schoon met een zachte droge doek voordat en nadat u opnamen maakt.
12. Overige Lader • Het [CHARGE]-lampje zal knipperen onder de invloed van statische elektriciteit of elektromagnetische golven. Dit fenomeen is niet van invloed op het laden. • Als u een batterijoplader vlak bij een radio gebruikt, kan dit de radio-ontvangst storen. De lader 1 m of meer verwijderd houden van de radio. • De lader kan ruis maken wanneer deze gebruikt wordt. Dit is geen storing. • Na het gebruik, haalt u de batterijlader uit het stopcontact.
12. Overige • Verwijder de geheugenkaart van het toestel wanneer er een reparatie vereist wordt. • Instellingen zouden terug kunnen keren naar de fabriekstandaard wanneer het toestel gerepareerd wordt. • Neem contact op met de verkoper bij wie u het toestel aangeschaft heeft, of met Panasonic, als bovenstaande handelingen niet mogelijk zijn wegens storing.
12. Overige Over de schouderriem • Als u een zware onderling verwisselbare lens (meer dan ongeveer 1 kg) aan het toestellichaam bevestigt, het toestel niet dragen m.b.v. de schouderriem. Het toestel en de lens vasthouden wanneer u deze draagt.
12. Overige • G MICRO SYSTEM is een op de Micro Four Thirds System-standaard gebaseerd digitale camerasysteem van LUMIX. • Micro Four Thirds™ en Micro Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen. • Four Thirds™ en Four Thirds Logo-merken zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Olympus Corporation, in Japan, de Verenigde Staten, De Europese Unie en andere landen.
12. Overige • QuickTime en het QuickTime-logo zijn merken of geregistreerde merken van Apple Inc. en worden onder licentie gebruikt. • Het Bluetooth® woordmerk en logo's zijn gedeponeerde handelsmerken die in het bezit zijn van Bluetooth SIG, Inc. en ieder gebruik van dergelijke merken door Panasonic Corporation vindt plaats onder licentie. Andere handelsmerken en handelsnamen zijn die van de respectievelijke eigenaars ervan. • Het Wi-Fi CERTIFIED™ Logo is een certificatiemerk van de Wi-Fi Alliance®.
Het ontdoen van oude apparatuur en batterijen. Enkel voor de Europese Unie en landen met recycle systemen. Deze symbolen op de producten, verpakkingen en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet samen mogen worden weggegooid met de rest van het huishoudelijk afval.