Operation Manual

2. Opstarten/Basisbediening
60
Toekennen van veelgebruikte functies aan de
knoppen (functieknoppen)
U kunt opnamefuncties, enz., aan specifieke knoppen en iconen toekennen.
Sommige functies kunnen niet toegekend worden, afhankelijk van de functieknop.
1 Selecteer het menu. (P55)
2 Druk op 3/4 om de functieknop waaraan u een
functie wilt toekennen te selecteren en druk
vervolgens op [MENU/SET].
Om een knop uit [Fn12] tot [Fn20] in [Instelling in
opnamemodus] te selecteren, druk dan op [DISP.] om het
beeldscherm om te schakelen.
3 Druk op 3/4 om de functie die u wilt toekennen te
selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET].
Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in opnamemodus] ingesteld
kunnen worden P61.
Raadpleeg voor details over de functies die in [Instelling in afspeelmodus] ingesteld
kunnen worden P63.
Selecteer [Terug naar standaard] om de instellingen van de default-functieknop opnieuw
in te stellen.
Configureren van de instelling van de functieknoppen vanuit het beeldscherm
met opname-informatie op de monitor
Het aanraken van [Fn] op het beeldscherm met opname-informatie op de monitor (P49)
stelt u ook in staat het scherm weer te geven in stap
2.
Snel functies toekennen
Het scherm voor de toekenning van de knop, dat weergegeven wordt in bovenstaande
stap
3, kan weergegeven worden door een functieknop (ongeacht welke van [Fn1] tot
[Fn6] of [Fn12] tot [Fn20]) 2 seconden lang ingedrukt te houden.
In sommige gevallen kan het scherm voor de toekenning van functies niet weergegeven
worden, afhankelijk van de modus of het weergegeven beeldscherm.
> [Voorkeuze] > [Bediening] > [Fn knopinstelling]>
[Instelling in opnamemodus]/[Instelling in afspeelmodus]
MENU