Operating Instructions

223
8. Helderheid (belichting)/Kleur/Beeldeffect
[Fotostijl]
U kunt de instellingen voor de afwerking van de beelden selecteren, die
bij uw onderwerpen en expressiestijlen passen.
De afbeeldingskwaliteit kan voor iedere fotostijl aangepast worden.
[ ]/[ ] Selecteer [Fotostijl]
[Standaard] De standaardinstelling.
[Levendig]
Een instelling die een meer levendige kwaliteit
produceert met grotere verzadiging en contrast.
[Natuurlijk]
Een instelling die een zachtere kwaliteit met minder
contrast produceert.
[Zwart-wit] Een zwart/wit instelling zonder kleurschaduwen.
[L.Zwart-wit]
Een zwart-wit-instelling met een rijke gradatie en
scherpe zwarte accenten.
[L.Zwart-wit D]
Een zwart/wit instelling die een dynamische impressie
creëert met verbeterde accenten en schaduwen.
[Landschap]
Een instelling voor landschappen met levendige
blauwe luchten en groene kleuren.
[Portret]
Een instelling die geschikt is voor portretten met
een gezond uitziende en mooie huidtint.
[Custom]
Instelling voor het gebruik van kleuren en
beeldkwaliteit die van tevoren zijn geregistreerd.
[Cinelike
dynamisch bereik]
Instelling die de voorkeur geeft aan het dynamische
bereik door gebruik te maken van een gammacurve
die is ontworpen om filmische beelden te maken.
Geschikt om te bewerken.
[Cinelike video]
Instelling die de voorkeur geeft aan het contrast
door gebruik te maken van een gammacurve die is
ontworpen om filmische beelden te maken.
[V-Log L]
Instelling gammacurve bedoeld voor
postproductiebewerking.
Dit stelt u in staat om tijdens een postproductie-
montage een rijke gradatie aan de beelden toe
te voegen.